Criminaliteit & politiek samenvatting
Hoofdstuk 1: Evoluties in het veiligheidsbeleid
1. Historiek en achtergronden
Een beschrijving van de grote lijnen van de criminele politiek van 1830 tot aan WOII. Dit overzicht
is noodzakelijk als achtergrond om het hedendaags strafrechtelijk beleid te begrijpen en te
beoordelen (zie Vander Beken, 2020)
1.1 Strafrechtelijk beleid Criminele politiek
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen strafrechtelijk beleid en criminele politiek. Als
eerste is het belangrijk om te onthouden dat er heel wat gedrag is en zaken in de SL die leiden
tot conflicten zonder dat het politioneel of strafrechtelijk systeem daarmee gepaard gaat (bv:
overspel).
- er is een aparte subgroep van gedragingen waarmee het wetgever zich wel mee gaat
bezighouden door het af te keuren en proberen te sturen.
Strafrechtelijk beleid: keuzes gericht op de werking van de strafrechtsbedeling zoals
vervolgingsprioriteiten bij het OM. Het gaat hier over hoe men specifiek gebruik maakt van die
klassieke actoren om afwijkende gedrag te gaan sturen. Dit is dus veel beperkter.
Criminele politiek: keuzes gericht op (het optimaliseren van) de reactie op criminaliteit (en ander
afwijkend gedrag), proberen om iets te doen met dat gedrag.
o De strafrechtsbedeling is maar één instrument in de maatschappelijke reactie op deviantie
o Die reactie kan andere doelen hebben dan louter bestraffend, repressief of handhavend (vb.
preventie)
o Ze gaan gedrag proberen beïnvloeden met verschillende strategieën/ technieken om gedrag
te beïnvloeden.
1.2 Een eigen strafwet en handhavingsapparaat
Van 1830 – 1850: armoede, economische crisis en snel stijgende criminaliteitscijfers. Het was een
zeer woelige periode door het postrevolutionaire klimaat.
- er was nog geen eigen Belgisch systeem
Reageren op criminaliteit gebeurt in hoofdzaak via wetgeving
o Focus op beheer van buitenlanders in een post-revolutionair klimaat (zie ook oprichting
staatsveiligheid). Het is heel bang voor aanvallen van buitenlanders
o Focus op de ontwikkeling van eigen wetboeken maar dit duurt redelijk lang en lukt niet
meteen = waardoor men vooral Franse kenmerken blijft zien
Gerechtelijke organisatie en strafvordering laten weinig of geen beleidsruimte toe
(geen opsporingsonderzoek, geen opportuniteitsbeginsel)
o Moeilijke zoektocht naar een evenwicht tussen de verschillende machten. (hoe
onafhankelijk moet RM zijn?)
--> men kan hier niet spreken van eigen Belgisch systeem maar eerder van een continuering van de
voorafgaande periode
, Er was vooral politieke discussie over bestraffing (lijfstraffen, doodstraf, gevangenisstraf).
- dit is heel interessant om naar te kijken want dit geeft ons beeld hoe men dacht over
criminaliteit.
Edouard Ducpétiaux: gevangenisstraf moet leiden tot de morele verbetering van de delinquent.
- hier was een consensus rond. Maar de praktijk stemt niet overeen (gemeenschapsregime)
o Die doelstelling vereist volgens denkbeelden van die tijd een grondige herziening van het
gevangenisregime dat als te mild werd omschreven. Morele verbetering vereist cellulaire
afzondering zodat men aan morele inkeer en schuldinzicht kan komen. Vertrekpunt was het
denkbeeld van de klassieke school en dus het idee van de vrije mens die voor criminaliteit
kiest en door een verblijf in de gevangenis zal beseffen dat hij foute keuzes heeft gemaakt.
De duur van de gevangenis moet daarom in verhouding staan tot het misdrijf (een zwaarder
misdrijf vereist meer tijd om tot inkeer en inzicht te komen).
o De straf is in de eerste plaats een reactie op een misdrijf; met de persoonlijkheid van de
dader wordt in deze fase geen rekening gehouden. (psychische aandoeningen)
- mensen zijn allemaal gelijk en maken rationele keuzes = uitgangspunt
1867: herziening van het strafwetboek: focus op de filosofie van de klassieke school
o Er komt wel minder focus op afschrikking (vb. afschaffen van lijfstraffen, maar niet van de
doodstraf).
o Introductie van de wet op de verzachtende omstandigheden (rechter krijgt grotere
discretionaire ruimte, maar echt sprake van een straftoemetingsbeleid is er niet)
De eerste decennia na de Belgische onafhankelijkheid:
o De wetgever is de belangrijkste actor van het strafrechtelijk beleid. België is een
nachtwakerstaat, d.w.z. dat de interventie van de overheid in het leven van burgers eerder
beperkt is. Men gaat wel proberen zorgen voor een veilige samenleving (nachtwakerstaat).
- economische logica: veilig omgeving om zo veel mogelijk winst te maken
o Focus ligt op bepalen van misdrijf en straf en de uitbouw van een handhavingsapparaat
(o.m. oprichting gendarmerie en de gemeentepolitie)
o Belgische strafrechtsbedeling naar Frans model: zeer hiërarchisch ter handhaving van de
strafrechtelijke norm waarbij de actoren heel weinig discretionaire ruimte hebben
o De Minister van Justitie was geen belangrijke actor (!)
1.3 Evolutie naar een daderbeleid
Vanaf 1875: belangrijke socio-economische en politieke omwentelingen. We zien een evolutie
naar een meer interventionistische overheid (!)
o Het is niet dat dit zomaar veranderd, de SL veranderd waardoor ook de maatschappelijke
aanpak van criminaliteit veranderd.
- Er zijn een aantal conflicten die plaatsvinden in België in die periode die een hele mooie
illustratie geven van de samenhang tussen de economie en de criminaliteitsaanpak.
o Vanaf 1873 krijg je een economische crisis, is er een internationalisering van de
afzetmarkten (wij zijn dan een grote economische speler) en dus ook een schaalvergroting
krijgt waardoor de banken en grote industrieën belangrijke economische machthebbers
worden. Hierdoor komen de kleinere industriële burgerij onder druk komen te staan die op
hun beurt de lonen van de arbeiders gaat kleiner maken waardoor de arbeidersklasse in
opstand komt. Er is dus veel sociale onrust.
, o De regering was langs de ene kant blij met die onderdrukking van de arbeidersklasse maar
zag ook dat dit niet kon blijven waardoor allerlei maatregelen werden genomen. Er komen
sociale wetgevingen zoals het uitbetalen van het loon, vrouw- en kinderarbeid etc. Dit zie je
niet bij een nachtwakerstaat. Het welzijn van burgers komt dus op de politieke agenda. Dat
idee van interventionisme gaat de jaren daarna enkel maar doorgetrokken worden en
toenemen.
--> er komen interventies op vlak ven economie etc ook…
Vb: lonen koppelen aan index, kinderarbeid, verenigingen van werknemers die invloed
hebben op sociaal overleg, vakbonden
Die transformatie brengt andere denkbeelden mee o.v.v. de aanpak van criminaliteit.
Ontwikkelingen waarin ook de ontluikende wetenschap een belangrijke rol speelt voor het
aanpakken van sociale problemen (vb. positivisme, de criminele antropologie en de Franse
milieuschool)
- studie van criminaliteit had invloed op de interventie
o Als je als overheid meer gaat interveniëren dan ga je u ook afvragen op welke manier je dit
moet doen. Dit wordt dan bepaald door beelden die er zijn over criminaliteit en wetenschap
speelt een grote rol in die beeldvorming.
We evolueren naar een meer deterministisch mensbeeld, wat tot spanningen leidt met de
uitgangspunten van de klassieke school. De schuldnotie ruimt plaats voor de notie van gevaar.
De persoonlijkheid van de delinquent komt centraal te staan en niet het misdrijf.
1.3.1 Adolphe Prins (1845-1919)
We zien het sociaal verweer (Défense Sociale) ontstaan die een heel andere notie heeft dan de
notie van daarvoor. Het was redelijk eclectisch.
o Hij zegt ook dat de individuele verantwoordelijkheid niet volledig mag afgeschreven maar er
zijn wel enkele evoluties. Hij zegt dat er bepaalde categorieën van personen zijn die niet
verantwoordelijk kunnen gesteld worden voor hun gedrag. Ze zijn wel gevaarlijk dus ze
moeten wel maatregelen opgelegd krijgen maar die zijn dan niet strafrechtelijk.
Door die gevaarnotie gaat men ook meer preventief denken en proberen gebruik te maken van
preventieve maatregelen.
1.3.2 Evolutie naar een daderbeleid
De uitvoerende macht wordt steeds belangrijker als actor in een strafrechtelijk beleid
Wanneer de aanpak van criminaliteit aandacht krijgt voor omgevingsfactoren en voor de
persoonlijkheid van de dader, ontstaat de notie “preventie” en bijgevolg demogelijke
betrokkenheid van andere beleidsdomeinen bij het strafrechtelijk beleid.
-minder interventie nodig van SR beleid, andere afhandeling
Risico op een heel erg instrumenteel gebruik van het strafrecht waarbij regels en handhaving
worden ingezet in functie van de politieke objectieven van de overheid die het op dat moment
voor het zeggen heeft. De notie gevaarlijkheid laat potentieel een verregaande interventie toe
van de overheid in het leven van burgers. Rechtswaarborgen zijn hier niet zo belangrijk, pas in 2 de
orde.
- gevaar = afhankelijk van politieke objectieve - ruimt toepassingsgebied
, 1.4 Naar een nieuw daderbeleid
Na WOII: België wordt een verzorgingsstaat (inzetten van het welzijn van zijn burger zodat ze
een vrij leven kunnen leiden) en ook dit had opnieuw een impact op de aanpak van criminaliteit:
nieuw sociaal verweer
= risicobestrijding: omwille van sociale en structurele redenen mag je niet beperkt worden in
gelukkig leven
Nieuw sociaal verweer:
o geloof in de maakbaarheid van de mens (i.s.m. wetenschappelijke inzichten).
o Doorgedreven individuele en sociale profylaxe kan criminaliteit voorkomen
Er komt voor het eerst op alle niveaus van de strafrechtsbedeling ruimte voor individualisering
Beleidsrealisaties (vb. probatie) moeten met korrel zout genomen worden ≠ helemaal
doorgebroken
Vanaf de jaren 1970 heerst er een nieuw maatschappelijk klimaat: (econ crisis)
o Maakbaarheidsideaal (optimisme) onder druk
o Strafrecht als primum remedium: kan ingezet worden om maatschappelijke problemen op
te lossen
o Verenigbaarheid strafrecht en hulpverlening in vraag gesteld
o Criminaliteit was nog geen ernstig politiek thema (dit gaat veranderen naar na de jaren ’80)
1.5 Samenvatting
De criminele politiek van 1830 tot aan WOII laat zich kenmerken door een aanpak van
criminaliteit waarin de overheid een steeds grotere rol gaat spelen (interventionistischer wordt),
er meer discretionaire ruimte komt voor actoren in de strafrechtsbedeling zonder dat er sprake is
van een echt strafrechtelijk beleid, er andere denkbeelden ontstaan over de oorzaken van
criminaliteit en het idee van maakbaarheid (het idee dat we aan criminaliteit iets kunnen doen)
belangrijker wordt
2. De weg naar Octopus (octopusakkoorden)
Dat criminaliteit en de aanpak ervan in België vanaf het eind van de jaren ’70 een steeds
belangrijker politiek thema wordt.
De rol van specifieke crisissen een grote rol speelt in de manier waarop de aanpak van
criminaliteit vorm krijgt
2.1 1968-1978: Onrust over justitie, maar niet in politieke kringen
Bij heel wat groepen in de SL in die periode heerst er heel wat onrust over de werking van
justitie en de politioneel systeem die niet transparant is. In de praktijk is het ook totaal
ongekend dat de politie verantwoording moet afleggen aan de politiek of de SL. Die diensten
houden zich helemaal niet bezig met de SL. Zij zijn op dat moment vooral bezig met politieke
inlichtingen i.v.m. linkse partijen (zoals wie in vakbonden zit) als gevolg van (linkse)terreur door
de CCC en zijn hier dus totaal niet transparant over.
- er wordt heel uitvoerig kritiek gegeven op die diensten in de media en door bij bepaalde
kringen binnen justitie zelf (Vb: tijdschriften binnen advocatuur die kritisch waren).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper fiebewillems. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.