Samenvatting Bloed 2
H1 – Hematologische diagnostiek
Symptomen
Vaak gerelateerd aan beenmerginsufficiëntie – symptomen zijn vrijwel aspecifiek
- Anemie/RBC-daling:
o Moeheid
o Dyspnee (bij inspanning), duizeligheid, tachycardie en hartkloppingen (compensatie)
- Granulopenie/neutropenie (granulocyten-daling): toename bacteriële en schimmelinfecties
- Trombocytopenie (trombocyten): bloedingen (huid, mucosae)
- Lymfopenie (T-cellen/AIDS): toename virale, protozoaire en fungale infecties
- Stollingsstoornis: bloedingen (spieren en gewrichten)
- Lymfoide tumoren: gestoorde B- en T-cel immuniteit met infecties
Etiologie van lymfadenopathie
Infectieus - Viraal: EBV, CMV, mazelen, rubella, HIV, virale hepatitis
- Bacterieel in drainagegebied van lokale infectie (tandabces),
TBC, syfilis, brucellose, salmonella, endocarditis
- Schimmels: histoplasmose
- Protozoa: toxoplasma
Tumoraal - Lymfoom: Hodgkin en non-Hodgkin
- Leukemie: vnl. lymfocytair (chronische lymfatische en acute
lymfoblastische leukemie)
- Macroglobulinemie van Waldenström (lymfoplasmocytair
lymfoom met IgM overproductie)
- Metastase carcinoom
Inflammatoir - Auto-immuun: SLE, RA
- Sarcoïdose
Medicatie
Hyperthyroïdie
- Intrathoracaal en intra-abdominale lymfeklieren d.m.v. beeldvorming
- Lymfeklierbiopt bij onduidelijke diagnose – anatoompathologisch, cytologisch en
microbiologisch en flowcytometrie
Etiologie van Splenomegalie
Infectieus - Mononucleosis infectiosa/EBV
- Bacteriële endocarditis, TBC, brucellose
- Leishmaniose, schistosomiase, malaria
Inflammatoir en auto- - SLE, RA
immuun - AI-trombocytopenie (ITP), AI-neutropenie, AI-
hemolytische anemie
Infiltratief - Leukemie, lymfoom
- Myeloproliferatieve neoplasie
- Stapelingsziekten (Gaucher, Niemann-Pick, glycogeen,
amyloïdose)
- Tumoren en cysten
Hereditaire hemolytische - Sferocytose, elliptocytose, thalassemie, sikkelcelanemie
1
, anemie (begin)
Congestief - Levercirrhose
- Trombose v. porta, v. sushepaticae
- Obstructie v. lienalis
- Congestief hartfalen
Idiopathisch
Hematologische diagnostiek
Eerste oriëntatie d.m.v. perifeer bloedbeeld en stollingsonderzoek (aPTT, PT, fibrinogeen) – zie tabel
Beenmergonderzoek:
- Voorkeur – zowel beenmerg- als botbiopsie
o Beenmerg – uitstrijkje
o Bot – anatomo-pathologisch
- Beenmergaspiraat:
o Kweek: CFU progenitor kweek en karyotype
o Membraanmerkers/flowcytometrie
- Indicaties
o Onverklaarde anemie/leukopenie/trombocytopenie
o Pancytopenie (WBC, RBC, trombocyten)
o Vermoeden leukemie, myeloom, lymfoom
o Staging van lymfoom
o Evaluatie ijzerreserves
o Uitsluiten metastase
o Diagnose granulomateuze infecties (TBC, brucellose, histoplasmose)
o Myeloproliferatieve neoplasia
o Stapelingsziekten
2
,3
, H2 – oppuntstelling van anemie
Anemie = tekort aan Hb in perifeer bloed
Oorzakelijke indeling:
- Verminderde aanmaak van Hb of RBC
- Verhoogde afbraak van RBC (hemolytische anemie)
- Bloedverlies
Diagnostiek
1. Anamnese en fysisch onderzoek
2. Begin met MCV-bepaling – MCV-classificatie:
- Hypochrome Microcytaire anemie (MCV ↓)
- Normochromo Normocytaire anemie
- Macrocytaire anemie (MCV↑)
3. Perifeer bloeduitstrijkje
- RBC-anomalieën: abnormale productie of afbraak
- WBC en/of trombocyten anomalieën (kwantitatief en kwalitatief): veralgemeende
bloedziekte
4. Reticulocyten (= prematuur RBC)
= groter MCV en RNA inhoud + kleuring
- Informatie over kinetische basis
- Kleuring d.m.v.:
o Supravitale kleuring met methyleenblauw of cresylblauw OF
o Flowcytometrie met thiazoloranje
5. Serumijzer, TIBC (= transferrine) en serumferritine
- Indruk van ijzermetabolisme (benodigd bij erytropoiese)
- Ijzersaturatie/transferrinesaturatie = CFe/TIBC
o Nl. 20-50% M; 15-50% V
6. Plasma- en urinepigment
- Beoordeling van hemolyse
- Serum bilirubine (afbraakproduct Hb – hemolyse of leverziekte)
- Plasma hemoglobinemie (hemolyse – bind aan haptoglobine)
- Methemalbuminemie (Intravasale hemolyse)
- Serum haptoglobine (bindt vrij Hb, daalt bij hemoglobinemie)
- Hemoglobinurie (Hb zonder RBC) en hemosiderinurie (chronische intravasale hemolyse)
7. Beenmergonderzoek
- Bij onduidelijkheid of ter bevestiging – uitsluiten kwalitatieve of kwantitatieve
abnormaliteiten
- Ijzerkleuring (Perlskleuring) – ijzerreserves (hemosiderine) in macrofagen (siderofagen) en
erytroblasten (sideroblasten)
4