Nevid: 6 factoren Uitzonderlijk, sociaal afwijkend, foute
perceptie, aanzienlijk emotioneel lijden,
ongepast of contraproductief gedrag,
gevaarlijk gedrag
Definitie psychische stoornis Combinatie van factoren; veroorzaakt lijden,
tast functioneren aan, risico op dood en
pijn, verlies v vrijheid, duurt langere tijd en
past niet in normale reactie binnen
bepaalde context
Culturele aspecten v afwijkend gedrag Kan anders geuit worden en andere
invulling (sympt vaak erg gelijkend)
Modellen afwijkend gedrag Statisch model, medisch model, leermodel
Statisch model Extreem hoge of lage scores
leermodel Stoornissen zonder duidelijke organische
stoornis, verkeerd leerproces
Medisch model Oorzaak= somatogeen/lichamelijk
psychopathologie Wetenschap of studie vh geestelijk of
psychisch lijden
Pathogene elementen Algemene kenmerken van een stoornis, overal
hetzelfde
Pathoplastische elementen Tijd en plaatsgebonden invloeden
Klinisch beeld Beeld dat direct door arts zichtbaar is
Prevalentie Frequentie vh voorkomen v bepaalde
aandoening op specifiek moment binnen
populatie
symptoom Ziekteteken of uiting, signaal
syndroom Groep v samen optredende symptomen
Diagnose Beschrijving v voorkomen v symptomen en
syndromen in zin v eigenschappen
Differentiaal diagnose Reeks v aantal diagnoses die gegeven kunnen
worden aan eenzelfde klinisch beeld
comorbiditeit Samen voorkomen v 2 of meerdere versch
stoornissen
etiologie Verkenning v factoren die stoornis veroorzaakt
hebben, uitgelokt, bevorderd of in stand
gehouden
pathogenese Onderzoek v wijze waarop factoren hun
werking uitoefenen en tot deze stoornis geleid
hebben
prognose Voorspelling vh mogelijk beloop v een stoornis
therapie Ontwerp en uitvoering v een interventie
ziektebesef Patient beseft dat er ziekte is
Ziekte-inzicht Patient heeft inzicht id oorzaken, verloop,
prognose & behandeling
Categoriale classificatie Onderverdeeld in duidelijk afgebakende
klassen die elkaar niet overlappen
Dimensionale classificatie Gesitueerd op dimensie/continuum
Prototypische classificatie Stoornissen verdeeld nr mate waarin ze
gelijken op prototypisch voorbeeld
Uitgangspunt dsm: afwijkend gedrag Uiting v onderliggende stoornissen en w
veroorzaakt door complexe interactie v aanleg
en omgeving
Veranderingen DSM-5 Afschaffing 5 assen, nieuwe suicideschalen
voor risicotaxatie, nieuwe diagnoses (bv ASS)
Opbouw DSM-5 Sectie I: uitleg en instructies, Sectie II: opzet,
sectie III: overzicht en inhoude
Sectie III DSM-5 Assessment measures, cultural formulation,
alternative model for personality disorders,
conditions for further study
Diagnostiek: verschillende soorten Klinisch interview, psychologische tests
(zelfbeoordelingsvragenlijst),
, neuropsychologische tests (meten v
gedrag/prestatie), gedragsbeoordeling
(observatie), fysiologische
beoordeling/beeldvorming (EEG, CT..)
Classificatie v symtomen Expressie en motoriek, bewustzijn,
zelfbeleving, waarneming, denken & geheugen,
gevoelens en verlangen
Psychoanalytische theorie v Freud Psychisch determinisme, 3 structuren uit
evenwicht bij psychisch probleem (ID, EGO,
SUPEREGO)
Persoonlijkheidstheorie; ES/ID Driften zijn energiebronnen= primaire
aangeboren biologische behoeften
(lustprincipe) =ONBEWUST
Persoonlijkheidstheorie: ICH/EGO Uitvoerende macht en bedwingt ES->
spanningsveld tss ES en uber ich
(realiteitsprincipe)
Persoonlijkheidstheorie: UBER ICH/SUPEREGO Zorgt voor censuur en beheersing vh ES->
gevormd vanuit opvoeding, een soort geweten
van wat wel en niet kan
Ontwikkelingsfasen: 4 psychoseksuele fasen Oraal, anaal, fallisch, latentie, genitaal
afweermechanismen Verdringing, regressie, rationalisatie,
verplaatsing, projectie, ontkenning,
reactieformatie, sublimatie
Jung Overschatting betekenis seksualiteit, collectief
onbewuste-> archetypen: ideeenpatronen die
bij ied geactiveerd w
Adler Overschatting betekenis seksualiteit, gericht op
toekomst en doelen v mensen->
minderwaardigheidscomplex
Erikson Psychosociale ontwikkeling in 8 fasen, richting
ego-identiteit
Hartman egopsychologie
Mahler Objectrelatietheorie: proces v moeder is
cruciaal voor persoonlijkheidsontwikkeling:
introjectie= geïnternaliseerde representaties v
hechtingsfiguur opnemen
Bowbly Hechtingstheorie, hechting als motor voor
persontwikkeling
Charcot Hysterie= organische ziekte v zenuwstelsel;
techniek= hypnose
Breuer Hypnose om traumas terug nr boven te laten
komen, emot ontlading
Freud behandeling Vrije associatie= toevallige invallen zijn niet
toevallig, droom= meest zuivere vorm
Model v kernberg 3 elementen die niveau v
persoonlijkheidsorganisatie bepalen
Psychoanalytische therapie Vrije associatie (via lichamelijke sympt),
weerstand, overdacht (gevoelens en
fantasieen), tegenoverdracht, interpreteren en
inzicht geven, doorwerken
Watson Nadruk rol v leren bij verklaren v abnormaal
gedrag
3 vormen v leren Klassiek, operant en sociaal leren
Klassiek: pavlov Leren v betekenissen/verwachtingen/emotie
Bekrachtiging: Temporele contiguiteit CS en UCS samen toedienen-> zo ontstaat er
verbinding tss CS en CR->koppeling tss CS en
UCS= bekrachtiging
extinctie Tegenovergestelde v bekrachtiging, dooft uit
inhibitie Als gevolg v extinctie, spontaan herstel als er
terug verbinding is
, Generalisatie CS kan zich uitbreiden nr sterk gelijkende
prikkels
Differentiatie Leren onderscheid maken tss verschillende CS
Hogere orde conditionering Bij sterke verbinding tss CS en UCS, kan CS
gebruikt worden om nieuwe prikkels te
conditioneren
excitatie CS leidt tot CR-> tegenovergestelde= inhibitie
3 procedures klassiek conditioneren Toedienen v prikkel, wegnemen v prikkel en
uitblijven v prikkel
Positieve prikkels Appetitief: iets fijns
Negatieve prikkels Aversief
Operante conditionering Contextleren
Thorndike Eerste onderzoeker operante conditionering
Skinner (box) Stimulus die zorgt dat gedrag gesteld w
(reinforcing stimulus)
Positieve/negatieve bekrachtiging Bij pos zal gedrag toenemen
(=toenaderingsgedrag), bij neg zal gedrag
afnemen (=ontsnappingsgedrag), weglaten=
actief vermijdingsgedrag (bv preventief pilletje
nemen)
Pos/neg straf Pos: zorgt voor passief vermijdingsgedrag, ,neg
zorgt voor wegnemen v pos bekrachtiger (bv
boete), weglaten= uitdoving
uitdoving Gedrag dooft uit wnr bekrachtiger wegvalt
shaping Eenvoudige deelhandeling bekrachtingen->
doel is complex gedrag tot stand brengen
Sociale leertheorie: bandura Observeren en imiteren: bobo doll experiment
Therapie klassieke component 1) Exposure; graduele exposure (kleine
stappen), flooding (extreem), exposure met
responspreventie (zonder handelen),cue
exposure (bv genotsmiddel)
2) stimuluscontrole= onder controle houden vd
stimulus
3) contraconditionering= tegenovergestelde
conditionering
Therapie operante 1 ) straffen en belonen (negeren, straffen, time
out of juist pos bekrachtiging)
2) shaping
3)vaardigheidstrainingen (probleemopl,
sociale, impuls, relaxatie)
Ellis/Beck 5xG schema: bij elke gebeurtenis heb je
gedachte, afh van hoe je denkt, gevoel, gevolg
Irrationele gedachten Universele, onlogische opvattingen ontstaan
door opvoeding en my
ABC schema ellis Irrationele gedachten uitdagen en vervangen
door realistische gedachten (situatie= activatie
event->gedachten= beliefs->gevolgen v
gedachten= consequenties)
Later: disfunctionele gedachten Gedachten zorgen ervoor dat het moeilijker is
om te functioneren, zorgen voor stress en emot
problemen
Bias of vertekeningen (Beck) Aspecten krijgen eenzijdige aandacht
aandachtsbias Aandacht selectief gericht op bepaalde
aspecten info
geheugenbias Bepaalde zaken w beter herinnerd dan anderen
Confirmation bias Aandacht gericht op aspecten die onze
veronderstellingen bevestigen (illusionaire
correlatie)
attributiebias Vertekeningen id verklaringen v
gebeurtenissen (intern/extern, stabiel/instabiel,
globaal/specifiek)
Selectieve interpretatie Interpretatie om eigen schema’s te
bevestigingen