Leerdoelen hoorcolleges dieetleer nefrologie en geriatrie 5.2
Hartfalen en ritmestoornissen
Alles voor dit studieboek (16)
Geschreven voor
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Geneeskunde
Regulatie en Afweer 2 (40020RA21Y)
Alle documenten voor dit vak (1)
Verkoper
Volgen
Burhann
Ontvangen beoordelingen
Voorbeeld van de inhoud
Kennisclip: Schildklier en bijschildklier.
leerdoelen:
- uitleggen hoe de schildklier en de bijschildklier zich topografisch verhouden tot elkaar en tot de naastgelegen
structuren.
- Vanuit de anatomie verklaren hoe een vergrote schildklier (struma) aanleiding kan geven tot functionele
klachten.
Hoe communiceren de 100 triljoen verschillende cellen met elkaar?
Dit kan door het vatenstelsel en door de nerves.
Maar ook dus met het endocriene systeem.
Het endocriene systeem bevat organen die glands worden genoemd.
Zij maken chemische stoffen aan die hormonen worden genoemd, die in de bloedcirculatie komen en zo van de
ene kant van het lichaam naar de andere kant kunnen gaan.
Soorten endocriene organen:
1. Hypothalamus;
- Het behoort tot de voorbrein
- Er komen allemaal neurale signalen in de hersenen binnen, waarna het via de hypothalamus
doorgegeven zou moeten worden.
- Het is een belangrijke orgaan dat de endocriene en de neurale systeem met elkaar verbindt,.
- Het is ook de controlesysteem van de endocriene systeem. ‘’
- Het stimuleert de hypofyse, maar maakt zelf ook hormonen aan, waaronder ADH en oxytosine.
2. Hypofyse;
- Grootte als een erwt.
- Het wordt ook wel de master gland genoemd.
- Het wordt zo genoemd, omdat het de signalen van de hypothalamus opneemt en zo doorstuurt
naar de overige endocriene organen.
3. Thyroid gland;
- Het is rondom de trachea
- Het reguleert de metabolisme van het lichaam, dit doet hij door middel van de T3 en T4 throid
hormonen.
- t3 → triiodothyronine
t4 → thyroxine.
- Aan de zij hoekjes zijn er 4 gebieden die de parathyroid worden genoemd.
- De parathyroid reguleert de calciumspiegel. Dit doet hij doormiddel van parathyroïd hormoon
(PTH)
4. Bijnieren
- 2 gebieden → De cortex en de medulla.
- In De cortex worden steroïden gemaakt → De bijnier steroïden. Voorbeelden hiervan zijn
cortisol en aldosteron.
Cortisol is een stresshormoon en zorgt ervoor dat de bloedsuiker gaat toenemen bij situaties
waar stress aanwezig is. Zodat we ook genoeg energie hebben tijdens de stress.
Cortisol heeft daarnaast ook een ontstekingsremmende functie.
Aldosteron reguleert het bloedvolume van ons lichaam.
- Medulla → maakt catecholamines aan. Voorbeelden hiervan zijn epinefrine en norepinefrine.
Ze zijn betrokken bij onze fight or flight reactie. Dus de adrenaline reactie fier we hebben in een
stressvolle of angstige situatie.
5. Gonaden;
- Ze maken sex hormonen.
- Mannen maken in de test dus testosteron aan.
- Vrouwen maken in de eierstokken oestrogeen en progesteron aan.
- Deze sex hormonen zijn betorkken bi de ontwikkeling van de secundaire geslachtskenmerken
zoals de schaamhaar en borsten bij vrouwen.
- Daarnaast zijn ze ook betrokken bij de verschillende levensfasen zoals de puberteit en het
einde van de menstruatie –.d e menopauze.
6. Pancreas
- controle over de bloedsuikerspiegel.
- Dit wordt gedaan via de insuline en glucagon.
,Elk moment zijn er talloze hormonen die aan het circuleren zijn in de circulatie.
Hormonen lijken op radiogolven.
Ze kunnen alleen effect uitoefenen op een eindorgaan als er receptoren voor de specifieke organen aanwezig
zijn in deze eindorganen.
Verschillende klassen van de hormonen →
1. Autocriene hormonen
Ze reageren op de cellen van waar ze ook worden gemaakt.
Bijvoorbeeld de T-cel van het immuunsysteem. Het maakt interleukine aan en het
kan binden op de interleukine receptoren op zijn eigen celmembraan, waarna de
immuunrespons signaal door deze t-cellen wordt gestimuleerd.
2. Paracriene hormonen
Ze gaan naar een bepaalde regio toe.
Dus naar cellen in de directe regio.
3. Endocriene hormonen.
Hormonen worden aangemaakt en daarna afgegeven in de bloedbaan.
De schildklier is VENTRAAL van de trachea.
Het is uitzonderlijk goed doorbloedt.
De schildklier bestaat uit 2 delen→ De rechter en de linker lob.
De lobus pyramidalis is een restant van de embryonale ontwikkeling.
Dit is afkomstig van het proces waarbij de schildklier afdaalt van de
achterzijde van de tong naar de hals toe. Dan zal er bij sommige gevallen
een lobus pyramidalis achterlijven. Dit hoeft niet, maar kan wel.
In de mediale zijde van de schildklier bevindt zich de isthmus.
Dus vanuit de achterkant van de tong, de foramen caecum, is dit een kleine opening
aan de onderkant van de tong, waar de cellen zich zullen migreren naar de plek van de
tyroid in de hals. Soms kan er dus een lobus pyramidalis achterblijven van de proces
van afdaling.
Dus achter de bijschildklieren zijn ook de bijschildklieren te vinden, die ook wel de
parathyroid worden genoemd en zij produceren de PTH en ze kunnen ook boven en of
onder de schildklier aanwezig zijn.
De bijschildklieren zijn afkomstig van de 3e en de 4e kieuwzak, dus endodermaal
weefsel is ook afgedaald in de richting van de hals.
Dus vanuit de zijkant gekeken en de schildklier wordt met de
tangen naar buiten gehaald en hiermee kan je aan de achterkant
de parathyroïdhormoon zien.
De schildklier en de bijschildklier liggen in nauwe verbinding met
de a. carotis communis en de v.jugularis.
De schildklier is iets caudaal gelegen aan de cartilago thyroidea.
Dit wordt ookwel de adamsappel genoemd.
,Vanuit dorsaal bekeken → Die van achteren bekeken
Hierbij zien we de linker en de rechter schildklier lobben met daaraan de bijschildklieren.
- Glandulae parathyreoideae → Als je de 4 schildklierhormonen neemt.
- Hier is ook de relatie met de a. carotis communis en de n.vagus te ien.
- De n. laryngeus recurrens is de allerbelangrijkste nerve die we moeten opnoemen.
- Aan de linkerzijde is de aftakking onder de aortaboog en zal het dus vanuit de onderkant van de
aortaboog moeten stijgen tot de schildklieren toe.
- Aan de rechterzijde, zal het onder de a. subclavia dextra aftakken en zo naar de schildklier toe gaan.
- Bij een te grote schildklier heb je kans dat de n. laryngeus recurrens onder een verdrukking komt.
Daarnaast is ook de oesophagus en de trachea goed te zien. Bij een vergrote schildklier kan naast de n.
laryngeus recurrens ook de oesofagus en de trachea onder een verdrukking komen te zitten.
Kennisclip 1; Struma
- Dit is een vergrote schildklier.
- Hij kan vitale structuren van de hals en het bovenste deel van de thoraxholte
verdrukken.
- Dit is een MRI plaatje van een patiënt van ventraal.
- Het bereidt deels intrathoracaal uit.
Gevolgen van de struma →
1. Tracheacompressie ; dyspnoe, stridor en hoesten
2. Oesofaghuscompressie ; dysfagie (slikproblemen)
3. compressie/ trombose van de vena jugularis, vena subclavia en de vena
cava superior.
Een struma kan zorgen voor de dilatatie van de halsvenen. Dit is →
Belemmering van de bloedstroom → verhoogde veneuze druk → Dit kan leiden tot
dilatatie van de halsaderen → dus een gezwollen halsaderen doordat de diameter
van de haskaderen toeneemt en dus ook meer vocht aanwezig zal zijn in halsaderen.
Dus doordat de aders een compressie ondergaan door deze struma, zullen er ook collaterale vaten gevormd
worden op de thoraxwand.
Vas collaterale; een nieuw gevormd bloedvat dat een verbinding tot stand brengt tussen bloedvaten die normaal
niet direct verbonden zijn.
, Stel er heerst een bloeding in de schildklier, waarbij er bijvoorbeeld een cyste is gaan bloeden, dan kan er dus
een acute compressie op de trachea heersen.
Het kan zijn dat de patiënt met acute dyspnoe klachten binnenkomt door bijvoorbeeld een bloeding van de
schildklier.
Daarnaast kan een struma ook zorgen voor rek of druk op de nervus
laryngeus recurrens, waardoor je STEMBANDPARALYSE EN DYSPNOE
van kan krijgen. Hierdoor gaan ze of hees praten of uberhaupt niet meer
praten.
Ook rek/druk op de n.phrenicus, waardoor je middenrif paralyse zal krijgen.
Dus vooral in de linkerkant is de schildklier erg dichtbij de n.phrenicus, wat
kan zorgen voor een paralyse van 1 of 2 zijden van middenrif geven.
Tegen de achterwand van de ribbenkast zien we de sympathische
grensstreng lopen.
Deze sympathische grensstreng kan worden onderdrukt door een
struma van de thoraxholte.
Als dat zo is, dan kan de patiënt zich in eerste instantie presenteren met
het syndroom van Horner.
Syndroom van Horner symptomen →
- Een eenzijdige miosis. → een pupilvernauwing. Dit komt door de
samentrekking van de m. sphincter pupillae.
- Ptosis → een afhangend ooglid → door M. levator palpebrae superioris.
De functie is normaal gesproken om het ooglid omhoog te trekken, maar
die is eenzijdig verlamd. aan eenzijde.
- Anhidrosis →afwezig zijn van de zweetproductie aan een zijde.
Ptosis en anhidrosis is zeer zeldzaam.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Burhann. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,66. Je zit daarna nergens aan vast.