Dit is een samenvatting van de lessen van economie. het is een samenvatting aan de hand van de lessen, de slides en mijn extra notities van uit het boek. Op het einde van de samenvatting zie je ook een aantal examenvragen die zijn vrijgegeven en ook opgelost zijn.
,1. Macro-economische grootheden en welvaartsindicatoren (H3 boek 75-102)
1.1. Indicatoren = wat meten ?
Macro-economische grootheden en welvaartsindicatoren zijn meetinstrumenten om te weten of
onze economie groeit of niet.
Economische groei = (verandering in) waarde economische activiteit in een land/regio
Economische activiteiten vb. eten kopen, busvervoer, gsm gebruikt, les gekregen, autovervoer…
Economie en niet economische activiteiten = alles wat niet schaars is is niet economisch, alles wat
ooit op zal zijn = economische activiteiten.
Gezinnen = wij
ondernemingen = alle bedrijven in de economie waarin we leven.
1.1.1. De drie interactie markten =
Ondernemingen produceren en gezinnen consumeren. markt van de consumptie
Markt van de productiefactoren = wat je nodig hebt om economische activiteiten te doen (3
categorieën = arbeid, land of natuur en kapitaal ) vb. aandelen kopen in een bedrijf is zorgen
voor kapitaal binnen dat bedrijf. Je hebt een gebouw en je verhuurt deze aan een bakker die daar
zijn bedrijf heeft.
Markt voor kapitaalgoederen = B to B, business to business, van een bedrijf die levert naar een
ander bedrijf
gezinnen kunnen ook andere gezinnen helpen vb. vrijwilligers werk, fiets delen, oppassen op
de kinderen, boodschappen doen voor de ander ( GENEGEERT IN DIT SCHEMA, OOK AL IS
DIT BELANGRIJK )
, Overheid levert collectieve goederen en diensten aan bedrijven en gezinnen = vb. de autostrade
die ter gebruik gesteld werd. Lesgeven is hier ook een voorbeeld van. Stedelijke zwembaden,
politie en brandweer.
Collectieve goederen en diensten= geproduceerd door de overheid, bij niet collectieve goederen
en diensten wordt er vertrokken vanuit de productiekosten om de prijs te betalen, collectieve
goederen zijn of gratis of de prijs is niet kostprijs gebaseerd.
De overheid komt aan geld doordat de gezinnen en de ondernemingen belastingen en bijdragen
betalen aan de overheid.
De gezinnen geven arbeid aan de overheid en krijgen daarvoor loon in de plaats. En de
ondernemingen geven (kapitaal) goederen en diensten ( vb. bureaus ) aan de overheid en krijgen
daarvoor betalingen.
De overheid geeft dan transferinkomens aan de gezinnen vb. kindergeld, studietoelagen, ziekte-
uitkeringen, pensioenuitkeringen.
Aan de ondernemingskant heb je ook zo’n stroom van de overheid aan de ondernemingen dit
noemt men subsidies vb. wanneer bedrijven zonnepanelen willen zetten krijgen ze subsidies van
de overheid.
Er is dan nog een 4de partner = het buitenland, hievan voeren ze producten naar uit en voeren ook
producten in. Hierstaat ook een financiële flow tegenover. Men betaald voor de invoer en wordt
betaald voor de uitvoer
1.1.2. 3 invalshoeken
1. Productie: waarde van alles wat geproduceerd wordt aan goederen en diensten
BNP en BBP (GNP and GDP)
2. Inkomens: waarde van inkomens betaald aan diegene die een productieve prestatie
leverden BNI (= BNP)
3. Bestedingen: waarde van uitgaven aan consumptie en investeringen Bruto Nationale
Bestedingen
1.2. Productie (het BNP en BBP)
Het BNP = Bruto Nationaal Product, maat voor inkomens, waarde van alle finale goederen en
diensten geproduceerd door de ingezetenen van een land in een bepaalde periode.
Het BBP = Bruto Binnenlands Product , maat voor activiteit, waarde (hoeveelheden * marktprijzen)
van alle finale goederen en diensten geproduceerd op het grondgebied van een land ineen
bepaalde periode. wat we in een jaar in België produceren
Voorbeeld = productie ABinBev in buitenland telt wel mee in het BNP, maar niet in het BBP.
Productie Philips in België telt niet mee in BNP, maar wel in BBP
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sitta. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,49. Je zit daarna nergens aan vast.