Samenvatting werken aan verandering
(micro)
Introductie:
Waarom ons gedrag aan wordt gepast is richtinggevend.
Verandering = het verschil tussen een oude en een nieuwe situatie. veranderen is een zich
continu herhalende zoektocht naar nieuwe stabiliteit. We spreken pas over verandering
wanneer we terug in een stabiele situatie zitten. zoals je geen stabiliteit voelt, spreken we
niet over een goed doorgemaakte verandering.
We worden verplicht om op de één of andere manier te veranderen. Op gedragsvlak, maar
ook op andere vakken. Bv. emotioneel vlak.
Vervangen = iets verdwijnt ten gunste van iets nieuws. Een huidige situatie waarbij dingen
worden weggenomen bv. bij covid niet afspreken, een relatie dat is afgebroken.
Toevoegen = het oude blijft bestaan, er komt iets nieuws bij. Bestaande situatie veranderen
door iets toe te voegen. Bv. een baby. Er is een toevoeging.
Incidenteel: éénmalige verandering. Er gebeurd 1 ding dat u tijdelijk in een situatie zet.
Structureel: blijvend verandering bv. iemand met moeilijke eetpatroon.
Als sociaal agogen streven wij naar structurele en blijvende veranderingen – en intentioneel:
naar duurzame verandering die een individu doormaakt (job, gezin, opvoeding, leefsituatie,
…)
Effect van een verandering:
- Cognitief: anders denken over een situatie
- Affectief
- Gedragsmatig
Cognitie: onze gedachten triggeren ons gedrag bv. roepen aan de overkant van de straat,
oversteken ut schrik. Eens dat we naar verandering stappen, zien we dat er verandering is
in 1 van de bovenstaande stappen.
Attitude: ‘evaluatieve oordelen t.ov. ‘objecten’ ‘ attitude eerder naar positieve kant. Mooie,
chique auto, comfort, plaats. Negatieve kant: veel te groot, niet milieuvriendelijk,… Je gaat
een gedrag stellen wanneer de attitude ten opzichte van de wagen positief is. Om vervolgens
de auto te kunnen verkopen. Attitude ten opzichte van een object heb je altijd. Veranderen
van gedrag komt maar vanaf er cognitief verandering is. attitude kan gemeten worden. Heet
heeft enige voorspellende waarde naar gedrag op voorwaarde: korte tijd tussen meting en
gedrag. Kan beïnvloed worden.
Affectief: de emotie die aanwezig is bij een verandering
Evaluerend: is het goed of minder goed? aangenaam of minder aangenaam? Fantastisch of
afgrijselijk?
, Samenvatting werken aan verandering
(micro)
- Kübler-Ross change curve
Het mooi richtinggevend, maar niet alles voorspelend. Dit geeft aan welke emoties er plaats
vinden. Het geeft een mooi zicht op wat er gebeurd als mensen geconfronteerd worden met
verandering. Energie kan te maken met gedrag, emoties,… je wordt geconfronteerd met
verandering en je krijgt een schok. Bv. Plots overlijden van een dierbaar iemand. 1 ste fase van
ontkenning. -> vaak de eerste emotie dat iemand heeft. Vervolgens komt er vaak emotie van
boosheid. Fase van boosheid kan lang of minder lang duren, maar vaak voelen mensen dat
de fase lang gaat duren. Dit zorgt ervoor dat ze gaan onderhandelen. Bij acceptatie van de
situatie gaat men onderhandelen. Vooraleer je gaat onderhandelen, zet je je er bij neer.
Soms is de volgende fase een fase van depressie. Bv. Mensen die zich terugtrekken
Daarna gaan mensen de verandering accepteren.
Heel veel veranderaars houden rekening met deze curve.
Als veranderaar verwacht je van uw cliënt dat ze ter plekke van emoties veranderen, maar dit
kan niet. Emoties wijzigen moeilijk, meestal ‘als gevolg van’ (cognitief, gedragsmatig,
ervaringen opdoen,…). Sterk wisselende emoties: stress, psychische aandoening, hormonaal,
hersenbeschadiging, drugs, medicijnen, alcohol. Van emotie veranderen is niet evident.
- Ijsberg model van McClelland
, Samenvatting werken aan verandering
(micro)
Bovenkant is wat we zien. -> bepaalde gedrag dat zichtbaar is (ook voor veranderaar) bv. Je
ziet dat iemand op tijd komt. Het gedrag komt niet van zelf. Het wordt gestuurd door de
onderkant. Normen, drijfveren, waarde,… situeren uw gedrag. Bv. Waarde: je moet
uitblinken, je moet de beste zijn – dit ga je zien in het gedrag
Een gewoonte (=geautomatiseerd gedrag). Duurt gemiddeld 66 dagen vooraleer iets een
gewoonte wordt. Koppelen aan een gebeurtenis. Complex gedrag: duurt langer. Wanneer ga
je bovenop de ijsberg een verandering merken. Hoe eenvoudiger het gedrag, hoe makkelijker
en korter we tijd nodig hebben. Bv. Afstand nemen wanneer je met iemand praat.
Complex gedrag is gedrag waarbij je voelt dat er verschillende zaken daarmee te maken
hebben. Om complex gedrag te veranderen, gaat men moeten splitsen in eenvoudige
stukjes. Bv. Socialer in omgang worden – in aula naast iemand zitten en minstens 1 ding er
tegen zeggen.
Effect van een verandering/duurzame verandering impliceert meestal:
- Cognitief
- Affectief
- Gedragsmatig
We streven naar duurzame en structurele veranderingen. We moeten van de 3 fronten
aanpakken om over duurzame en structurele verandering te spreken.
- Nature/nurture