Dit zijn de inzichtvragen omtrent GEZONDE MENS
Deze inzichtvragen vind je in het boek 'Anatomie & Fysiologie: een inleiding'.
document bevat alle vragen van alle te kennen hoofdstuk met alle antwoorden erbij. Dit zijn mogelijke examenvragen en een goede samenvatting van de leerstof.
Inzichtvragen - gezonde mens
Hoofdstuk 1 inleiding
1. Op welke wijze zijn vitale functies zoals groei, reactievermogen,
voortplanting en beweging afhankelijk van de stofwisseling?
Onder stofwisseling worden alle chemische reacties verstaan in het lichaam.
Organismen maken gebruik va complexe chemische reacties m de energie te
leveren die nodig is voor reactievermogen, groei, voortplanting en beweging.
2. Beschrijf de nauwe relatie tussen anatomie en fysiologie.
Anatomie en fysiologie hebben een nauwe relatie, doordat alle specifieke functies
door specifieke structuren worden vervuld.
3. Zou een histoloog eerder als specialist op het gebied van de
microscopische of de macroscopische anatomie worden beschouwd?
Waarom?
Histologen zijn gespecialiseerd in histologie, de leer van structuren en
eigenschappen van weefsels en cellen waaruit weefsels zijn opgebouwd. Omdat
histologen gebruik moeten maken van een microscoop om celen waar te nemen, zijn
ze gespecialiseerd in microscopische anatomie.
4. Noem de belangrijkste organisatieniveaus van het menselijk lichaam,
vanaf het eenvoudigste tot het complexe niveau.
De belangrijkste organisatieniveaus vanaf het eenvoudigste tot het meest complexe
zijn de volgende:
Chemisch (moleculair)
Celniveau
Weefselniveau
Orgaanniveau
Orgaanstelselniveau
5. Welk orgaanstelsel reguleert de lange termijn veranderingen in de
activiteit van andere orgaanstelsels en omvat hypofyse?
Het endocriene systeem omvat hypofyse en stuurt lange termijn veranderingen in de
activiteit van andere orgaanstelsels.
6. Definieer het begrip homeostase.
Homeostase heeft betrekking op het handhaven van een stabiele inwendige
omgeving.
7. Waarom is homeostatische regulering belangrijk voor een organisme?
Homeostatische regeling is belangrijk omdat hierdoor fysiologische systemen binnen
nauwkeurig gereguleerde grenzen blijven, waardoor mogelijke schadelijke
veranderingen van het interne milieu van het lichaam worden voorkomen.
1
,8. Uit hoeveel orgaanstelsels is het lichaam opgebouwd? Geef de namen
van deze orgaanstelsels en noem hun belangrijkste functies.
De huid
o Beschermt tegen schadelijke omgevingsinvloeden
o Helpt lichaamstemperatuur te regelen
Het beenderstelsel
o Geeft ondersteuning + Beschermt weefsels
o Slaat mineralen op
o Vormt bloedcellen
Het spierstelsel
o Maakt beweging mogelijk
o Biedt ondersteuning
o Produceert warmte
Het zenuwstelsel
o Geleidt onmiddellijke reacties op stimuli
Het endocriene stelsel
o Stuurt lange termijn veranderingen van andere
Het cardiovasculair stelsel
o Transporteert bloedcellen
o Dient als oplosmiddel voor voedingsstoffen,
afvalstoffen, gassen
Het lymfestelsel
o Verdedigt tegen infectie en ziekte
o Brengt lichaamsvloeistoffen terug in circulatie
Het ademhalingsstelsel
o Brengt lucht naar plekken waar gaswisseling kan
plaatsvinden tussen lucht en circulatie
o Maakt spraak mogelijk
Het spijsverteringsstelsel
o Neemt voedingsstoffen op + verwerkt ze
Het urinaire stelsel
o Elimineert overtollig vocht (zouten, afvalproducten)
Het voortplantingsstelsel
o Produceert geslachtscellen en geslachtshormonen
2
, o Ondersteunt embryonale en foetale ontwikkeling van
bevruchting tot geboorte
9. Verklaar de functie van systemen voor negatieve terugkoppeling.
Systemen voor negatieve terugkoppeling zorgen voor een langdurige regeling van
de inwendige omstandigheden van het lichaam , ze handhaven de homeostase door
de effecten van een prikkel tegen te gaan.
10. Waarom is positieve terugkoppeling nuttig bij de bloedstolling, maar
ongeschikt voor de regeling van de lichaamstemperatuur
Positieve terugkoppeling is nuttig voor processen die snel moeten worden voltooid,
zoals bloedstolling. Deze vorm van terugkoppeling is schadelijk in situaties waarin
een stabiele toestand moet worden gehandhaafd, omdat bij dit proces elke afwijking
ten opzichte van de gewenste situatie wordt versterkt. Positieve terugkoppeling bij de
regulering van de lichaamstemperatuur zou er bijvoorbeeld toe leiden dat een lichte
koorts sterk verhoogd wordt, met dodelijke afloop. Om deze reden worden
fysiologische systemen meestal via negatieve terugkoppeling gereguleerd waarbij
alle afwijkingen worden tegengegaan.
11. Wat gebeurt er met het lichaam als de homeostase verstoord raakt?
Dan functioneren de orgaanstelsels minder efficiënt of zelfs slecht. Het gevolg is een
toestand die we ziekte noemen. Als de situatie niet wordt gecorrigeerd kan dit tot de
dood leiden
12. Wat is het doel van anatomische termen?
Een gestandaardiseerd referentiekader te bieden voor de beschrijving van het
menselijk lichaam.
13. Beschrijf een vooraanzicht en een achteraanzicht in de anatomische
stand.
In de anatomische stand wordt bij een vooraanzicht de voorkant van het lichaam
afgebeeld en bij de achteraanzicht, de achterkant.
14. Door welk soort doorsnede worden 2 ogen gescheiden?
Mid-sagittale doorsnede
15. Beschrijf 2 belangrijke functies van de lichaamsholten.
Beschermen van inwendige organen tegen bewegingen die zich voordoen bij het
lopen, rennen, springen of stoten. Dankzij lichaamsholten kunnen organen van
omvang en vorm veranderen, zonder activiteit van andere organen te verstoren.
16. Beschrijf de onderverdelingen van de ventrale lichaamsholte.
Ventrale lichaamsholten
Borstholte
3
, o 2 pleuraholten
o Pericardiale holte
Peritoneale buik- en bekkenholte
17. Welke lichaamsholte wordt geopend wanneer een chirurg juist onder het
diafragma een insnijding maakt?
De buik-bekken-holte.
Hoofdstuk 8 zenuwstelsel
1. Noem de 2 anatomische onderdelen van het zenuwstelsel.
Centraal zenuwstelsel (CZS)
Perifere zenuwstelsel (PZS)
2. Noem de 2 functionele gedeelten van het perifere zenuwstelsel en
beschrijf de belangrijkste functies van beide gedeelten.
De 2 functionele gedeelten:
Afferente gedeelte
o Sensorische info naar CZS geleidt vanuit receptoren in
perifere weefsels en organen
Efferente gedeelte
o Motorische impulsen vanuit CZS naar effectoren geleidt,
zoals spieren en klieren
3. Wat zou het effect zijn van beschadiging van het afferente deel van het
perifere zenuwstelsel?
Beschadiging van afferente gedeelte van het PZS, waarvan zenuwen sensorische
info naar de hersenen en ruggenmerg geleiden, zo het vermogen om uiteenlopende
sensorische prikkels te ervaren, verstoren.
4. Benoem de onderdelen van een typische neuron.
Een axon
Cellichaam
o Celkern en nucleolus
Synapsknoppen
Dendrieten
Collaterle takken
5. Bij een onderzoek van een weefselmonster zijn unipolaire neuronen te
zien. Zijn dit vermoedelijk sensorische of motorische neuronen?
Unipolaire neuronen zijn waarschijnlijk sensorische neuronen van het PZS
6. Benoem de neuroglia van het centrale zenuwstelsel.
Neuroglia van het CZS
Ependymcellen
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper monicacarneirolourenco. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.
