100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting - Grote Denkers en Sleutelbegrippen (CAOSB2010) €7,59   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting - Grote Denkers en Sleutelbegrippen (CAOSB2010)

 5 keer bekeken  0 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Samenvatting van alle grote denkers en sleutelbegrippen die behandeld zijn in de cursus + meer info over de besproken thema's van alle weken: Moderniteit en nationalisme, practice theory, poststrucuralisme en postmodernisme, crisis en vernieuwing in antropologie + Notities vanuit de lessen per beno...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 102  pagina's

  • 23 oktober 2024
  • 102
  • 2024/2025
  • Samenvatting
avatar-seller
Thema 1: Moderniteit en nationalisme
Wat verstaan we onder moderniteit?
Lastig te dateren historisch periode
– Vroege moderniteit (renaissance – franse revolutie)
– Klassieke moderniteit ( franse revolutie tot 1900)
– Late moderniteit (20ste eeuw ~ 1989)
– Post-modernisme?

Verschil tussen moderniteit en modernisme
– Moderniteit: specifieke sociale omstandigheden die uit de moderne tijd
voortkomen
– Modernisme: sterk geloof in technologische en politieke vooruitgang → grand
narratives

Moderniteit & modernisme
• De tijd begrijpen waarin we leven: postmodern?
• ‘de moderne mens’ in de context begrijpen
• Modernisme stuurt ontwikkelingsprocessen
• Relatie moderniteit, natiestaat en nationalisme

Modernisme: theoretisch en filosofisch begrip dat
• Gaat over ontwikkelingen op het gebied van:
- politiek - kunst
- wetenschap - religie
- technologie

• Vaak gezien als tegenstelling tot “traditie”, maar eigenlijk een herwaardering
en
doorontwikkeling




Moderniteit en mondialisering
Anthony Giddens
• Modern ‘epoch’ dat zich onderscheid van een tradioneel ‘epoch’
• Basis instituties:
• industrialisering • militarisering
• kapitalisme, markten en • massa communicatie
marktwerking • rationalisme en
• urbanisering standaardisering
• ontwikkeling natiestaat

,• Aanjager van mondialisering (globalisering)
• Mondialisering: time space compression
Voorbeeld: flink instant delivery vs vroeger via paard een dag lopen voor
boodschappen
Week 1: Moderniteit en nationalisme

Benedict Anderson – Imagined
communities

Gedachtegang:
Benedict Anderson stelt dat naties ‘imagined
communities’ zijn, waarbij leden elkaar nooit
persoonlijk zullen kennen maar zich
verbonden voelen door gedeelde symbolen,
taal en media. Nationalisme ontstaat als
cultureel construct, aangewakkerd door technologieën zoals drukwerk.

Sleutelbegrippen
Imagined communities, print-capitalism, nationalisme, Creolen, census, kaart,
museum

Bijdrage
Andersons werk biedt een baanbrekende analyse van hoe nationale identiteiten worden
gevormd door collectieve verbeelding, vooral via media en symbolen, en heeft het debat
over nationalisme fundamenteel veranderd door het te benaderen als een cultureel in
plaats van politiek fenomeen.

Relatie tot bredere debatten
Ideationalisme vs. Materialisme:
Anderson neigt meer naar ideationalisme dan naar materialisme, omdat hij de nadruk
legt op de rol van ideeën, verbeelding en symbolen (zoals taal en drukwerk) in het
vormen van nationale identiteiten in plaats van materiele of economische factoren.

Universalisme vs. Particularisme:
Anderson bevindt zich dichter bij particularisme, omdat hij benadrukt hoe nationale
identiteiten specifiek en historisch gebonden zijn, vooral in hun relatie tot koloniaal
verleden en culturele contexten, maar hij erkent ook universele processen zoals print-
capitalisme die nationalisme wereldwijd hebben gevormd

Cohesion-centrered vs conflict-centered:
Anderson’s werk is meer cohesion-centered, omdat hij nationalisme ziet als een kracht
die gemeenschappen bijeenbrengt door verbeelde verbindingen, eerder dan als een
product van interne conflicten of machtsstrijd.

Structure-based vs agency-based:
Anderszon zit iets meer naar de structure-based kant, aangezien hij de rol van grote
structuren zoals media, taal en koloniale systemen benadrukt, maar hij erkent ook enige
ruimte voor menselijke creativiteitten en agency in het verbeelden van de natie

Samenvatting:
Hoofdstuk 1: Introduction

,In het eerste hoofdstuk wordt het concept ‘imagined communities’ geïntroduceerd,
oftewel natiestaten die bestaan in de verbeelding van mensen. Nationalisme is voor
Anderson een cultuurvorm, niet zomaar een ideologie. Een natie is ‘verbeeld’ omdat de
meeste leden van een natie elkaar nooit persoonlijk zullen kennen, maar toch het gevoel
hebben deel uit te maken van een gezamenlijke gemeenschap. Dit wordt mogelijk
gemaakt door gedeelde symbolen, taal, en media. Het nationalisme ontstond in de 18 e
eeuw en verspreidde zich dankzij de opkomst van drukmedia (zoals boeken en kranten),
waardoor grote groepen mensen dezelfde ideeën konden delen.
Hoofdstuk 3: The origins of National Consciousness
Hier onderzoekt Anderson de invloed van drukmedia op de opkomst van nationale
bewustwording. Hij betoogt dat de uitvinding van de boekdrukkunst cruciaal was voor de
verspreiding van ideeën en het ontstaan van nationale identiteiten. Drukwerk in de
volkstaal (in plaats van het Latijn) zorgde ervoor dat een breder publiek toegang kreeg
tot teksten, wat leidde tot een gemeenschappelijk taalgevoel en gedeelde referenties.
Deze “print-Capitalism” (drukkapitalisme) bracht mensen met dezelfde taal en culturele
achtergrond dichter bij elkaar, wat bijdroeg aan de verbeelding ven een gedeelde
nationale gemeenschap.

Hoofdstuk 4: Creole pioneers
In dit hoofdstuk bespreekt Anderson de opkomst van nationalisme in de Amerika’s en
hoe ‘Creolen’ (Europeanen die in de koloniën geboren waren) een leidende rol speelden
in de onafhankelijkheidsbewegingen. Deze Creolen voelden zich zowel verbonden met
hun geboorteland als met Europa, maar tegelijkertijd vervreemd door de afstand tot
Europa en de ondergeschikte positie die ze innamen ten opzichte van in Europa geboren
kolonisten. Dit spanningsveld voedde hun verlangen naar onafhankelijkheid. Anderson
laat zien hoe deze Creolen, door middel van printmedia, een gevoel van nationale
identiteit ontwikkelden dat los stond van hun Europese oorsprong

Hoofdstuk 7: The last wave
Dit hoofdstuk behandelt de latere golf van nationalistische bewegingen in Azië en Afrika
in de 20e eeuw, na de Tweede Wereldoorlog. Anderson bespreekt hoe het model van het
Europese nationalisme werd overgenomen in voormalige koloniën. De Europese
concepten van soevereiniteit en natiestaat werden toegepast op deze contexten, maar
met aanpassingen die pasten bij de lokale omstandigheden. In veel gevallen speelde de
postkoloniale elite een centrale rol in het bouwen van deze nieuwe natiestaten, waarbij
ze gebruik maakten van moderne instituties zoals media en onderwijs om een nationale
identiteit te bevorderen. Deze periode markeert een laatste grote fase in de verspreiding
van nationalisme.

Hoofstuk 10: Census, Map, Museum
In dit hoofdstuk analyseert Anderson hoe drie instrumenten – de volkstelling (census), de
kaart en het museum – belangrijke rollen hebben gespeeld in de constructie van
nationale identiteiten. De volkstelling gaf vorm aan het idee van een begrensde en
duidelijke nationale populatie door de bevolking te categoriseren in termen van etniciteit,
taal, religie en andere sociale kenmerken. Kaarten droegen bij aan het idee van
territoriale grenzen, wat cruciaal was voor de vorming van nationale staten. Musea
fungeerden als plekken waar nationale verhalen werden verteld en het verleden werd
geconstrueerd in termen van een gedeeld nationaal erfgoed. Deze drie vormen van
‘inventories’ hielpen bij het definiëren van de natie en haar inwoners op zowel
symbolisch als praktisch niveau.


Algemene thema's in deze hoofdstukken:

,  Nationalisme als een cultureel fenomeen: Anderson beschouwt naties als
"imagined communities" die tot stand komen door een collectieve verbeelding,
vooral dankzij gedeelde symbolen, taal, en media.
 De rol van printmedia: Druktechnologie heeft een grote rol gespeeld in de
vorming van nationale identiteiten, door het creëren van een gedeelde taal en het
verspreiden van ideeën over een collectief "zelf".
 Postkolonialisme en nationalisme: Nationalisme werd niet alleen in Europa
geboren, maar verspreidde zich naar de rest van de wereld, waar het een
belangrijk instrument werd in de strijd tegen kolonialisme en voor
onafhankelijkheid.
 Het gebruik van staatsinstrumenten: Instituten zoals de volkstelling, kaarten
en musea waren belangrijk voor het vastleggen van nationale identiteit en het
versterken van het idee van een natiestaat.



Klas notes Anderson
Drie paradoxen van het nationalisme
1. Nationalisme is “objectief modern”, maar wordt voorgesteld als een
“antieke subjectiviteit” voor nationalisten
2. Nationalisme is universeel: iedereen behoort aan een natie toe.Maar
tegelijkertijd is iedere natie te onderscheiden van alle andere naties
3. Nationalisme is politiek gezien een enorm krachtig fenomeen, maar laat
zich nauwelijks definiëren

De culturele wortels van het nationalisme
Aanvang van het West-Europese nationalisme in de 18e eeuw
❖ Nationalisme neemt de plaats in van de religieuze community
1. Verlichting leidt tot rationalisme en secularisering
2. Overzeese ontdekkingen verbreden het wereldbeeld
3. Religieuze teksten werden vertaald uit het Latijn door ‘drukwerk-kapitalisme’

❖ Horizontaliteit, soevereiniteit, limitatie

Ch3: the origins of national consciousness
❖ De drukpers maakte van schaarse kennis snel reproduceerbare werken
❖ Voor deze publicaties ontstond een vroege kapitalistische markt, eerst voor
Latijnse teksten, daarna ook voor spreektalen (vernaculars)
❖ 16e-17e eeuw: drukkers laten het Latijn los als voertaal voor publicaties
1. Latijn werd complexer door een hervonden passie voor de Oudheid
2. Reformatie bood succesvol weerstand tegen de macht van Rome
3. Europese vorsten stimuleerden spreektaal voor administratieve doeleinden

De fataliteit van de spreektaal
❖ Vooraf aan de drukpers waren talen lokaal en oneindig divers
❖ De kapitalistische markt zocht naar verbindende drukwerk-talen
❖ Tegelijkertijd bleef het onmogelijk om iedereen dezelfde taal te laten spreken
1. Drukwerk ontwikkelde algemene spreektalen tussen het Latijn en dialecten in
2. Taal kwam vast te liggen doordat publicaties konden worden gereproduceerd
3. Drukwerk-talen krijgen macht over soortgelijke dialecten en stimuleren
assimilatie
❖ Uit de nieuwe algemene talen kon een imagined community voortkomen.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper melissa_weel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,59. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 71184 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,59
  • (0)
  Kopen