Dit is een samenvatting van de cursus biochemie binnen het vak cel II. Deze samenvatting is enkel gebaseerd op de cursus, niet de lessen, maar volstond wel om perfecte score te halen op het examen :)
Cel II: Biochemie
1. De zwakke krachten en hun rol in de biochemie
- Intermoleculaire krachten
- Niet-covalente bindingen: delen geen elektronen
1.1 Watermoleculen vormen een netwerk via waterstofbruggen
- Zuurstof grotere elektronegativiteit dan waterstof
⇨ dipoolmoment (door polaire structuur)
⇨ Partieel negatieve O vormt bindingen met partieel positieve H
- Eigenschappen binding:
o Bindingsenergie opvallend lager dan covalente bindingen
o Afstand tussen kernen groter dan covalente bindingen
- Hoog kookpunt: veel intermoleculaire krachten
1.2 Waterstofbruggen ontstaan ook tussen biomoleculen met geschikte functionele
groepen
- Tussen
o Watermoleculen en functionele groepen met elektronegatief karakter (O-, N-atomen)
o Onderling tussen: alcohol-, amino-, carbonyl-, amidegroepen
- Goed oplosbaar in water: hydrofiele moleculen
o Waterstofbrugdonor: molecule met H-atoom
o Waterstofbrugacceptor: molecule met vrij elektronenpaar
- Eigenschappen binding:
o Afstand tussen kernen groter dan covalente bindingen
o Sterkte afhankelijk van positie van deelnemende atomen (lineair het sterkst)
1.3 De ionaire binding
- Groot verschil in elektronegatief karakter
⇨ Elektronenpaar gaat over naar meet EN atoom
⇨ Anion (-) en kation (+) oefenen aantrekkingskracht uit op elkaar (
- Eigenschappen binding
o Sterkte: onafhankelijk van richting, volgens wet van coulomb:
𝑞1.𝑞2
𝐹= 2
𝑟𝐷
D: diëlektriciteitsconstante -> hoe hoger, hoe zwakker krachten
o Ionen goed oplosbaar: watermantel gevormd en energie komt vrij
(watermoleculen richten zich naar tegengestelde lading rondomrond)
▪ Ionen door membraan: moeten mantel (deels) verliezen
1.4 De Van-der-Waalskrachten
- Elektronen bewegen
⇨ Niet altijd gelijk verdeeld
⇨ Tijdelijke ladingsverschillen binnen moleculen (= transiënte dipool)
⇨ Induceren op hun beurt ladingsverschillen bij naburige moleculen enz.
, - Eigenschappen binding:
o Kracht sterk afhankelijk van afstand tussen moleculen
▪ Optimale afstand: van-der-Waals radius
o Energie gering
1.5 Het hydrofobe effect
- Moeilijk oplosbare deeltjes in water: hydrofobe moleculen
o Waternetwerkstructuur verstoord -> energetisch ongunstig
o Afzonderlijke hydrofobedeeltjes samenplakken => hydrofobe oppervlakte kleiner
1.6 Vele kleintjes maken één groot
- Zwakke intermoleculaire krachten belangrijk:
o Biochemische processen
o Tot stand komen en stabiliseren van moleculaire structuren
- Verschillende soorten krachten niet onafhankelijk van elkaar (vaak combinatie)
- Twee moleculen interageren enkel als
o Vormen van oppervlakte complementair zijn
o EN energetisch gunstige interacties kunnnen aangaan
2. Lipiden en cellulaire membranen
2.1 Inleiding
- Hydrofoob => wateronoplosbaar
- Functies:
o Signaalmoleculen
o Brandstof
o Onderdeel biologische membranen
▪ Fosfolipiden
▪ Glycolipiden
▪ Cholesterol
- Afwijkingen lipidenmetabolisme kan ziekten veroorzaken
2.2 Fosfolipiden
- Bouw:
o Glycerolruggengraat
o C1: veresterd met vetzuurketen
o C2: veresterd met vetzuurketen, chiraal centrum
o C3: veresterd met fosfaatgroep
- Vetzuurketens:
o Koolstofketens met carboxylfunctie
o Verzadigd of onverzadigd (dierlijk: meestal elk 1)
o 16 of 18 C-atomen meest voorkomend (12-24 mogelijk, altijd even)
o Zie quizlet voor namen
- Polaire groepen (achter fosfaatgroep): neutraal of - geladen
o OH-groep => diaglycerol-3-fosfaat
o Ethanolamine
o Serine
, o Choline
- Inositolringen dragen één of meerdere fosfaatgroepen: polyfosofïnositiden
o Interageren met membraangeassocieerde eiwitten
o Spelen belangrijke rol als secundaire boodschappermoleculen
- Varianten:
o Difosfatidyglycerol
o Glycerofosfolipidenvarianten
▪ Etherbindingen ipv esterbindingen: fosfolipide-ether
2.3 Glycolipiden
- Ceramide + diacylglycerol + suikergroep
- 3 groepen
o Cerebrosiden: onvertakte suikerketens, meestal:
▪ 1ste glucose
▪ Volgende: galactose of N-acetylgalactosamine
o Groep 2: vertakte, langere neutrale ketens
o Gangliosiden: complexe, negatief geladen met N-acetylneuraminezuur (=siaalzuur)
2.4 Cholesterol
- Typisch voor dierlijke systemen (vooral in plasmamembraan)
- Neutraal
- Vlakke molecule (door stoelconfiguratie en transfusie naburige ringen)
- Polair gedeelte: hydroxylgroep
2.5 Fosfolipidendubbellaag
- Alle membraanlipiden één algemeenstructureel kenmerk: amfipatisch
⇨ In waterige omgeving gaan hydrofobe staarten spontaan samenklitten
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper elisabethdm. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,99. Je zit daarna nergens aan vast.