Het eerste prenataal onderzoek:
Prenatale zorg
Waarom?
Natuurlijk proces!?
Vaststellen en beoordelen van de kans op problemen en risico’s ~inschatten
Inschatten wanneer doorverwijzen of extra onderzoek
Geven van voorlichting en adviezen!
Opbouwen van vertrouwensrelatie
Partner en ev gezinsleden niet uit oog verliezen ~psycho-sociale
Doel prenatale zorg:
Het bewaken van moeder en kind
Het herkennen en voorkomen van pathologische veranderingen ~prenatale
preventie
Het verstrekken van voorlichting in verband met de levenswijze tijdens de
zwangerschap
- Enerzijds 2 cliënten: zowel moeder als kind
- Preventieve aanpak → voorkomen dat er grote problemen ontstaan; en als ze
optreden, ze tijdig herkennen en aanpakken vb. blijft kind nog goed groeien?
- Voorlichting geven aan koppel om in de mate van het mogelijke problemen te
vermijden vb roken/alcohol...
- Primair: levenswijze, wanneer controle, …
- Secundair: screening, waarom bijvoorbeeld die zwangere meer kans op problemen dan
de andere. Bv door bloedonderzoek...
- Tertiair: als er tekenen zijn van problemen , ze aanpakken.
Prenatale zorg:
• Kennis:
Wetenschappelijk onderzoek
-verantwoord/ evidence based
Permanente vorming (LLL):
- herkennen van risico pré-per-postnataal
-inschatten van graad risico → doorverwijzen?
• Kwaliteit:
Continue evaluatie van het systeem
Verloskundig beleid
Adequate geïndividualiseerde zorg
Kennis: up to date blijven van de onderzoeken.
Kwaliteit: wel een verloskundig beleid (kader), maar voor elke zwangere moet er een
individuele benadering zijn. Elke zwangere is anders! Fysiek, psychisch, gezinssituatie,...
Risico’s zijn anders.
Samenwerking:
Vroedvrouwen, gynaecologen, huisartsen,...
Richtlijnen:
➢ KCE (België)
➢ VIL (verloskundige indicatielijst ~Nederland)
Goede samenwerking nodig, want als er risico’s zijn, moet men bij elkaar advies
kunnen vragen en kunnen doorverwijzen...
RISICOSLECTIE→continu proces doorheen pre-per-postnatale zorg
1e prenatale controle:
Opstart perinataal zorgpad
Geïntegreerd zorgpad op basis van de behoeften van de toekomstige ouders
Verschillende zorgverleners
Centraal coördinator
Gedeeld elektronisch patiëntendossier
KCE: raadt ook persoonlijk prenataal advies (PPA) aan.
PPA’s: om toekomstige ouders alle nodige informatie te geven, zodat zij bewust kunnen
beslissen over de opvolging van de zgs, de bevalling en de eerste levensweken van
, hun kind. Er kan met de PPA’s een traject op maat uitgestippeld worden volgens de
behoeften en kunnen onnodige consultaties vermeden worden.
Vragen stellen!!! ANAMNESE
Anamnese:
• Algemene uitgebreide anamnese:
- Naam, voornaam, beroep, geboortedatum
- Internistische antecedenten (bloeddrukproblemen,....)
- Heelkundige antecedenten (gynaecologische ingrepen,...)
- Psychiatrische antecedenten: depressie,...
- Allergie: AB, jodium, latex,...
- Roken?, drugs?, alcohol?, seksuele agressie?, SOA’s?, problematische gezinssituatie??
- Familiale of erfelijke ziekten: diabetes, TWIN, congenitale afwijkingen,...
- Obstetrische antecedenten: complicaties, wijze van bevallen,geboortegewicht,...
- Lengte en gewicht
- Bloedgroep → kaartje!
• Verloskundige anamnese:
- Gebruik anticonceptie en datum van stoppen
- Zwangerschapstest gedaan? of bloedname?
- Vraag naar zwangerschapstekenen (moe,...)
- Navraag cyclus is van groot belang
✓ Regelmaat
✓ Duur
✓ Datum eerste dag laatste menstruatie (EDLM)
* Berekenen verwachte datum van bevalling (VDB)
Berekening à terme datum:
Kalendermethode: EDLM + 40 wkn (= 280 dgn)
Zwangerschapsschijf
Regel van NAEGELE:
- Primi:EDLM+9mnd+10dgn
- Multi:EDLM+9mnd+7dgn
Via echo tsn 6 – 12 wkn: kruin-stuitlengte (CRL)
- Rekening houden met verschil tsn beide à terme data
- Meer dan 7 dgn verschil = ECHODATUM
Bij eerste controle gebruik schijf van EDLM. Van zodra de VDB vast ligt anders gebruiken;
vertrekken van VDB. Info wat bij gebruik lage of korte cyclus?
Klinisch onderzoek:
• Gewicht
• Lengte
• BMI= (gewicht/lengte2)
, → Risicofactor op zwangerschapsverwikkelingen: BMI >35 of <18 !
• Bloeddruk
• Onderzoeken op basis van anamnese (vb klachten spataders, late 1e controle
zwangerschap, ... )
Aanvullend onderzoek:
Laboratoriumonderzoeken:
Bloedname:
- Bloedgroep en Rhesusfactor indien niet gekend (bloedgroepkaartje!!!)
- Irregulaire antistoffen
- Bloedbeeld:
- Hemoglobine
- Hematocriet
- MCV
- Rode bloedcellen
- Ev ferritine
- Hepatitis B (+ ev Hepatitis C)
- Rubella Ig G
- HIV
- Syfillis
Vetgedrukt worden geadviseerd vanuit KCE, sommige zorgverleners toch nog wel hun eigen
voorkeuren Vb Vit D
Bloedname (vervolg):
- Varicella (indien niet in voorgeschiedenis doorgemaakt)
- CMV Ig G: verpleging, kleuterleidsters,...: geen therapie voorhanden
- Toxoplasmose Ig G + Ig M
- TSH: schildklier
- Down screening
Urinecontrole:
- Eiwitten (stick) → vb nierproblemen
- Urinekweek → urineweginfectie
Bijkomend kan vb Chlamydia of Hep C bij risicopopulatie
Echografie:
- = echoscopie
- Ultrageluidsgolven →verplaatsen door lichaam en weerkaatsen op
grensvlakken van weefsels
→worden terug opgevangen door transducer
- Structuren in lichaam in beeld brengen
Echografie (vervolg):
- Binnen verschillende disciplines van geneeskunde • Verloskunde:
- Vaginaal/abdominaal o Verschillendedoelen:
* 1etrimester:termijnbepaling–nekplooimeting(Downscreening)
* 2etrimester:structureleecho(SEO)
* 3e trimester: groeiecho
* Op indicatie (afwijkingen)
- 2D-/3D-echografie
Echografie 1e prenatale controle:
Termijnbepaling! (9-12wkn)
- Intra-uterien aanwezig zijn van vrucht(zak)
- Hartactie?
- Eénling-meerling?
- Kruin-romplengte (CRL)→vaststellen VDB
- Bijzonderheden?
Echografie 1e prenatale controle:
Prenatale screening (11-13wkn)
- Hartactie
- Kruin-romplengte (CRL)*
- Nekplooi*
- Neusbeentje*
- Ledematen
- Maag/blaas
*: gegevens nodig voor combinatietest (zie verder)
Downscreening: