Anatomie spieren: bezenuwing en functie (p.168, p.82 - hals,
Functie Bezenuwing
m.trapezius (Ruit) Zorgt voor stabilisatie en beweging van de n. accessorius.
scapulae.
het heffen, naar beneden brengen, naar
achter trekken, naar buiten draaien van het
schouderblad.
M latissimus dorsi Adductie van de arm (het omlaag brengen n. thoracodorsalis
van de arm richting het lichaam),
endorotatie van de arm (het naar binnen
draai van de arm). Ondersteuning geven bij
de ademhaling.
M erector spinae -bij het aanspannen van deze spieren, wordt Ramus dorsalis
(M. Iliocostalis, de rug gestrekt, bij het aanspannen van 1
M. Longissimus, kant, dan buig je opzij.
M. Spinalis) -zorgt voor een rotatie, laterale flexie en
dorsale extensie. Het draaien naar dezelfde
kant (ipsielaterale zijde) en het draaien naar
de andere kant (contralaterale zijde).
Het strekken, het zijwaarts buigen en het
draaien van de wervelkolom
M levator scapulae -Elevatie (het opheffen) van de n.dorsalis
schouderbladen. Als de spieren aan beide
kant zijn opgespannen.
-Het draaien van het hoofd. Bij het
aanspannen van de linkerkant, draait het
hoofd naar de linkerkant. Bij het
aanspannen van de rechterkant, draait het
hoofd naar rechts.
M rhomboideus zorgt voor stabilisatie van het schouderblad n.dorsalis scapulae
minor
M rhomboideus het naar elkaar bewegen, kantelen, het n.dorsalis scapulae
major optrekken en naar binnen draaien van de
, schouderbladen.
M obliquus externus bij het aanspannen van de spier aan beide n.iliohypogastricus,
abdominus kant, buig je voorover. Roteert naar nn.intercostales
contralaterale zijde
M obliquus internus roteert naar ipsilaterale zijden, zorgt ervoor nn.intercostales,
abdominus dat voorover kan buigen, opzij kan buigen. n.iliohypogastricus,
n. ilioinguinalis,
m.cremaster
M transversus zorgt ervoor dat je lateraal opzij kan draaien Nn.ilioinguinalis,
abdominus = laterale rotatie genitofermoralis,
nn.iliohypogastricus,
nn. intercostales (2
kennen)
M rectus abdominus zorgt ervoor dat je naar voren kunt buigen. nn.intercostales (Th
=ventrale flexie van de romp (-12)
M quadratus laterale flexie van de romp naar de n.subcostalis
lumborum ipsilaterale zijde bij het aanspannen van 1
kant en bij het aanspannen van beide
kanten: buikpers (aanspannen van de buik)§
en uitademing.
M iliopsoas - Heupgewricht: flexie(het buigen) van het n. femoralis en
heupgewricht en exorotatie (naar buiten directe vertakkingen
draaien) van de plexus
- lendenwervelkolom: bij eenzijdige lumbalis
contractie laterale flexie naar de ipsilaterale
zijde, bij tweezijdige contractie oprichten
, van de romp vanuit rugligging.
M scalenus -het opheffen van de bovenste ribben directe vertakkingen
anterior,medius, -het stabiliseren en het buigen van de nek. van de plexus
Posterior cervicalis en de
plexus brachialis
M transversus zorgt ervoor dat de borstkas meer naar nn. Intercostales II-VI
thoracis elkaar toe gaat (vernauwen). Rol bij het
uitademen.
Diafragma ademhaling nervus phrenicus uit
de plexus cervicalis
Diaphragma pelvis bekkenorganen op hun plaats houden n. pudendus
Diaphragma Houden bekkenorganen op hun plaats, n.pudendus
urogenitale afsluiten mechanisme voor de urethra
M. sphincter ani afsluiting van de anus n.pudendus
externus