Taal: therapie - TOS
Taalontwikkelingsstoornissen hebben verschillende namen: OD, dysfasie, TOS, SLI, …
OD is een complexe spectrumstoornis:
Spectrum: continuüm van symptomen en problemen in verschillende taaldomeinen
o Taalinhoud
o Taalvorm
o Taalgebruik
Continuüm van symptomen: van zeer ernstige tot meer subtiele taalproblemen
Stoornis: hardnekkige problemen met typische stoorniskenmerken die je niet zomaar kan oplossen
OD is therapieresistent en vraagt een specifieke en intensieve begeleiding en compenserende hulpmiddelen.
Elke cliënt is anders en heeft een ander profiel, soms hebben ze enkel begripsproblemen en een goede
productie of omgekeerd.
Indirecte therapie
Indirecte therapie is gericht op het ondersteunen en adviseren van ouders om zo op een indirecte manier de
spraak- en taalontwikkeling van het kind te stimuleren.
Indirecte therapie gaat vaak samen met thuisbegeleiding. Hierbij worden de ouders en de omgeving gecoacht
om de spraak- en taalontwikkeling positief te beïnvloeden. Er wordt met de ouders in gesprek gegaan om na te
gaan wat er misloopt in de communicatie en wat er gedaan zal worden om het taalaanbod te versterken.
Het doel van thuisbegeleiding is de ouders helpen in de communicatie met hun kind en het optimaliseren van
het taalaanbod. De ouders voelen aan dat er iets niet klopt en dat het kind hen niet begrijpt, er wordt dan
samen met de ouders gekeken hoe ze geholpen kunnen worden.
Thuisbegeleiding is een specifieke vorm van indirecte therapie, thuisbegeleiding wordt geadviseerd bij heel
jonge kinderen (<3j). Deze kinderen zijn nog niet therapierijp, kunnen hun aandacht nog onvoldoende richten
en hebben meer baat bij indirecte therapie in de thuissituatie.
In de thuissituatie observeren hoe de communicatie verloopt met de omgeving (ouders, broers,
zussen) en wat verbeterd zou kunnen worden.
Niet therapierijp: kleuters kunnen nog geen halfuur stilzitten en kunnen hun concentratie nog
onvoldoende richten op de oefeningen
Bij kinderen met OD die therapie volgen, is het steeds zinvol om de ouders te betrekken bij de begeleiding.
Waarom?
De ouders stimuleren onbewust de taalontwikkeling van het kind tijdens de dagelijkse opvoeding.
Gunstig klimaat scheppen, speelgoed aanbieden, samen boekjes lezen, uitstappen maken, praten met
het kind, liedjes zingen, versjes opzeggen, gedrag bewoorden, …
1
, Ouders bieden dus een gunstig pedagogisch aanbod waaruit kinderen spontaan heel veel leren. Kinderen leren
taal door conversaties die te maken hebben met de alledaagse belevingswereld (Over het hier-en-nu praten).
Kinderen met OD gaan uit dit klimaat niet spontaan vanalles leren zoals normaal.
De ouders voelen aan dat het taalaanbod ontoereikend is want kinderen met OD kunnen het taalaanbod niet
optimaal benutten en leren minder spontaan uit gespreken met ouders. Hierdoor raakt de communicatie
tussen kind en ouders verstoord.
De ouder kan op verschillende manieren reageren:
Op een positieve manier omgaan met de communicatieproblemen
De ouders stellen zich vragen
Meer praten, ook in de plaats van het kind
Minder praten, kind geeft geen respons of begrijpt het niet
De ouder-kindinteractie kan hier soms zodanig door verstoord geraken dat er emotionele en/of
gedragsproblemen optreden. Deze problemen kunnen zowel intern als extern optreden.
Intern: in zichzelf, veel wenen, angst, …
Extern: frustratie, boos, agressie, …
In dit geval is professionele hulp dus heel belangrijk. We gaan de ouders coachen en tools aanreiken om de
communicatie te behouden, te herstellen en de gestoorde taalontwikkeling te verbeteren.
De communicatie met het kind verloopt grotendeels thuis, het is dus belangrijk dat de ouders in hun bekende
thuissituatie vaardigheden aangereikt krijgen om de communicatie te behouden of te herstellen en de
gestoorde taalontwikkeling te verbeteren.
Vormen
Thuisbegeleiding
In Vlaanderen komen kinderen tussen 0 en 6 jaar waarbij de taalontwikkeling niet of zeer moeizaam opgang
komt, in aanmerking voor thuisbegeleiding. De thuisbegeleiding of vroegbegeleiding gebeurt door een
multidisciplinair team.
Stappen in de thuisbegeleiding:
1) Aanmelding: kan via K&G, de huisarts, de kinderarts, de school
o Bij een vermoeden van een taalproblemen, nog geen diagnose van OD gesteld
o Vaak duurt het lang voor de ouders hulp durven zoeken
2) Eerste huisbezoek
o Een beeld krijgen van de problematiek, de concrete hulpvragen de verwachtingen
o De ouders informeren over de werking van de thuisbegeleidingsdienst
3) Regelmatige huisbezoeken
o Er is een vaste thuisbegeleiding, het is dus steeds dezelfde persoon dat komt
o De frequentie van bezoeken aanpassen aan de noden van het gezin
o Het doel is het aanbieden van opvoedingszekerheid en adequate communicatievaardigheden
o Inspelen op de zorgvragen van de ouders om problemen te voorkomen of op te lossen
Problemen rond taalontwikkeling, communicatie, algemene ontwikkeling, opvoeding
2