H1 : VAN CULTUREEL NAAR
INTERCULTUREEL
1.1 WAT IS CULTUUR ?
Cultuur = de gemeenschappelijke wereld van ervaringen, waarden, symbolen, praktijken
en kennis die een bepaald systeem kenmerkt. Deze wordt via communicatie doorgegeven
en creëert zo een gemeenschappelijke werkelijkheid.
Iedereen heeft 3 sociale systemen die zeer sterk je culturele identiteit bepalen
Voorbeelden : stad, geslacht, studie, lief, sport, thuis, geloof, …
Cultuur bevat 4 elementen :
o De taal
Vakjargon van beroepsgroepen
Bedrijfstaal van de onderneming
Bepaalde omgangstaal
Bepaald soort humor
o De kennis
Dagdagelijkse kennis
(vb. verkeersregels, maatschappelijke spelregels, rechten van burgers)
Wetenschappelijke kennis
Sociale kennis
(vb. man-vrouwrollen, geloof, gezondheid, onderwijs)
o Waarden en normen
Wat is juist, goed, mooi, passend, …
Wat is belangrijk
Maatstaven voor goed of slecht gedrag
Hoe gedragen tegenover een ander, de wereld, …
o Symbolen
Woorden, beelden met eigen culturele betekenis
(vb. vlaggen, haardracht, kledij, status)
Rituelen
Onnuttige, sociaal zinvolle activiteiten
(vb. begroetingswijzen, ceremonies, plechtigheden)
Helden
Gedragsmodellen in een sociaal systeem
(vb. leiders, idolen, sterren)
, Een mens heeft deze 4 culturele elementen nodig om normaal te kunnen
functioneren binnen een sociaal systeem
Kleine cultuurverschillen, kunnen ook mensen kwetsen
Ze raken diepere kernwaarden, zoals eerlijkheid, openheid en respect
(vb. wegkijken tijdens een gesprek, een vrouw anders begroeten, …)
De culturele ijsberg
Wordt gebruikt om aan te tonen dat een groot deel van de cultuur niet zichtbaar is
Wat kan je vaak zien?
- Kledij
- Lichaamstaal
- Eetstijl
Wat kan je vaak niet zien?
- Geloof
- Beleefdheid
- Seksualiteit
Eens je de oorsprong weet, weet je waar het van komt
Zo begin je steeds meer van hun ijsberg te snappen
Hoe moet cultuur gedefinieerd en benaderd worden?
o Het descriptieve concept
Je kan het zien, beschrijven en hebben
Het is homogeen
Lichaamstaal is centraal in alle culturen
o Het complexe concept
Het is iets wat je doet
Het is algemene kennis
Het is niet homogeen
1.2 HOE VERWERFT MEN CULTUUR ?
,Het verwerven van cultuur gebeurt impliciet en expliciet :
o Expliciet
Onderwijs
o Impliciet
Het vertellen van verhalen
In spreekwoorden
In ceremonieën
Kunstuitingen
Opvoeders
Hoewel cultuur impliciet (onbewust) wordt verworven, is het moeilijk die te
wijzigen
Je moet een bepaald cultureel gedrag eerst bewust zijn, voor je het kan
loslaten en eventueel vervangen door iets anders
1.3 HOE VERWERFT MEN EEN NIEUWE CULTURELE IDENTITEIT ?
1.3.2 SOCIALE IDENTITEIT
Sociale identiteit = hoe iemand in relatie tot een sociale omgeving wordt gedefinieerd.
Wie iemand is, hoe anderen hem herkennen en beoordelen.
De sociale identiteit geeft mensen een houvast
Zo weten ze wat van hen verwacht wordt en wat ze van anderen kunnen
verwachten
2 soorten sociale identiteiten :
o Primaire sociale identiteiten
Door geboorte
(vb. geslacht, kleur, seksuele voorkeur, handicap, …)
Door lange traditie
(vb. etniciteit, religie, natie, …)
Moeilijk / onmogelijk om te veranderen
o Secundaire identiteiten
Verworven in de loop van het leven
(vb. opleiding, functie, lid van een groep, …)
Makkelijk om te veranderen
1.3.3 DOMINANTE IDENTITEITEN
, Dominante identiteit = wat je zelf aanschouwt als ‘vanzelfsprekend’ en ‘normaal’
Leden van een dominante groep vinden zichzelf gewoon/neutraal
Iedereen die anders is dan hun, zien ze als uitzondering
Welke cultuur wordt er dominant als je 2 mensen bij elkaar zet?
- De cultuur van diegene die het beter kan uitleggen, de slimste
- Maar stel dat de andere bestaat uit een volledige groep, dan wordt die groep
dominant en niet de slimste
1.3.4 DE OPBOUW VAN EEN ‘BICULTURELE’ IDENTITEIT
Wat is een bekende theorie over ‘culturele adaptatie’ ?
- Lysgaard (1955) : “Adjustment in a Foreign Society”
- Hij zegt dat de culturele gewenning een U-vorm heeft met een belangrijk
dieptepunt (= de culturele schok)
De 4 periodes :