Expeditie TP:
Werkveld klinische psychologie:
Structuur van de Geestelijke GezondheidsZorg (GGZ):
Basisbegrippen:
• Stepped care principle: getrapte zorg zoals in de medische wereld. Eerste stap is
de onderste trede, niet ernstige problematiek. Als het niet beter wordt ga je naar de
volgende stap, hulpverlening die meer gespecialiseerd is en je verder kan helpen. Je
begint onderaan en gaat als het moet altijd trapje hoger.
• Subsidiariteitsbeginsel: voorkeur geven aan de minst ingrijpende vorm van
hulpverlening en meer gespecialiseerde hulp inschakelen als het echt nodig is
Pyramide model van GGZ:
Hoe meer naar boven hoe intensiever en gespecialiseerder de zorg. Ambulant: blijf je thuis
Residentieel: verblijf/opname
1. Zelfzorg:
→ Kan heel breed zijn: zelfcompassie, jezelf de tijd en ruimte geven, gaan
sporten, geregeld stil staan hoe je je voelt.
→ Soms is zelfzorg niet genoeg, dus volgende trap naar informele zorg
1
,2. Informele zorg in de gemeenschap:
→ Dit is nog steeds geen professionele hulp, maar mensen in je
netwerk/omgeving die je helpen
• Mantelzorg: bv familielid
• Patiëntenverenigingen: doel= mensen samen te brengen, de stem van
patiënten te vertegenwoordigen
• Zelfhulpgroepen: bv AA, lotgenotencontact is heel belangrijk
• Buddywerking: vrijwilligers kunnen buddy zijn voor oa mensen met een
psychische kwetsbaarheid, mensen die weinig ondersteuning hebben van hun
netwerk/omgeving. Hebben niet altijd de kerntaak om psychologische hulp te
bieden
Voorzieningen en diensten die niet primair met GGZ bezig zijn (OCMW, VDAB,
onderwijs,…)
3. Eerstelijnsgezondheidszorg:
Kenmerken:
• Lage drempel, iedereen kan er terecht
• Kortdurende en “onmiddellijke” hulp bij lichte tot matige psychische
problemen: informatie, advies, counseling & coaching, ondersteuning
• Doorverwijzing naar meer gespecialiseerde hulp indien nodig
→ Meer professionele/formele hulpverlening. 1ste niveau hiervan is
eerstelijnsgezondheidszorg.
→ Lage drempel: geen hele procedure nodig
→ Eerstelijnsgezondheidszorg is generalistisch, grote variantie aan hulp
→ Filteren is wel cruciaal, want is niet helemaal gespecialiseerd in bepaalde
ernstige onderwerpen
Voorbeelden:
Huisarts, wijkgezondheidscentra, CAW, Tele-onthaal, Awel, ELP-conventie
4. A. Psychiatrische Afdelingen in Algemene Ziekenhuizen: PAAZ-afdeling:
→ Gespecialiseerder en intensiever want mensen hebben geen lichte tot matige
problemen maar matige tot ernstige problemen
→ Opname is minstens 2 weken
B. Geestelijke gezondheidsdiensten in de gemeenschap:
Bv.
• Centra Geestelijke Gezondheidszorg (CGG): ambulante werking
• Psychiatrische Zorg in de Thuissituatie (PZT)
• Initiatieven Beschut Wonen (IBW): ondersteunt worden, meestal mensen die
net opgenomen zijn geweest. Patiënten participatie: overleg met mensen
betrokken bij begeleiding
• Dagcentra, privé-praktijken, revalidatiecentra,…
Kenmerken:
• Cliënten doorverwezen vanuit lagere niveaus, maar ook op eigen initiatief
• Hulpverleners werken met specifieke problematieken en/of vanuit specifieke
methodieken
• De problematiek van de cliënt vereist meer gespecialiseerde hulp
2
, 5. Faciliteiten lang verblijf en gespecialiseerde psychiatrische diensten
→ Bovenste niveau: meest gespecialiseerde en intensiefste, residentieel. Dit is
anders dan PAAZ want dit is puur psychiatrisch ziekenhuis
Kenmerken:
• Vrijwillige of gedwongen opname (collocatie)
• Gespecialiseerde residentiële hulpverlening, afgestemd op ziektebeeld
• Voor mensen met een ernstige, complexe of chronische psychiatrische
aandoening (kan ook door context, gebeurtenissen die niet chronisch zijn)
Voorbeelden van gespecialiseerde afdelingen in psychiatrische ziekenhuizen:
• K-dienst (kinderen psychiatrische dienst)
• Gerontopsychiatrie (ouderen; doorgaans 65plussers)
• Forensische psychiatrie (bv. FPC)
De GGZ is in beweging!
• Vermaatschappelijking van de zorg
• Herstel (wordt meer en meer in de thuissituatie gedaan met mobiele hulp), inclusie,
gelijkwaardigheid
• Belang van ervaringsdeskundigheid (mensen die ervaring hebben en soms geen
opleiding hebben gedaan)
De rol van de psychologische consulent in het werkveld KLP:
4 disciplines in een multidisciplinair team:
• Psychologische discipline:
- Psycholoog
- Psychiater
- Psychologisch consulent
- Psychiatrisch verpleegkundige
• Paramedische discipline:
- Ergotherapeut
- Kinesist
- Logopedist
• Opvoedkundige discipline:
- Opvoeder
- Orthopedagoog
• Sociale discipline:
- Maatschappelijk werker
Mag diagnose stellen: psychiater, psycholoog, klinische orthopedagoog
Mag medicatie voorschrijven: psychiater
Wetgeving: onderscheid tussen autonome en ondersteunende gezondheidszorgberoepen
• Autonoom: klinisch psycholoog, klinisch orthopedagoog, arts/psychiater (zelfstandig,
mag diagnoses stellen)
• Ondersteunend: psychologisch consulent, orthopedagogisch
consulent (ondersteuning aan de autonome hulpverlening)
3