SAMENVATTING AVL1 – ONDERHOUD &
HYGIËNE
HYGIËNE BINNEN DE AUDIOLOGIE
Topics
- Inleiding
- Immuunsysteem
- Infectie controle
- Infectie controle-plan
- Basisprocedures
- Meest voorkomende audiologische handelingen
- Klinische audiologie
- Hoortoestelaanpassing
1. INLEIDING
A. INFECTIE CONTROLE
- Beperken/voorkomen van mogelijke besmetting
- Effectief → consistent + universeel (iedereen)
- Belangrijk + noodzakelijk binnen de audiologie → nood aan inzicht in de risico’s + specifieke protocols
o Vb. voor + na elke pt. hygiënische maatregels toepassen
o Belangrijk, want iedereen is drager van bacteriën, etc.
2. IMMUUNSYSTEEM
- Micro-organismen (bacteriën, virussen, parasieten, schimmels) gebruiken lichaam voor groei +
reproductie
- Immuunsysteem dient lichaam tegen micro-organismen te beschermen
o Natuurlijk immuunsysteem
o Adaptief immuunsysteem
Natuurlijk immuunsysteem Adaptief immuunsysteem
- Eerstelijnsdefensie - Complex defensiemechanisme
- Niet-specifieke immuunrespons: reageert
steeds op zelfde manier ongeacht - Specifieke immuunrespons: reageert
structuur/samenstelling micro-organisme afhankelijk van type antigen
- Vb. de huid - Antigen: materie/molecule lichaamsvreemd
voor immuunsysteem
- Adaptief immuunsysteem herkent antigen →
→ Biedt niet tegen alles bescherming immuuncellen reageren → antilichamen
(→ Adaptief immuunsysteem) worden aangemaakt om antigen te vernietigen
→ Belangrijke organen: beenmerg, thymus,
lymfeklieren, milt, tonsillen, adenoïden, appendix
Vb. beenmerg + thymus ontwikkelen
specifieke immuuncellen
1
, → Verplaatsen zich via 2 systemen:
o Lymfatisch systeem
o Bloedbaan
Lymfatisch systeem Bloedbaan
= Netwerk van vezels dat lymfevloeistof naar Soorten bloedcellen
lymfeklieren vervoert - Erytrocyten
- Filteren van antigen - Leukocyten → type = lymfocyten:
- Vloeistof in bloedbaan naar alle
lichaamsvezels en organen - B-cellen: aanmaak in beenmerg
- Terug naar lymfatisch systeem Identificeren antigen → aanmaak specifieke
antilichamen → via lichaamsvocht verspreid
Vb. infectie a/h oor beïnvloedt mogelijks hele
om antigen te vernietigen
lichaam
- T-cellen: aanmaak in beenmerg, groeien in
→ Belang van infectie controle thymus
Detecteren antigen → hechten zich aan
antigen → vernietigen antigen m.b.v. B-
cellen die hiervoor antilichamen aanmaken
Voorbeelden micro-organismen
- HIV (soort virus)
o Humaan immunodeficiëntievirus (HIV)
o Virus beïnvloedt T-cellen → B-cellen krijgen geen opdracht voor aanmaak antilichamen
o Afweersysteem wordt zwakker + wordt afgebroken
o Kan leiden tot AIDS (indien o.a. geen behandeling wordt voorzien)
- SARS-CoV-2 (coronavirus)
o Besmettelijk virus
o Belangrijkste symptomen: hoest, kortademigheid, koorts, spierpijn, vermoeidheid, verlies van
geur- en smaakzin, verstopte neus, keelpijn, diarree
o Verspreiding van mens op mens via kleine druppeltjes die bij hoesten + niezen vrijkomen
o Komt i/d lucht, op voorwerpen + oppervlakken
o Besmetting mogelijk via inademing druppeltjes, via handen i/d mond/neus/ogen
- Hepatitis B (soort virus)
- Stafylokokken (soort bacterie)
- Pseudomonas (soort bacterie)
- Candida (schimmels)
- (Streptokokken – bacterie)
→ Audiologen, collega’s, patiënten
→ Lichaam, tafels, materiaal
Besmettingsroutes
- Vochtdruppels (niezen, hoesten)
- Oraal (kussen, drinken gemeenschappelijk glas)
- Lucht
- Seksueel contact
- Fecaal-oraal (besmet voedsel of water)
- Ziektevectoren (dieren)
2
, Verminderd immuunsysteem
- Ouderen
- Kinderen < 2 jaar
- Diabetici
- Chemo-/radiotherapie
Direct en indirect contact
- Direct contact: materialen rechtstreeks in contact met oorloop + oorsmeer (bv. speculi, dopjes, etc.)
- Indirect contact: instrumenten + materialen met mogelijke micro-organismen (bv. audiometer,
koptelefoon, etc.)
Studie bankaitis (2002) → “What’s growing on your patient’s hearing aids?”
- Studie 10 hoortoesteldragers → op alle hoorapparaten micro-organismen aanwezig:
o 9/10 stafylokokken
o 7/10 andere bacteriën
o 4/10 schimmels
- Normale gehoorgang bevat bacteriën + schimmels
= Donker + warm → bevorderlijk voor groei micro-organismen
- Afsluiten gehoorgang (hoorapparaat, oortjes) → warmer en donkerder, maar ook vochtiger → vocht
kan niet afgedreven worden → toename micro-organismen
3. INFECTIE CONTROLE
A. MAATREGELEN TREFFEN
Vb: handen wassen, proper + ordelijk houden werkruimte, etc.
- Niet consequent + overal toegepast
- Infectie controle meer dan aantal eenvoudige basishandelingen
- (Vb. handen wassen: als je weet dat je in contact gaat komen met zaken die besmettingsgevaar
hebben (open wonden, infecties…)
Doel: verspreiding ziektes tegengaan/voorkomen door bewust manipuleren van omgeving
Kenmerken
- Gestructureerd proces (protocol)
- Specifiek voor audiologie ontworpen procedures
- Consequent uit te voeren
4. INFECTIE CONTROLE-PLAN
= Wettelijke verplichting voor audiologen in USA, met Occupational Safety and Health Administration (OSHA)
als controle-orgaan
= Geen wettelijke verplichting voor audiologen in België, wel morele plicht als hulpverlener
Invloed op werk
- Stilstaan bij verschillende handelingen op de werkvloer
- Koppelen van hygiënische maatregelen per handeling
- Aanvankelijk grote aanpassing → logisch onderdeel van audiologische procedure
3