POËZIE
KLANKPOZIE EN TYPOGRAFISCHE GEDICHTEN
Ritmische typografie: hoe groter, hoe luider/hoe kleiner, hoe stiller] hoe je moet lezen, klanken, muziek
Klank, poëzie, volume, ritme, tempo
Hoe je poëzie kon voortbrengen?
Oorlogsthematiek, Muziek(instrumenten), typografie
SLAM POTERY/ SPOKEN WORD EN HIPHOP
Slam poetery (’s georganiseerd): maatschappijkritisch Visuele
Slam: (wed)strijd wedstrijdvorm poëzie
Slam Poet: Hind Eljadid, Lisette Ma Neza (veel met migratieachtergronden)
Op een moment zelf elkaar overtroeven, de beste is, luidop dichten, elkaar proberen
overtreffen improvisatie (soms voorbereid)
klank(effecten), ritme, belangrijk
Spoken word: dezelfde soort poëzie (= klank, ritme, …) de dichter gebruikt het alleen i.p.v. wedstrijd
HET SONNET
HET ITALIAANSE SONNET
Totaal aantal versregels = 14
Strofe-indeling
o 2 strofen van 4 verzen = 2 kwatrijnen = een octaaf
o 2 strofen van 3 verzen = 2 terzinen = een sestet/sextet
Rijmschema: abba abba cdc dcd of soms: cde cde
o Octaaf: omarmend rijm
o Tussen octaaf en sestet: verandering van rijmklanken
Inhoudelijke wending = volta/ chute: Ommekeer in vorm valt samen met een ommekeer in inhoud
o Inhoudelijk ommekeer: ander idee in het sestet of een conclusie bij het octaaf
METRUM: Jambische pentameter
o = jambe u/ (= een versvoet): onbeklemtoonde lettergreep + beklemtoonde
o 5 versvoeten = een pentameter of een vijfvoet
een OOR-(1) -verDO-(2) -vend LUI-(3) -de VUUR-(4) -werkBOM (5) 5 jambes
HET ENGELSE SONNET
Totaal aantal versregels = 14 Metrum: ritme dat een vaste, terugkerende vorm aanneemt, waarbij
Rijmschema: abab cdcd efef gg elke versregel verdeeld kan worden in een aantal gelijke delen
Strofe-indeling (versvoeten)
o 3 kwatrijnen
Ritme: afwisseling van tempo en melodie
o 1 distichon
Volta/ chute: bij het distichon Klanksymboliek: Klanken kunnen bepaald gevoel uitdrukken uu, ie en
ij/ei vrolijks/licht, terwijl aa, oo en oe droevigs/zwaar
Metrum: jambische pentameter, mr niet strikt
VERKNIPT SONNET
Rijmschema: abab bcbc dde eff Kernachtig formuleren
Bondig beknopt
3 literaire hoofdgenres veel zeggen met weinig woorden uitdrukken
1. Poëzie lyriek SOORTEN korte verzen niet over gehele bladspiegel
RIJM-/KLANKEFFECTEN
Alliteratie gelijkluidendheid van beklemtoonde medeklinkers
woordena/hdiebegin v/ woorden (= stafrijm)
2. Proza epiek (verhaal, lange zinnen) –juiste
hoge hoed (vaker, volop, vakantie mooi meegenomen
raken:
–
woordenkunstenaar
zwarte kat, koffie met karakter)bladzijde
3. Theater drama Enjambement: zin die doorloopt op de volgende
Assonantie gelijkluidendheid van beklemtoonde klinkers
Klankeffecten, rijm de ziel (= gedachten/gevoelens), muziek
lieve vriend (zwarte kat, koffie met karakter – een mars per dag houd je aan de slag – je klikt het, je maakt het)
Dichterlijke vrijheid: taalregels bewust met stijlfiguren
goede reden niet toepassen Beeldspraak: dichter die ideeën/emoties overbrengt door beelden
,Acconsonantie/ rijm van enkel de medeklinkers van woorden
medeklinkerrijm Het houdt zijn adem in. Het witte zand … wind (je klikt het, je maakt het)
Volrijm gelijkluidendheid van 1 of meer lettergrepen op het einde v/ 2 of meer woorden
rap en stap (een mars per dag houd je aan de slag)
Mannelijke rijm 1 eindlettergreep rijmt apart en hart
Vrouwelijke rijm 2 eindlettergrepen rijmen kastanjebladen en zaden
Glijdende rijm 3 eindlettergrepen rijmen kinderen hinderen
Gepaard rijm eindlettergrepen rijmen: aabb
Gebroken rijm abcb
Gekruist rijm abab
Omarmende rijm abba
Eindrijm rijmende woorden staan op het einde vd verzen
Ik heb je lief Je bent mijn hartendief
Voorrijm rijmende woorden staan aan het begin van/vooraan in verzen
Laat enkel gedurende kort getij Haat en nijd zegevieren.
Middenrijm rijmende woorden staan in het midden vd verzen
Ik heb berouw van alles wat ik heb gedaan Maar was trouw aan mijn principe
Binnenrijm rijmende woorden staan in het midden van eenzelfde vers
Wat we geven is gebleven
Kettingrijm of laatste woord van een versregel rijmt met het eerste woord vh volgende vers
overlooprijm en de vogels op de daken waken over wind en regen
Rijkrijm Twee woorden klinken volledig gelijk.
ligt en licht
ANDERE KLANKEFFECTEN
Onomatopee woorden waarvan de klanken een bepaald geluid nabootsen Koekoek
Ritme afwisseling van tempo (vlug tegenover langzaam, gebruik van pauzes) en melodie (beklemtoonde
tegenover onbeklemtoonde lettergrepen)
Metrum ritme dat vaste/terugkerende vorm aanneemt, elke versregel verdeeld in aantal gelijke delen (versvoeten)
Klankexpressie Klanken bepaald gevoel uitdrukken. uu, ie & ij/ei vrolijks uit, terwijl aa, oo & oe droevigs
of
Befloersde trom
klanksymboliek
Noch rouwgebrom
Ga romm’lende om
BEELDSPRAAK
Metafoor vergelijking op grond van een overeenkomst waarbij het vergelijkingswoord niet genoemd wordt
Je bent een engel (zwarte kat, koffie met karakter)
Synesthesie Waarnemingen van verschillende zintuigen worden aan elkaar gekoppeld
rode stemmen (ontdek de nieuwe verfrissende smaak)
Personificatie Een niet-menselijk organisme of een ding krijgt menselijke eigenschappen.
De wind fluistert geheimen. (zwarte kat, koffie met karakter)
Vergelijking vergelijkingswoord gewezen op overeenkomst tussen het verbeelde en het beeld
(x is als y) Je bent (zo lief) als een engel.
metonymie Tussen verbeelde en beeld bestaat geen overeenkomst maar andere relatie, bijv. materiaal-voorwerp,...
We drinken een glas. Ze hebben geen dak boven hun hoofd.
animalisering Levenloos ding krijgt levende eigenschappen
Op 1 september blaft mijn schooltas me weer toe. De tijd vliegt.
ANDERE STIJLFIGUREN
Neologisme nieuw woord, uitgevonden door de auteur om zijn ideeën of gevoelens beter te kunnen uitdrukken
En hoor het eens rinkinken! (Boutens) (mijn was blijft winkelmooi)
Allusie een toespeling op (= subtiele verwijzing naar) iets wat iedereen kent (uitspraak, spreekwoord, titel boek/film, persoon,
‘Ik keek nog even de kersen uit de boom.’ (i.p.v. ‘de kat uit de boom kijken’) (alle wegen leiden naar friskies - een mars
per dag houd je aan de slag)
Chiasme De overeenkomstige termen van twee formuleringen worden in omgekeerde volgorde geplaatst
Denkend aan de dood kan ik niet slapen Niet slapend denk ik aan de dood (lekker intens, intens lekker)
Paradox stelling die op eerste gezicht tegenstrijdigheid bevat, maar twee schijnbaar tegengestelden toch verzoenen
sterven om te leven (groot geworden door klein te blijven)
Woordspelling waarbij de letterlijke en een figuurlijke betekenis van dat woord of die uitdrukking gecombineerd worden om
/dubbele bodem tot een speels (vaak humoristisch) effect te komen.
‘Dat is mooi meegenomen’ als slogan voor een tussendoortje dat je makkelijk kan meenemen.
Antithese tegenstelling, twee aan elkaar tegengestelde begrippen die bij elkaar zodat meer opvallen
Ik wou alles, nu heb ik niets (groot geworden door klein te blijven)
, Parallellisme zinsdelen of zinnen/verzen met gelijke opbouw (gelijklopend)
Somtijds als vingers aan een hand Somtijds als blaren aan een plant (je klikt het, je maakt het)
Enjambement zin is verdeeld over 2 of meer versregels woord/woordgroep meer klemtoon of betekenis te geven
Ik ben volledig thuis
in bits en bytes en cd-rom,
in Windows, e-mail en dot-com.
Anafoor herhalen van woorden aan het begin van elkaar opvolgende verzen of zinnen
'k Kwam op 'n brugje 'k Kwam op 'n wegje 'k Kwam 'n roodbont hondje tegen
Climax geleidelijke stijging naar hoogtepunt, opsomming met steeds sterkere woorden
Twee, zes, twintig, honderd jaar wacht ik op jou.
anticlimax Opsomming met woorden die steeds zwakker worden.
Ik vloog, rende, strompelde naar jou.
hyperbool overdrijving, gevoelens of een idee worden te sterk uitgedrukt.
Ik wachtte een eeuwigheid op jou.
understatement Gevoelens of een idee worden opzettelijk te zwak uitgedrukt
Als je een zware onvoldoende gekregen hebt, zul je wel wat foutjes gemaakt hebben.
oxymoron bijzondere vorm van tegenstelling waarbij 2 begrippen worden gecombineerd tot 1 begrip
oorverdovende stilte
litotes eufemisme waarbij omschreven door tegenovergestelde ervan te ontkennen (niet/geen + adjectief)
Hij is niet dom. (betekent: hij is slim)
Herhaling Door woorden of woordgroepen te herhalen krijgen ze speciale aandacht.
Zeg me hoe voelt het op je troon van goud Zeg me hoe voelt het
L ITERAIRE ARGUMENTEN
1. compositorisch of structureel argument: verloop/opbouw verhaal
in hoofdstukken, wisselend vertelperspectief, tijdsprongen, met al dan niet genoeg afwisseling tussen
beschrijvingen, acties en/of dialogen, met een al dan niet goede spanningsopbouw…)
2. realistisch argument: hoe realistisch/beoordeelt geloofwaardigheid
(het komt al dan niet realistisch/geloofwaardig/levensecht/karikaturaal over)
3. identificatieargument: inleven in personage gaat over hoezeer jij je identificeert met personages of
jezelf herkent in het verhaal
info, gedachten, gevoelens, empathie met die persoon.
4. emotief argument: Gaat over het gevoel dat het verhaal oproept
Het was aangrijpend, ontroerend, maakte je aan het lachen, riep een gevoel van spanning op
5. stilistisch argument: gaat over de schrijfstijl
(poëtisch, beeldend, humoristisch, lang, kort, moeilijk, eenvoudig, onderkoeld, melodramatisch, adj
6. didactisch argument: leerde je iets bij
7. vernieuwings- of originaliteitsargument: mate vernieuwend/verrassend is, in welke mate het anders
is dan wat je eerder las
Was het iets nieuws of altijd zo
Kunststroming: beweging in de kunst die wordt gekenmerkt door een
bep. stijl en bep. ideeën, en die verbonden is met bep. historische periode
LITERAIRE STROMINGEN
ROMANTIEK 18E EN 19E EEUW