Examen:
- 5 begrippen (5 punten)
- 1 casus (5 punten)
- 5 open vragen (10 punten)
Les 1:
Soorten procedures:
- Inquisitoire procedure
= systeem waarbij de maatschappij actief partij is in het geding, heel actief in de
berechting en vervolging tussenkomen. De vervolgde persoon wordt in een geschikte
positie geplaatst & de rechter voert de procesvoering actief uit. Het ondezoek is
schriftelijk, geheim& niet tegensprekelijk
- Accusatoir procedure
=systeem waarbij de maatschappij geen partij is, het slachtoffer wordt beschuldigd &
de rechter zal meer als de scheidsrechter (passief). Het debat gebeurt doorgaan
openbaar, op tegenspraak & mondeling
Wij hebben een mengeling van de 2 procedures
Wie oefent de strafvordering uit?
1. Openbaar ministerie (parket) – staande magistraat (verschillen goed kennen)
→PdK = Procureur des Konings (per arrondissement)
= is de baas van het parket in één arrondissement
= wordt bijgestaan door de afdelingsprocureur des Konings. Die worden bijgestaan
door substituten procureur des Konings
= PdK is niet nationaal bevoegd (bv. die van Antwerpen kan niet bevoegd zijn in Oost-
Vlaanderen = territoriale bevoegdheid)
= rechtbank van 1e aanleg, ook politierechtbank
→Arbeidsauditeur (per arrondissement)
= alles wat met sociaal strafrecht te maken heeft, daar zijn zij voor bevoegd (bv. niet
respecteren van het loon, sociale inspectie, OCMW), geeft advies.
= Substituten- auditeurs zijn er veel minder, hebben adviesverlenende functie
, = verlenen het advies aan de arbeidsrechtbank
→Procureur-generaal (bij Hof van Beroep)
= 5 hoven van Beroep → dus 5 procureur-generaal
= Wordt bijgestaan door advocaten-generaal & substituten (procureurs)
= Oefent bevoegdheid uit van het ganse Hof van Beroep
= Legt de eed bij de koning
→Procureur-generaal bij Cassatie
= geven advies aan Hof van Cassatie omtrent toepassing van de wet →
regelmatigheid procedure (niet omtrent de vordering)
→Federaal procureur
= aparte bevoegdheid binnen het federaal parket = 1 → bijgestaan door federale
magistraten
= nationale bevoegdheid
→College van PG’s (Procureur Generaals)
= 5 PG’s die verenigd zijn in een college
= belangrijke orgaan in het bepalen van het strafrechtelijk beleid (war wordt er
vervolgd?, wat niet?). Het zijn belangrijkste personen om strafrechtelijk beleid te
bepalen, wordt gedaan met andere actoren (bv. politie)
→Minister van Justitie
= uitvoerende macht
= maakt deel uit van het college van PG’s
= voeren beleid uit dat door college van PG’s wordt voorgesteld
-->geen seponeringsrecht
-->kan strafvordering instellen
2. Federaal parket
→Wordt bijgestaan door de federale magistraten
→Heeft een aparte bevoegdheid art. 144 bis par 2 Ger. W.
= allemaal de bevoegdheid van de federale procureur
→Strafvordering voor welbepaalde misdrijven opgenomen in art. 144 ter Ger. W.
-->Enerzijds: welomschreven misdrijven (bv. aanslag koning, mensenhandel,
terroristische misdrijven)
-->Anderzijds: geografische criterium (bv. welk arrondissement is bevoegd?)
→Coördinatie tussen verschillende partijen
→Internationale samenwerking → vragen van & naar het buitenland
(aanspreekpunt)
→Toezicht op de werking van de federale politie (ook een bevoegdheid van de
federale procureur)
, 3. Beslissing inzake vervolging (OM)
→Vrijheid & vervolging
= het OM gaat beslissen of ze wel of niet gaan vervolgen
→Zij kunnen beslissen om een zaak te seponeren (= sepot = zaak niet vervolgen)
-->Technisch sepot: dader onbekend/onvoldoende bewijzen
-->Beleidssepot: voldoende bewijs, dader bekend maar toch niet vervolgen. Omdat
het bv. beperkt is in belang, schade is al vergoed. Geen prioriteit. (Verdachte maar
toch niet vervolgen, omwille van beleidsredenen)
→Gelijkheidsbeginsel versus opportuniteit (heeft een grote impact op de
maatschappij)
= gelijkheidsbeginsel: iedereen wordt gelijk voor de wet beoordeeld (seponeren =
‘oneerlijk’
= opportuniteit: om wel of niet te vervolgen
→Verplichting te vervolgen art. 364 Sv
= Door hiërarchisch hogere (deze zegt dat je moet vervolgen)
= Positief injunctierecht minister van Justitie (weinig in praktijk, nooit negatief: mag
enkel beslissen dat een zaak wordt vervolgd
→Strafrechtelijk beleid
= finale beslissing van de minister van Justitie → wordt gekoppeld aan
veiligheidsplan. Enkel het OM kan beleid voeren (de rechter niet). Kleine zaken moet
je niet vervolgen = minimis con curat praetor
Kenmerken OM
→Hiërarchisch: op de zitting zelf mag hij vrijspreken & kiezen wat hij vordert
-->hogere kan de opdracht geven aan de lagere
-->de hoger hiërarchisch kan niemand verplichten om een vordering in te stellen, maar kiest
degene die aanwezig is in de zitting zelf
→Eén en ondeelbaar: ongeacht welk substituut er op de zitting is, het blijft het OM (kan niet
gewraakt worden)
→Onafhankelijk: is aan niemand gebonden
Andere die de strafuitvoering ook uitoefenen?
4. Douane & accijnzen (geen lid van het OM, maar toch kan die strafvordering instellen.
Geen gevangenis, wel geldboete
= kunnen zelf dagvaarden
= als het gaat om misdrijven hieromtrent kunnen zij zelf de strafvordering instellen →
stellen een advocaat aan om hun rechten te laten gelden & namens hen spreekt.
Zij kunnen geen gevangenisstraf vorderen (enkel geldboetes), maar de procureur kan
dit wel & zal hierbij op de zitting kunnen aansluiten & vorderen.
, 5. Burgerlijke partij
= degene die menen benadeelde te zijn van een misdrijf
Door volgende handelingen te stellen:
-->Aangifte (pv opstellen)
-->Klacht (= bij procureur DK)
-->Burgerlijke partijstelling (= bij onderzoeksrechter)
Beperkingen voor (geen klacht neerleggen tegen):
-->Minderjarigen
-->Voorrecht van rechtsmacht (bv. PdK)
Tegen wie geldt de strafvordering?
→Verdachte
= iemand wordt verdacht van iets (algemene term)
→Inverdenkinggestelde
= beslissing van de onderzoeksrechter -> genoeg elementen op iemand in verdenking te
stellen
→Beklaagde (beschuldige)
= iemand die voor de correctionele rechtbank verschijnt: beklaagde
= voor Hof van Beroep: beschuldige
→Quid civielrechtelijk aansprakelijke partij?
= Burgerlijke & strafrechtelijke wordt gescheiden. Als iemand verdacht is van het misdrijf kan
het zijn dat iemand anders burgerlijk aansprakelijk is. Stel minderjarige die misdrijf pleegt →
ouders civielrechtelijk aansprakelijk.
Burgerlijke vordering
→Er moet sprake zijn van een slachtoffer/benadeelde personen
→Optierecht: burgerlijke of strafrechter
= je kan kiezen waar je gaat vorderen (burgerlijk art. 1384 = fout, schade & oorzakelijk
verband)
→Voor strafrechter:
-->Strafuitvoering nog niet ingesteld
Via BP = burgerlijke partijstelling, met bedrag consignatie!
-Bedrag voorschieten: als je gelijk krijgt, krijg je dit terug
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Naz11. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €18,46. Je zit daarna nergens aan vast.