INTRODUCTIE IN VARIATIE,
DIVERSITEIT EN DEVIANTIE
“Over wat normale en abnormale seksuele interesses zijn, is er geen eensgezindheid”
“The problem of the so-called sexual perversions is not so much one of psychopathology as it is a matter of
adjustment between an individual and the society in which he lives”
Variatie Diversiteit
Beschrijvend: positief of negatief Verscheidenheid: positieve
Verschillen in de samenleving connotatie
Meer verwijzing naar de statistiek Waarderend
Niets van doen inhoudelijk met normaal/abnormaal Bvb het verschijnsel dat er ergens
in waarderende zin: negatieve variatie van mensen zijn met verschillende
homoseksualiteit betekent dat er gewoon een etnische of culturele
minderheid is, nt nat het nt gewaardeerd wordt achtergronden
Deviantie Seksuele deviantie
= afwijkend van norm met negatieve betekenis/connotatie = Seksuele gedragingen of identiteiten die
Omvat geen universaliteit, er is niets inherent als deviant w gezien in een specifieke
deviant in menselijk gedrag maatschappij sociaal construct
Psychopathologisch perspectief: wat er
intrinsiek mis is met seksueel functioneren
Gender-divers wilt ook wel iets zeggen over dat het minder voorkomt er is een negatieve variatie, maar toch
divers
Individuen wiens genderexpressie of identiteit niet conformeert met de cultureel gedefinieerde
normen
Gelijke representatie van mensen van verschillende genders
Neuro-divers = denkkader om niet zozeer pathologiserend te denken, maar eerder vanuit een menselijke
diversiteit (bvb ASS)
PARAFILIEËN
1. PARAFILIE IN DSM-5
Activiteitenvoorkeur Doelvoorkeur
1) Verkeringsstoornissen 1) Pedofiele stoornis
a) Voyeuristische stoornis 2) Fetisjistische stoornis
b) Exhibitionistische stoornis 3) Transvestische stoornis
c) Frotteuristische stoornis
2) Algolagnistische stoornissen
a) Seksueel masochistische stoornis
b) Seksueel sadistische stoornis
Andere gespecifieerde parafiele stoornissen Ongespecifieerde parafiele stoornis
Zoöfilie, necrofilie, bestialiteit,…
Parafilie versus parafiele stoornis
, Criterium A parafilie: elke intense en persisterende seksuele belangstelling anders dan seksuele
belangstelling voor genitale stimulatie of voorbereidend liefkozingsgedrag met een fenotypisch normale en
fysiek volwassen en toestemmende partner
Criterium B parafiele stoornis: de parafilie veroorzaakt lijden of beperkingen aan de betrokkene of
de bevrediging van de parafilie heeft een persoonlijk nadeel of schaderisico voor derden als gevolg
Tijdscriterium: ten minste 6 maanden
Als A maar niet B dan parafilie en niet parafiele stoornis! niet in aanmerking tot behandeling
2.2 PARAFILIE BEGRIJPEN?
Courtship disorders: Freund en Blanchard
1) Fase 1: Je ziet een potentiële partner
2) Fase 2: Pretactiele fase Personen met parafilie slagen er nt in dit proces op een
3) Fase 3: Tactiele interactie ‘normale’ manier te doorlopen (geen wet. bewijs)
4) Fase 4: genitale eenwording
3. INLEIDING
Heel wat verwarring over termen: perversie, seksuele deviantie, seksuele obsessies en compulsies,
hyperseksualiteit, seksueel geweld, …
Wat met de strafwet? hier buiten beschouwing: parafilie/parafiele stoornis heeft conceptueel niets van
doen met strafwet (vanuit psychologisch/psychiatrisch oogpunt)
Crimineel seksueel Seksueel geweld Parafilie/parafiele Hyperseksualiteit/seksuele
gedrag stoornis verslaving/compulsie/obsessie
Elk gedrag dat als Interpersoonlijk Attractie tot “atypisch Dysfunctionele regulatie van
zodanig gedefinieerd seksueel gedrag seksueel seksueel gedrag, ondanks
wordt door een wet zonder instemming object”/distress; distress en aversieve gevolgen
schade
Link parafilie en seksueel geweld?
Sommige parafilieën zijn een risicofactor voor seksueel geweld
Meerdere parafilieën w beschouwd als psychologisch betekenisvolle risicofactoren voor recidivisme in
seksuele delinquentie
Studies tonen tot 74% zedendelinquenten kampen
Andere factoren dan parafilie die leiden tot zendendelinquentie:
Gedragsstoornissen
Stoornis in het gebruik van alcohol of cocaïne
Gegeneraliseerde angststoornissen
ADHD
Seto’s geactualiseerde motivatie-facilitatiemodel van seksueel gewelddadig/grensoverschrijdend gedrag
Trait factoren /
persoonlijkheidstrekken
(antisociale PS)
, facilitatie +/-
Parafilie / hoog libido /
Situationele
hoge Seksuele delicten
factoren
voortplantingsdrang
facilitatie +/-
State factoren /
toestand ve persoon
(alcoholgebruik)
Ook empirisch onderzoek geeft belangrijke info over de relatie tussen parafilie en seksueel geweld
1) Pedofilie – pedoseksueel gedrag/seksueel misbruik van kind
Algemeen: sterkere pedofilie zorgt voor hoger recidive risico
Wat differentieert personen met pedofilie die geen kind misbruiken met personen die wel een
kind misbruiken: sterkere aantrekking, meer antisociaal gedrag, meer seksueel misbruik in eigen
geschiedenis, meer gebruik van GGZ
2) Frotteurisme en exhibitionisme
4. META-THEORETISCHE PERPECTIEVEN
Onderscheid tussen parafilieën, seksueel geweld en aanverwante stoornissen (hyperseksualiteit);
Kort door de bocht:
Pedofilie = individuele eigenschap mbt ‘object’ van seksuele opwinding en aantrekking
Seksueel geweld = interpersoonlijk (grens)overschrijdend gedrag (zegt dus niets over de
determinanten van dat gedrag)
Hyperseksualiteit = kern: ontregeling van normale seksualiteit
Geen controle meer (ondanks negatieve consequenties)
Hyperseksuele frequentie
Aversief ervaren
Niet noodzakelijk ‘atypische’ gedragingen of fantasieën
Waar trekken we conceptueel de grens?:
Parafilie is een psychiatrische stoornis ↔ parafilie is een normale variatie
3.2.1 KLASSIEKE OPVATTING: DSM
, DSM-IV-Tr: Definitie van een psychische stoornis DSM 5: Definitie van een psychische stoornis
= klinisch relevant gedragsmatig of psychologisch = een syndroom, gekenmerkt door klinische
syndroom of patroon dat optreedt bij een individu en significante symptomen op het gebied van
verbonden is met huidig lijden, handicap of een belangrijk cognitieve functies, de emotieregulatie of het
verhoogde kans op dood, pijn, handicap of een aanzienlijk gedrag van een persoon
verlies van vrijheid Een uiting van een disfunctie in de
Is een manifestatie van een gedragsmatig, psychologische, biologische of
psychologisch of biologische disfunctie bij het ontwikkelingsprocessen die ten
individu grondslag liggen ah psychische
Niet slechts een voorspelbare en cultureel functioneren
gesanctioneerde reactie op een bijzondere Gaan gewoonlijk gepaard met
gebeurtenis, een vorm van afwijkend gedrag of significante lijdensdruk of beperkingen
een conflict tussen individu en maatschappij in het functioneren
De representatie van parafilieën
DSM-I: Seksuele deviantie
Deviante seksualiteit, die geen symptoom is van meer extensieve syndromen. De term omvat de
meeste gevallen die vroeger geclassificeerd werden als “psychopathische persoonlijkheid met
pathologische seksualiteit” homoseksualiteit, transvestisme, pedofilie, fetisjisme, seksueel
sadisme
Seksuele deviantie geclassificeerd als persoonlijkheidsstoornis
Latere versies: als aparte As-I subgroep, met name als onderdeel van de seksuele en
genderidentiteitsstoornissen
DSM-II
Seksuele deviantie in eigen subgroep (los van persoonlijkheidsstoornis)
Fascinatie op objecten
Afwijking van met coïtus geassocieerde seksualiteit
Coïtus uitgevoerd onder bizarre omstandigheden homoseksualiteit, fetisjisme, pedofilie,
transvestisme, exhibitionisme, voyeurisme
DSM-III
Parafilie als naam voor de categorie
Psychiatrische seksuele stoornissen met vnml psychologische ethologie, gekenmerkt door een
‘afwijkend seksueel object” fetisjisme, transvestisme, zoöfilie, pedofilie, exhibitionisme,
voyeurisme en de restcategorie atypische parafilie (geen homoseksualiteit!)
DSM-III R: invoeren A- en B-criterium
A-criterium duidt op de aantrekking tot, fantaseren
B-criterium duidt op ‘daadwerkelijk gedrag’ (nog nt lijden of beperkingen)
Schaal voor de ernst: mild (duidelijk lijden zonder gedrag), middelmatig (af en toe parafiel
gedrag) en ernstig (herhaaldelijk w parafiel gedrag vastgesteld)
DSM-IV
B-criterium voor daadwerkelijk gedrag w uitgebreid met een criterium voor klinisch significant
lijden of sociale/beroepsmatige beperkingen
Exhibitionisme, fetisjisme, frotteurisme, pedofilie, fetisjistisch transvestisme, voyeurisme,
seksueel-masochisme, seksueel sadisme
Restgroep: NAO
DSM-IV-TR
“Terugkerende, intense seksueel opwindende fantasieën, seksuele impulsen of gedragingen die
ten minste zes maanden bestaan en betrekking hebben op
Niet- menselijke objecten, het lijden of vernederen van zz of de partner, kinderen of andere niet-
instemmende personen
En lijden/beperkingen”