GESCHIEDENIS DESIGN
HFST. 1: VRAAG, AANBOD EN DESIGN (1700-1850) / DESIGN REFORM (1801-1865)
Vraag, aanbod en design (1700-1850)
Vraag, aanbod en design (1700-1800): Inleiding
18de eeuw:
⇨ nieuwe methodes voor productie en consumptie
⇨ nieuwe materialen
⇨ grotere productiviteit
→ enorme invloed op decoratieve producten in Europa en in Noord-Amerika
Frankrijk: versterking van de monarchie onder Louis XIV (1643- 1715)
⇨ visuele uitdrukking politiek gezag via patronage
⇨ controle over de productie van decoratieve kunsten
Groot Brittannië: groei van vraag om consumptie
⇨ rol van design en marketing in de context van een groeiende economie
Verlangen naar sociale mobiliteit en comfort van de middenklasse
Modern design: resultaat van de dynamiek van wederzijdse afhankelijkheid tussen productie en
consumptie, de intrede van nieuwe technologieën, marketing, communicatie en competitieve
commerciële praktijken
Jeff Koons, Louis XIV, 1986, J. Hardouin-Mansart, Paleis van Versaille.
roestvrije staal Spiegelzaal, 1678-1684, Spiegels van St. Gobain
,Absolutisme en de controle over de productie: kunstenaar en ambachtsman
Systeem van staatsbedrijven begint:
⇨ hofschilders: directreurs + ook ontwerp leveren voor de manufacturen
⇨ Frankrijk: decoratieve kunsten dragen de namen van de koningen
⇨ Louis XIV: barok grandeur, XV: roccoco, XVI: klassicisme: meest fijne niveau van
vakmanschap in alle aspecten
Schilders en beeldhouwers die de modellen leverden: hogere status dan de uitvoerende
ambachtsman
⇨ onderscheid maar gezonde samenwerking tussen kunstenaar en ambachtsman
→hoogste kwaliteit
⇨ kunstenaar bewoog zich zonder probleem tussen disciplines en taken
Specialisatie voor efficiëntie zonder kwaliteitsverlies→19de eeuw
Alle kunsten politieke en sociale betekenis: versterking van de staat, economische stabiliteit
Louis XV stoel Louis XVI interieur
De vooruitgang: concrete voorbeelden
⇨ vanaf 1815: verminderde politieke vijandigheid (1812 einde oorlog tussen G.B. en V.S.; 1815 einde
Napoleon, vrede van Wenen)
→Stimulans voor handel, groei van de markt voor industriële goederen
⇨ uitvinding van Cotton Gin (zaden uit te halen), Amerikaan Eli Whitney (1765-1825)
⇨ groei van ruwe katoen teelt, gecombineerd met stoomkracht→ vermindering prijs van
textiel→beschikbaar voor middenklasse (daarvoor uit Indië)
⇨ VS: slavenarbeid op de plantages, mechanische druk van vormen, gebruik van naaimachine
⇨ expansie van vrouwen mode, prêt-à-porter kleding, dankzij printtechnieken gekleurde afbeeldingen
in tijdschriften→ geïllustreerde mode tijdschriften
⇨ optimisme + angst voor de menselijke gevolgen van onbelemmerde economische groei
⇨ begin van globalisering (kolonies)
,Eli Whitney, Cotton Gin, 1793 Isaac Singer, naaimachine, 1851
⇨ vooruitgang in druktechnieken
→ (Chromo)lithografie→geïllustreerde dagbladen en
weekbladen, illustraties in boeken (vignette), behang
(belangrijk bij middenklasse), invloed op textiel en
kleding
Lithografie, de print
⇨ constructie van spoorwegen
→ eerst in G.B., dan heel Europa en V.S.→groot stimulans
voor handel (snellere en gemakkelijkere transport voor
ruwe grondstoffen)
→ privé reizen → toerisme (Greenwich: 878 bakstenen
bogen!)
De Greenwich Railway, 1837
⇨ begin van reclame industrie:
- in posters, kranten, tijdschriften, licht,
achter glas
- kleinhandel, vaste prijzen
- bel. voor stadsleven
- ervaring van shoppen
Bourgeois interieur, ca. Paddington station,
1850, V&A Museum 1863
, Nieuwe materialen in de decoratieve kunsten
Producten en hun bewerking: overweldigend
⇨ zilver electroplating (chemische reactie met behulp van elektriciteit om dunne coating van
zilver op nikkel) → grote variëteit van metalen koopwaar, ook tafelgerei (thuis, hotels,
schepen, restaurants)
→ middenklasse vrijetijdsbesteding en vermaak • George Elkington’s Catalogue
George Elkington’s Catalogue
⇨ nieuwe technologie samen met traditionele stijl (hoogste artistieke inventie en
kunnen uit verleden)
⇨ getoond in Crystal Palace, 1851, geprezen voor relatie tss. ambacht en industrie
Nieuwe materiaal en meubelkunst: Gietijzer en gebogen hout door stoom
⇨ 1830 Michael Thonet (1796-1871): geen noodzaak meer voor graveren → licht, neoklassiek
⇨ Karl Friedrich Schinkel (1781-1841): giet- en smeedijzer voor tuinmeubilair, identieke
stukken, neoklassiek // vandaag nog steeds zelfde technologie
George Elkington’s Catalogue, Ontwerpen Michael Thonet, Bijzet stoel, Karl Friedrich Schinkel, Bijzet stoel,
voor electroplated zilveren terrines, 1847 beukenhout, ca. 1836-40, gietijzer, ca. 1821, Vitra Design
V&A Museum Museum
De rol van het meubelstuk in Europa
Naast technologie ook stijlverandering: Biedermeier
⇨ Duitsland en Oostenrijk, vanaf 1815
⇨ bijna abstracte eenvoud, klemtoon op schoonheid van
hout, gepolijste oppervlakken
⇨ TOEN: grandeur in schaal en decoratie meer dan het
praktische
Biedermeier schrijftafel en stoel,
Na Vrede van Wenen: herstel van reputatie voor Frankrijk Joseph Danhauser, 1825 (replica)
⇨ demonstreren van industriële luxeproducten
⇨ grote internationale beurzen en tentoonstellingen: meubel is groot en imposant,
competitieve sfeer, marketing potentieel
→ aanmoedigend voor de fabrikanten