De babytijd
Fysieke ontwikkeling
1. Groei en stabiliteit
Snelle groei: gewicht
Geboorte: 3,5 kilo
5 maand: verdubbeld: 7 kilo
1 jaar: verdrievoudigd: 10 kilo
2 jaar: verviervoudigd: 14 kilo
Let op gemiddelde!!
Groeicurves dat jong kind heeft maken wij daarna nooit meer mee!
Snelle groei: lengte
Geboorte: 50 cm (meting is minder betrouwbaar -> ze moeten trekken aan de
beentjes om ze gestrekt te krijgen, meer meetfout)
Maat van de kleren komt overeen met de lengte van het kind.
1 jaar: 75 cm
2 jaar: 90 cm
Ook hier gemiddelde
Let op verhouding hoofd
,Vier principes van groei
Principes vormen verklating voor patronen aan hand waarvan onze groei zich voltrekt:
Cefalocaudaal (cefalo = hoofd, caudaal = staart, van kop naar staart)
Betrekking op richting van de groei
Groei begint met hoofd en bovenste lichaamsdelen en vervolgens uitstrekt
naar rest van lichaam
Visuele vermogens veel eerder ontwikkelen dan vermogen om te loopen
Al van kracht in baarmoeder, waar onwtikkeling van hoofd eerder plaatsvindt
dan die van voeten
Proximodistaal (proximus = dichtbij, distaal = veraf)
Ontwikkeling vanuit centrum van lichaam naar buiten toe
Geeft aan dat romp eerder groeit dan armen en benen
Nadat armen en benen zijn gegroeid, kunnen vingers en tenen groeien
Ontwikkeling van vermogen om verschillende delen vn lichaam te gebruiken
zo kunnen eerst hun armen effectief gebruiken en daarna pas handen
vb: motoriek: eerst bewegingen groot, tot kleinere bewegingen naar uit de
vingers
Hiërarchische integratie
Ontwikkelen eenvoudige vaardigheden afzonderlijk en onafhankelijk van
elkaar
Later vaardigheden geïntegreerd in complexere vaardigheden
Iets met hand grijpen, relatief complexe vaardigheid, is pas uitvoerbaar als
kind heeft geleerd hoe bewegingen van individuele vingers moeten beheersen
en integreren
Onafhankelijkheid van systemen
Verschillende lichaamssytemen verschillend groeitempo kennen
Patronen van groei van lichaamsomvang, zenuwstelsel en seksuele rijpheid
sterk uiteen
Ontwikkeling van het zenuwstelsel
Zenuwstelsel bestaat uit hersenen en zenuwen die door hele lichaam heen bevinden
Neuronen = basiscellen vh zenuwstelsel
Hebben cellichaam dat nucleus of celkern bevat
Hebben 1 vermogen dat hen onderscheidt van andere cellen: ze kunnen met
andere cellen communiceren. Daarvoor hebben ze aan 1 uiteinde cluster van
vertakkingen = dendrieten. Aan de andere kant lang uiteinde = axon.
Dendrieten = ontvangen boodschappen van andere cellen.
Axon= deel vh neuron dat boodschappen bevat die bestemd zijn voor andere
neuronen
Neuronen raken elkaar niet echt, ze communiceren met ander neuronen door middel
van chemische boodschappers, neurotransmitters, die tussen kleine spleten tussen
neuronen reizen
Synapsen = spleten
Bij geboorte hebben meeste neuronen in hersenen weinig verbindingen met andere
neuronen. Netwerk van neuronen wordt na tijd complexer. Complexiteit van
neuronenverbindingen blijft hele leven toenemen.
Capaciteiten hersenen worden gedeeltelijk bepaald door ‘snoeien’ van overbodige
neuronen
, Neuronen die geen verbindingen vormen met andere neuronen worden overbodig.
Uiteindelijk sterven ze af, waardoor zenuwstelsel efficiënter wordt. Als overbodige
neuronen verdwijnen, worden verbindingen tussen overgebleven neuronen
uitgebreid of verwijderd.
Resultaat: geactiveerde neuronen uitgebreide communicatienetwerken kunnen
vormen met andere neuronen.
Na geboorte blijft omvang van neuronen toenemen, krijgen steeds meer dendrietn en
axonen worden bedekt met myeline.
Myeline= vettige substantie die net als isolatie om elektriciteitsdraad, bescherming
biedt en overdracht van zenuwsignalen versnelt
Groei en toenemende complexiteit van resterende neuronen ervoor dat hersnen
indrukwekkende groei doormaken
Tijdens groeien zijn neuronen van baby ook in beweging: ze groeperen zich naar
functie. Sommige neuronen verplaatsen zich naar hersenschors, bovenste laag van
hersenen, terwijl andere op subcorticale niveaus, onder hersenschors terechtkomen.
Subcorticale niveaus, verantwoordelijk voor basale activiteiten als ademhaling en
hartslag, tijdens geboorte meest ontwikkeld.
Cellen in hersenschors verantwoordelijk voor hogere processen als denken en
redeneren, zich verder ontwikkelen en onderlinge verbindingen maken.
Zo maken synapsen en myelineisering na 3 à 4 maanden groeispurt door gebied vd
hersenschors dat betrokken is bij auditieve en visuele vaardigheden.
Groei correspondeert met snelle toename in auditieve en visuele vaardigheden.
Gebieden van hersneschors die verband houden met lichamelijke beweging groeien
snel, waardoor motorische vaardigheden verbeteren
Hersnenen beschermd door botten van schedel, zijn hoogst gevoelig voor bepaalde
typen letsel.
Shakenbabysyndroom: kan zich voortdoen als baby hardhandig door elkaar wordt
geschud door verzorger, uit onmacht, frustratie of woede over onophoudelijke huilen.
Wanneer baby zodanig geschud wordt dat hoofdje heen en weer beweegt, kan
schudden beschadigingen van hersenen, bloedvaten en zenuwen veroorzaken.
Bloedvaten van netvlies kunnen bloeden. Resultaten: kunnen verwoestend zijn en
ernstige medische problemen tot gevolg hebben, zoals blindheid, gehoorverlies en
spraakstoornissen. Sommige ervaren leerproblemen en gedragsstoornissen. In ergste
geval: dodelijke afloop.
, Omgevingsinvloeden op ontwikkeling van de hersenen
Ontwikkeling hersenen, die zich voor groot deel automatisch voltrekt als gevolg van
genetisch bepaalde patronen, zeer gevoelig voor omgevingsinvloeden
Plasticiteit = mate waarin zich ontwikkelende structuren of gedragspatronen te
veranderen zijn als gevolg van ervaringen
Tijdens eerst paar levensjaren is plasticiteit grootst. Omdat veel gebieden vd
hersenen nog niet voor specifieke taken ontwikkeld zijn, kan indien nodig taak van
gekwetst gebied door andere gebieden worden overgenomen
Plasticiteit biedt geen volledige bescherming tegen ernstig letsel
Zintuigelijke ervaringen zijn van invloed op omvang van individuele neuronen als
structuur van hun onderlinge verbindingen. Daardoor zijn hersenstructuur en gewicht
van hersenen van kindern opgegroeid in prikkelarme omgeving anders dan die van
kinderen die in stimulerender omgeving zijn grootgebracht
Gevoelige periode = specifieke, afgebakende tijd, meestal vroeg in leven van
organisme, waarin organisme meest gevoelig is voor omgevingsinvloeden die
betrekking hebben op specifiek facet vd ontwikkeling.
Gevoelige periode kan verband houden met ontwikkeling van specifieke delen van
zintuigen, zoals vorming van volledig functionerend gezichtsveld, ontwikkeling van
structuur vn lichaam, zoals vorming vd hersenen