ALGEMENE KENNISMAKING MET CRIMINOLOGISCHE THEMA’S
WAT IS DE CRIMINOLOGIE?
Wat is de criminologie?:
Wat criminaliteit is hangt af van locatie en tijd
Intrinsiek multi- en intradisciplinair= criminologen doen beroep op verschillende inzichten en disciplines
Garland: criminologie heeft 2 hoofdkenmerken
Empirisch gegrond: gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek
Focus op criminaliteit
Garland: criminologie heeft 2 grote projecten
Lombrosiaans project: Lombroso deed als eerste empirische onderzoeken gericht op de oorzaken van
criminaliteit
Gouvernementele project: praktische aanpak om strafrechtssysteem te ondersteunen
Beroemde definitie en een eigen invulling:
Criminologie is “the study of the process of law-making, law-breaking and law-enforcing”
Problemen met de algemene definitie: wetgeving is heel breed, heel hard gefocust op de wet en niet perse de
criminaliteit
Eigen definitie: de studie van gedragingen en activiteiten die gecriminaliseerd zijn of als
schadelijk/deviant worden ervaren (incl. hun actoren en oorzaken), de (de-)criminalisering, controle
en preventie ervan en de andere maatschappelijke reacties erop
Aandacht voor actoren en oorzaken want deze kunnen ook bepalen of iets gecriminaliseerd word of
niet
3 hoofdthemas:
1. Onderzoek naar criminaliteit/daders, onveiligheid, hun oorzaken en gevolgen
2. Onderzoek naar de processen van (de-)criminalisering
3. Onderzoek naar het criminaliteitsbeleid en maatschappelijke reacties op criminaliteit (vb. hoe zijn
gevangenisstraffen populair geworden en hebben ze de lichamelijke straffen van vroeger ontvangen)
WAT DOEN CRIMINOLOGEN?
Waar vinden criminologen werk?:
Justitie en politie
Bijzondere jeugdzorg
Privésector
…
Criminologie: “een huis met vele kamers”:
Vanuit onderzoek:
o Meerdere onderzoeksthema’s
o Vanuit meerdere disciplines
o Vanuit meerdere paradigma’s (waarden, opvattingen over mens en maatschappij…),
o Aan de hand van meerdere onderzoeksmethodes
Vanuit de arbeidsmarkt:
o Meerdere domeinen
o Meerdere types van functies
1
,CONCLUSIE
Criminologie is “the study of the process of [LP: criminal] law-making, law-breaking and law-enforcing”
(Sutherland, 1937)
o … en nog iets meer: sociale constructie, onveiligheid, deviantie
Er zijn twee hoofdkenmerken
o Empirisch gegronde, wetenschappelijke aanpak
o Focus op criminaliteit
En twee grote projecten (Garland, 2002)
o Gouvernementele project
o Lombrosiaanse project
WAT IS CRIMINALITEIT EN WAT IS CRIMINOLOGIE?
WAT IS CRIMINALITEIT?
Wat is criminaliteit?:
Het concept ‘criminaliteit’ is “in wezen betwist”: normatief en complex
Strafrechtelijke definities van criminaliteit stellen een “anker” MAAR enkel op mechanische wijze
Criminaliteit is “een daad OF een nalatigheid, die wordt beschouwd als een misdrijf dat wordt bestraft via het
strafrecht.”
Vaak worden strafrechtelijke definities van criminaliteit gebruikt, die zijn wel voldoende MAAR
Beperkingen van strafrechtelijke definities van criminaliteit:
Gaan niet dieper in op ware aard van criminaliteit
Dynamisch: is in beweging of in staat tot verandering
Niet steeds duidelijk
Verschillen tussen landen
Gedragingen voordelig voor sociale vooruitgang
Ondanks deze (en andere) beperkingen volgen de meeste positivisten
zonder meer strafrechtelijke definities
Andere problemen met strafrechtelijke definities:
Burgers of experten weten niet precies wat crimineel is
Volgens Stuntz omvat het strafrecht twee verschillende onderdelen
o Een beperkt aantal kernmisdrijven
o Al het overige dat in het strafrecht is opgenomen
Verschil tussen formele en daadwerkelijke criminalisering
Onmogelijkheid om het strafrecht op inhoudelijke wijze te definiëren
o Ashworth: strafrecht = “een verloren zaak vanuit principieel oogpunt”
o EHRM (= Europees Hof voor Rechten van de Mens) gebruikt enkel formele en procedurele
bepalingen om het strafrecht van het burgerlijk recht te onderscheiden
Constructivisme: van problematisering van legalisme tot nihilisme:
Vanaf de jaren ‘60 problematiseren constructivisten strafrechtelijke definities
o “Criminaliteit” is het gevolg van de interactie tussen samenleving, “daders,” andere burgers,
media en vertegenwoordigers van het strafrechtssysteem
… en ze drijven ze ook soms tot het uiterste:
2
, o Vb. volgens Hulsman (1986) “kent criminaliteit geen ontologische realiteit”
MAAR sommige constructivisten (bv. postmodernisten) vervallen in relativisme en nihilisme
Alternatieve definities van criminaliteit:
Sellin (1938): gevolg van conflicterende gedragsregels
Schwendigers (1974): schendingen van mensenrechten
Hirschi en Gottfedson (1990): “daden van geweld of fraude die worden ondernomen uit eigenbelang”
Andere wetenschappers: ‘deviantie’ i.p.v. ‘criminaliteit’
Het begrip “criminaliteit” afschaffen?:
Vele criminologen vertrekken vanuit strafrechtelijke definities
Vooral kritische criminologen pleiten voor de afschaffing van het criminaliteitsbegrip
o Voor Christie is criminaliteit een “geschil tussen aanwijsbare partijen”
MAAR: ook sommige positivisten pleiten hiervoor
o vb. Gottfredson ondersteunt “crime-free criminology”
Zemiologen (vb. Hillyard en Tombs) willen “criminaliteit” vervangen door “schade”
o Greenfield en Paoli (2013; 2022) kiezen middenweg: strafrechtelijke definities + erkenning
centraliteit schade + pleidooi voor beleidsevaluatie
Criminaliteit en dus criminologie hebben te maken met morele waarden en normen
WAT IS CRIMINOLOGIE?
Klassieke indeling van wetenschapsdomeinen:
Materieel voorwerp = studieobject, MAAR: Wat is het studieobject van de criminologie?
De criminologie bestudeert:
o De fenomenen criminaliteit en onveiligheid
De fenomenologie ervan (criminografie) en;
de samenhang ervan met sociaal-structurele en individu-gebonden kenmerken
(etiologie)
o De benoemingsprocessen van criminaliteit
o De wijze waarop de samenleving tegen deze criminaliteit reageert via preventie,
misdaadbestrijding, bestraffing, nazorg en andere private reacties
In de VS ook bekend als criminal justice studies
Problemen bij materieel voorwerp:
o Definitie van criminaliteit is problematisch
o Veel criminologen bestuderen niet alleen statelijk gedefinieerde criminaliteit
De term “deviantie/ afwijkend gedrag” is een alternatieve term
Formeel voorwerp = wijze waarop de wetenschap wordt bedreven, methode en achterliggende theorie
Bestaat een specifieke criminologische invalshoek?
Is criminologie een zelfstandige discipline?
Problemen bij formeel voorwerp:
o Multi-, pluri- en/of interdisciplinaire benadering …
Pluri/multidisciplinair: inzichten en methoden uit diverse wetenschappen
Interdisciplinair: volledige integratie van diverse disciplines
o MAAR interdisciplinariteit is moeilijk te realiseren
3
, Voor Sellin (1970) “the criminologist does not exist who is an expert in all the
disciplines which converge in the study of crime”
Dus geen echt bewijs van specifieke, zelfstandige discipline
o Verschillende onderzoeksbenaderingen
o Verschillende ontologische en epistemologische
uitgangspunten + verschillende methodologieën
… en dus verschillende onderzoeksparadigmata
Ontologie: ‘het zijnde’, zijnsleer:
Ontologie heeft betrekking op
1. Visie op de mens (mensbeeld):
o Determinisme/probabilisme versus vrije wil
o Biologische, psychologische en sociologische positivisme versus (neo-)klassieke benaderingen
2. Visie op de wereld
o Twee (extreme) ontologische standpunten:
o ‘Objectivisme’ versus ‘Constructivisme’
o Vandaag mildere vorm van constructivisme ‘kritische realisme’ vaak gehanteerd
3. Visie op de maatschappij
1. Consensusmaatschappijmodel
De wet = weerspiegeling collectieve wil bevolking, behandelt alle mensen gelijk
Wetsovertreders = ‘buitenstaanders’, specifieke subgroep
2. Pluralistisch maatschappijmodel
Samenleving = verschillende groepen, conflict mogelijk
MAAR: eensgezindheid tussen groepen over conflictoplossing
Rechtssysteem = waardevrij
3. Conflictmodel
Samenleving = verschillende groepen, conflict mogelijk
Wetgeving en rechtssysteem dienen de belangen van de politiek machtigen; het openbaar
belang bestaat niet
Epistemologie: de leer van de kennis:
De ‘grondslagen’ of ‘maatstaven’ van kennis is centrale vraag van epistemologie
o Hoe kunnen we de ‘ware’ kennis over de werkelijkheid verkrijgen?
Specifiek voor de sociale wetenschappen: kunnen we de sociale wereld bestuderen volgens dezelfde
principes als de exacte wetenschappen?
2 epistemologische uitgangspunten:
1. De relatie onderzoeker en onderzochte: objectief, afstandelijk en neutraal
Realiteit (kennis) kan objectief gemeten worden met betrouwbare designs en tools
Onderzoek als ‘doorkijkspiegeloperatie’: geen beïnvloeding realiteit (studieobject) door
onderzoeker en vice versa
Maken meestal gebruik van rigoureuze onderzoeksmethodes en statistiek
Versus
2. De relatie onderzoeker en onderzochte: subjectief en betrokken
Interpretatie van de werkelijkheid nodig om onderliggende betekenis te weten te komen
De relatie onderzoeker – onderzochte is subjectief en betrokken, interactie
4
, Onderzoeker is niet waardenvrij
Methodologie: de leer van de methode:
Onderzoeksmethoden worden meestal bepaald door de ‘gekozen’ ontologie en epistemologie
DUS… aan de gebruikte methode kan je meestal de achterliggende ontologie en epistemologie
herkennen
Twee ‘basis’ onderzoeksparadigmata:
Combinatie van de mildere vorm van constructivisme en kritische realisme het vaakst gehanteerd
Criminologie als zelfstandige discipline?:
Om een zelfstandige discipline te zijn, zou een wetenschap over een eigen materieel en formeel
voorwerp moeten beschikken
o Bestaat het materieel voorwerp alleen uit officiële criminaliteit?
o Geen “eigen” epistemologische, conceptuele, operationele, en analytische grondslagen,
MAAR eclecticisme of echange tussen diverse wetenschappen
DAAROM is criminologie voor Sellin “a bastard science”
Toch zijn er ook bij criminologie vele kenmerken van een zelfstandige discipline
o Universitaire opleidingen
o Verenigingen van onderzoekers
o Gespecialiseerde wetenschappelijke tijdschriften en fora
CONCLUSIE
Definiëren van criminaliteit is problematisch
o Strafrechtelijke definities zijn vaak voldoende, maar hebben ernstige beperkingen
Criminologie is pluri/multidisciplinair, maar zelden ook interdisciplinair
Criminologie is een “bastard science”
5
, o Materieel voorwerp: onduidelijk
o Formeel voorwerp: verschillend
Ondanks deze beperkingen vertoont ze toch tekenen van een zelfstandige discipline
GEGEVENSBRONNEN VOOR CRIMINOLOGEN
HISTORISCHE ACHTERGROND
Vanaf de 17de eeuw vraag naar de verzameling van officiële statistieken van o.a. criminaliteit (bv. Petty,
en later ook Guerry of Quetelet)
Groeide in de 19de eeuw uit tot een meer systematische meting van bevolkingskenmerken,
overheidsdiensten merkten ook dat dit in hun belang was om op versch aspecten van maatschappij te
verzamelen
Meting aan hand van officiële cijfers/ politiecijfers
o ‘Legalistisch standpunt’ vs. ‘realistisch’ of ‘institutioneel standpunt’
Legalistisch standpunt: Pas wanneer er een vonnis word uitgesproken kan men
praten van criminaliteit
Institutioneel/ realistisch standpunt: Veel gevallen van criminaliteit blijven ongekend
dus er is dan ook geen vonnis
In loop 20ste eeuw groeide twijfels over politiecijfers: men werd zich meer bewust van de beperkingen
van deze bron van informatie, steeds meer criminologen wilden niet 100% afhankelijk zijn van officiële
cijfers, onafhankelijk van de overheid
Alternatieve metingen (los van overheidsinmenging): surveymethodes (= de bevolking ondervragen)
o Zelfrapportages (self-reports)
o Slachtofferenquêtes
OFFICIËLE CRIMINALITEITSCIJFERS
Wat zijn officiële criminaliteitscijfers?:
Officiële criminaliteitscijfers vloeien voort uit de normale werking van het strafrechtstelsel
Cijfers geregistreerd door politionele en justitiële actoren (bv. veroordelingsstatistieken of
strafuitvoeringsstatistieken)
Meest besproken vorm hiervan = geregistreerde criminaliteit door de politie (politie is verplicht
bepaalde formulieren in te vullen)
Officiële criminaliteitscijfers in België:
Vóór 1994 geen 1 nationale politionele criminaliteitsstatistiek, met verschillende problemen tot gevolg
o Gegevens werden verzameld door versch politiediensten met elk zn eigen methodes en
procedures waardoor er niet genoeg volledige info en cijfers beschikbaar zijn
In 1994: oprichting van de Geïntegreerde Interpolitiële Criminaliteitsstatistiek (GICS) omdat men
besefte dat goede statistieken wel essentieel waren
GICS ontwikkelden statistische definities en ontwikkelden een systeem
In 1999: hervorming politie waardoor veel gegevens verloren gingen en we dus eig pas vanaf 2000
deftige statistieken hebben
Heden: de Geïntegreerde Criminologische Statistiek (GCS)
o Doelstelling is om echt geïntegreerde statistiek te ontwikkelen zodat elk dossier en elke PV
zou opgevolgd kunnen worden door statistische gegevens zodat we altijd goed kunnen zien
wat er gebeurd is
o Hierbinnen publiceert de politie de Politiële Criminaliteitsstatistieken (PCS)
6
, • ‘Barometer’ inzake criminaliteit
o MAAR het ontbreekt nog steeds aan echte, geïntegreerde criminologische statistieken in
België
Officiële criminaliteitscijfers in internationale context:
International Criminal Police Organisation (Interpol)
o Interpol publiceert alle internationale vergelijkende studies en statistieken rond enkele
basisfeiten, ze hebben een soort sjabloon ontwikkeld dat word ingevuld door alle lidstaten
van interpol en jaarlijks publiceren ze dan een rapport hierover waarin men dan info en
vergelijkingen kan vinden
o Bv. vrijwillige doodslag, ernstige slagen en verwondingen,..
European Sourcebook of Crime and Criminal Justice Statistics
o Wordt iedere paar jaar gepubliceerd door de Raad van Europa-> eigenlijk betere bron want
Europaraad is breder dan Europese Unie (Rusland is bvb wel lid van Europaraad)
o Nuttige bron met vele sterktes: politiële statistieken aangevuld met zelf-rapportage (SO +
dader); aandacht voor vergelijken van delictomschrijvingen verschillende landen
Statistisch departement van de Europese Unie (Eurostat)
o Verzamelt data van de EU lidstaten
o Niet alleen over criminaliteit: ook economie, milieu, wetenschap,..
o Gegevens worden niet jaarlijks gepubliceerd waardoor het soms niet volledig genoeg is (op
termijn willen ze gegevens regelmatiger publiceren)
Sterktes en beperkingen van politiecijfers:
Sterktes Beperkingen
Gedetailleerder dan sommige anderen Meldingsbereidheid van de burger: veel misdrijven
blijven verborgen en dus geen PV van geschreven
(vb. bij lichte vormen van diefstal omdat de politie er
dan vaak niets aan kan doen, zedenfeiten worden
vaak niet aangegeven door schaamte)
Vroeg stadium van de strafrechtsketen Registratiebereidheid van de politie: soms ziet men
variatie in attitude van de politie bij aangifte (soms
worden mensen niet geloofd)
Haalcriminaliteit versus brengcriminaliteit
Haalcriminaliteit: drugshandel is er een voorbeeld van, cijfers van gevonden drugshandel groeien pas echt als
de politie veel investeert in het onderzoek ervan, geen duidelijk slachtoffer ervan
Brengcriminaliteit: criminaliteit die gebracht wordt naar de politiediensten door (meestal) de slachtoffers
Grootste beperking bij politiecijfers zijn gerelateerd aan het dark-number probleem= feiten die verborgen
blijven voor de politie, waar geen statistische melding van terug te vinden is
Nog grotere problemen bij internationale vergelijkingen:
Verschillen kunnen gevolg zijn van …
o reële verschillen in criminaliteit
o maar ook van verschillen tussen landen op volgende vlakken
• Definiëringen en nomenclatuur
• Aangiftebereidheid, pakkans: in bepaalde landen is er weinig vertrouwen in de
politie dus dan doen de mensen sws geen aangifte
• Wetgeving en organisatie van strafrechtsbedeling
7
, • Dataverzameling en –verwerking
Conclusie
o Internationale statistieken bij voorkeur uit European Sourcebook (gestandaardiseerde
nomenclatuur)
o Internationale statistieken enkel voor trend- en distributive comparisons, niet voor level
comparisons omdat er dan te veel verschillen zijn
o Voorzichtigheid en scepsis zijn geboden!
Illustratie: het gevaar van “level comparisons”:
(zie slides)
Land met laagste criminaliteitsgraad is Azerbeidzjan
Land met hoogste criminaliteitsgraad is IJsland
Men zou verbaast zijn als dit echt klopt
Verklaring voor deze rare cijfers: criminaliteit in Azerbeidzjan word waarschijnlijk heel weinig
gerapporteerd, in IJsland hebben ze wss een groot vertrouwen in de politie waardoor ze sneller iets
zullen gaan aangeven
Illustratie: het gevaar van snelle conclusies ahv internationale vergelijkingen:
“Criminaliteitsgraad van fietsdiefstal is in België drie keer zo hoog als in Italië; dat duidt er op dat België een
groter probleem heeft met eigendomscriminaliteit dan Italië”
kan je fietsendiefstal als enige indicator gebruiken voor eigendomscriminaliteit? Het is normaal dat
hier veel meer fietsendiefstallen zijn omdat er in Belgie meer met de fiets word gereden dan in veel
andere landen (klopt)
“Criminaliteitsgraad van drugsmisdrijven is in België twee keer hoger dan in Italië; men kan ook concluderen
dan België een groter drugsprobleem heeft met drugs dan Italië”-> fout
volgens deze redenering zouden er hogere cijfers moeten zijn in italie, in italie is er van de jaren 90
een decriminalisering van drugsmisbruik als het persoonlijk is dus veel gevallen worden niet
geregistreerd, terwijl in belgie is zelfs in het bezit zijn van een joint al een misdrijf
Drugshandel is kleiner deel dan het consumptie geregistreerd deel, in italie is de consumptie ervan
geen probleem en wordt dat niet geregistreerd waardoor er een kleiner cijfer is
DUS heel voorzichtig zijn bij de vergelijkingen van cijfers tussen landen!!
ONDERZOEK BIJ DADERS: ZELFRAPPORTAGESTUDIES
Zelfrapportages (self-reports):
Ontstaan in VS uit experimentele studies, bleek dat er veel hogere cijfers gemeld werden in
vergelijking met officiële politiecijfers
Later overgewaaid naar andere landen
o Bv. JOP-monitor in België
International Self-Reported Delinquency Survey is momenteel grootste zelfrapportage-onderzoek:
word uitgevoerd in veel landen tegelijk, soms neemt België ook deel en men vraagt dan ook, info over
omstandigheden, of er sociale reacties zijn gebeurd en of er maatregelen zijn genomen ( men vraagt
dus niet gewoon “is er iets gebeurd en wat”):
o Frequentie (hoe vaak?)
o Omstandigheden: groep, pleegplaats, slachtoffer
o Sociale reacties (betrapping, school, ouders…)
o Sociale en demografische kenmerken
8
, o Constructen uit bindingentheorie= : zegt dat mensen zijn minder geneigd om criminaliteit te
plegen als men goede bindingen heeft in de maatschappij
Word vandaag de dag vooral gebruikt voor jeugdcriminaliteit (bijvoorbeeld vooral in scholen omdat
men dan veel mensen in 1 keer kan bereiken via enquêtes)
Zelfrapportages: bevindingen:
Delinquentie meer verspreid dan algemeen gedacht, zelfrapportages zorgden voor meer inzicht in
bepaalde zaken
L-vormige verdeling van criminaliteit: verband tss frequentie en ernst: mensen die veel misdrijven
plegen, plegen ook vaak de ernstigste
Age-crime curve: criminaliteit groeit tot op een bepaalde leeftijd en daalt dan op een gegeven
moment terug wanneer je al wat ouder bent (begint te groeien vanaf 12, piek is vaak rond 18/19,
nadien komt er een daling)
Verschillen tussen jongens en meisjes: meisjes plegen minder criminaliteit en ook minder ernstig
Onduidelijke relatie tussen delinquentie en sociale klasse: criminaliteit vooral door arme mensen
gepleegd maar dit word niet bevestigd door zelfreportage cijfers dus onduidelijke relatie
Zelfrapportages
Toegevoegde waarde Beperkingen
Meer correcte visie op criminaliteit Beperkte doelgroepen: studies vooral bij jongeren
uitgevoerd en dan vooral bij jongeren die op school
zitten (wat met de jongeren die niet op school
zitten?)
Verandering in criminologische paradigmata: Beperkt op vlak van bevraagde criminaliteitsvormen:
- Van traditionele naar labeling en radicale je kan een kind van 14 moeilijk gaan vragen of die al
paradigmata een moord heeft gepleegd dus het zal dan eerder
- Van etiologie naar studie van over kleinere dingen gaan
definiëringsprocessen
Parallelle maat voor criminaliteit Weinig onderlinge vergelijkbaarheid: wordt in
verschillende steden en landen bevraagd dus
moeilijk te vergelijken vb. tijdsperiodes komen niet
overeen
Hulp bij theorie-toetsend onderzoek Moeilijke vergelijkbaarheid tussen zelfrapportages
en officiële statistieken
Evaluatie van beleid: men kan deze theorieën Lage betrouwbaarheid en validiteit
gebruiken om bepaalde beleidsmanieren te
evalueren
ONDERZOEK NAAR SLACHTOFFERSCHAP: SLACHTOFFERENQUÊTES
Slachtofferenquêtes:
Vanaf 1960 in VS
België: grootste slachtofferenquête= Veiligheidsmonitor (www.fedpol.be)
Internationale slachtofferenquêtes: ICVS (www.rechten.uvt.nl/icvs/)
Kleinschalige enquêtes ter evaluatie van beleid in specifieke zones en op specifieke groepen
Verruiming van inhoud van slachtofferenquêtes
o Naast slachtofferschap (vragen “ben je slachtoffer geweest) ook angstgevoelens, inschatting
buurtproblemen, tevredenheid met politie en justitie … bevragen
De Belgische Veiligheidsmonitor:
Grootschalig bevolkingsonderzoek: bijna 100.000 respondenten van 15 jaar of meer
9
, Sinds 1997 tot 2008-09 acht keer; opnieuw gelanceerd in 2018, 10de keer in 2021
o Sinds 2011 vragenlijst verzonden per post, deelname via papier of internet
Sinds 2018 vier modules: slachtofferschap en aangiftebereidheid + Buurtproblemen +
(On)veiligheidsgevoel + Beoordeling van de politiewerking
“Onmisbare informatie voor de uitwerking en de evaluatie van een gedragen veiligheidsbeleid”
Psychisch, fysiek en seksueel geweld in VM 2021 beter in kaart gebracht:
(Cijfers niet vanbuiten te kennen, enkel ter illustratie, dalingen stijgingen wel beetje kennen)
Nieuwe focus op discriminatie in VM2021:
Slachtofferschapervaringen volgens VM202 1:
Overzicht slachtofferschap naar type delict
Gegevens op Vlaams, Waals en Brussels niveau geven een zeer gelijkaardig beeld (in het verleden
duidelijke verschillen binnen de gewesten)
Aangiftegedrag in VM2021:
Meeste aangiftes over inbraak, diefstal met geweld diefstal zonder geweld
Minste aangiftes over phishing, en diverse vormen van discriminatie
Aangiftebereidheid heel uiteenlopend
10