Samenvatting LIND
Leerdoelen
Formuleren:
4 componenten:
o Inhoud (welke leerstof)
o Gedrag (wat moet lln met leerstof doen)
o Conditie (context, de voorwaarden)
o Norm (minimumprestatie)
SMART:
o Specifiek (voldoelde scherp)
o Meetbaar (Zorg ervoor dat je kan bepalen of het doel bereikt is)
o Acceptabel (lln en leerkracht moeten doel de moeite waard vinden)
o Realistisch (Uitdagend maar haalbaar, dat aansluit bij ‘zone van naaste ontwikkeling’)
o Tijdsgebonden (Op welke termijn wil je het doel bereiken?)
Domeinen:
Cognitieve ontwikkeling (hoofd)
o Declaratieve kennis: weten wat iets is, kennis over feiten, definities en theorieën
o Procedurele kennis: weten hoe deze feiten, definities en theorieën worden toegepast
om een probleem op te lossen, beslissing te nemen…
Affectieve ontwikkeling (hart)
Psychomotorische ontwikkeling (handen)
Meta-cognitieve ontwikkeling (over het hoofd, leren leren)
Interpersoonlijke ontwikkeling (omgang met anderen)
Taxonomie De Block:
Kubusvorming: 3 dimenties
Cognitieve gedragsniveaus:
o weten = declaratief
o de rest = procedureel
In cursus: voorbeelden van werkwoorden
voor in een lesdoel.
, Beginsituatie
Model van Standart, Troch, Peeters en Stroobands:
Leerlingkenmerken: voorkennis, cognitieve en emotionele vaardigheden
Onderwijskenmerken: Onderwijsstijl, didactische werkvorm, beoordelingscriteria, klasgroep
(groepering van leerlingen en klasklimaat)
Omgevingskenmerken: opleidingsniveau ouders, SES ouders, buurt vd school, thuistaal…
Model van Simons (individuele leerling → leerlingkenmerken):
Directe
o Rechtstreekse invloed op leerproces
o Vb. voorkennis
(Leer)psychologische (op middellange termijn veranderbaar)
o Minder invloed op leerproces
o Metacognitieve vaardigheden en kennis (zelf-regulatie)
Kennis over eigen denken
o Leermotivatie
Tendens om leren nuttig en zinvol te vinden
o Prestatiemotivatie
Geneigdheid tot het nastreven van succes
Indirecte (onveranderbaar)
o Minste invloed op leerproces, invloed via andere kenmerken
o Vb. SES, mogelijkheid tot hulp van ouders bij huiswerk, taalachterstand, leeftijd, geslacht
Groeiende diversiteit (cijfers van 2016):
26% van geborenen heeft niet-Belgische moeder bij haar geboorte, 27% spreekt met de moeder
geen Nederlands
13% van kinderen < 18 jaar in gezin met verhoogd armoederisico, 32% van kinderen in
eenoudergezinnen hebben een verhoogd armoederisico
Intersectionaliteit (het kruispuntdenken):
Elk individu is gesitueerd op het kruispunt van verschillende dimensies: gender, etniciteit, klasse,
seksualiteit, leeftijd…
De verschillende assen bepalen zo ieders positie in de maatschappij
Identiteit van anderen nooit reduceren tot slechts 1 dimentie
Meerdere assen spelen tegelijkertijd op elkaar in en beïnvloeden elkaar
Dimensies zijn machtsgeladen
o Heersende norm = wat normaal is, wat ‘gewenst’ is
o Aangeleerd door media (bv. In beelden, handboeken…)
o Norm vaak onbewust en onzichtbaar
Helma Lutz onderscheidt 14 dimenties:
o 14 assen van identiteitsvorming: Verblijfsstatuut, gezondheid, religie, leeftijd, bezit,
Noord-Zuid/Oost-West, Cultuur, Maatschappelijke ontwikkeling, Klasse, Nationaliteit,
Etniciteit, Huidskleur, Seksuele oriëntatie, geslacht
Onze positie bepaald voor een deel onze kansen: bv. Meisje in automechanica
Mijn privilege: -25