Geschiedenis van het privaatrecht
Hoofdstuk I: inleiding
Privaatrecht
Personen- en familierecht vermogensrecht
Verbintenissenrecht goederenrecht
Belang van chronologie: moderniteit zeer belangrijk +- 13e tot 18e eeuw (geen precieze
afbakening), wordt in verband gebracht met Renaissance en Verlichting
Kenmerken moderniteit
-rationaliteit en empirisme: Verlichting verdedigt rede, observatie en wetenschappelijk
onderzoek, vooruitgang
-individualisme: identiteit ging verder dan traditionele banden met familie of dorp, scheiding
religieus en seculier dat zorgde voor meer nadruk op het individu
Vb. visie van een standaard gezin werd uitgebreid naar onder andere een samengesteld gezin
-industrialisatie en kapitalisatie: technologische innovaties, vergemakkelijkte communicatie,
globalisering
-revoluties: Verlichting leidde tot Franse Revolutie en Amerikaanse revolutie, opkomst
natiestaten
‘presentisme’ = verleden interpreteren door een hedendaagse filter -> interpretatie belangrijk maar
presentisme mag niet te fel zijn
Standaardvisie op Europese rechtsgeschiedenis door Duitse juristen -> PAUL KOSCHAKER
(19-20 eeuw): wilde rehabilitatie van Romeins recht, herwaardering historische school Von
Savigny
Duitse codex BDG werd geïntroduceerd-> vervangt alle aparte rechtsbronnen
Von Savigny “recht is product van historisch proces” -> studie Romeins recht vernauwen tot
Corpus iuris civilis en daaraan systematiek geven die er niet was
Romeins recht rechtstak bij uitstek-> hoogste gerecht ‘Reichskammergericht’ waar je zelf
gewoonteregels moest bewijzen (omdat die overal verschillend waren door feodaliteit)
MAAR de rechters gingen het ius commune gebruiken omdat dat universeel was -> het
Romeinse recht moest gezien worden als het ius commune
,Volgelingen van Von Savigny/Pandektisten: maakten van RR een wetenschap en miskende zo
ontwikkeling van het privaatrecht in Duitsland
Henri Pirenne (19-20 eeuw)
- ‘pirenne these’ hield in dat de islamitische invallen hebben gezorgd voor de val van
het Romeinse rijk, de achteruitgang van de handel, ...
- Europa had een aparte geografische en culturele eenheid: gedeeld christelijk geloof,
gemeenschappelijke juridische tradities, Latijn
Ius commune = verbindende rechtsgeleerdheid die impuls gaf aan Europese eenmaking van
burgerlijk recht, studie RR/canoniek recht/feodaal recht
Globale rechtsgeschiedenis:
- Code napoléon (1804) : ingevoerd in Franse kolonies, vergemakkelijkte centralisatie
- Invoering Europees eigendomsrecht->privatisering grondbezit
- West-Europa stond centraal maar eurocentrisme ging weg
Geleerd recht = doctrine
Common law (Engeland) <-> ius commune: Engeland had minder receptie van het Romeins
recht dus creëerden ze hun eigen rechtbanken (common law rechtbanken)
Bronnen geschiedenis van het privaatrecht
- Corpus iuris civilis: digesten (geschriften van juristen) + novellen (nieuwe wetten na
534) + codex (juridisch kader) + instituten (handboek studenten)
- Glossatoren 12E: kanttekening over tegenstrijdige passages cfr. Irnerius en de 4
doctores van Bologna
- Commentatoren 13E: praktische toepassing RR
- Canoniek recht: corpus iuris canonici, decretum Gratiani (distinctiones/beginselen +
causae/casussen + consecratione/sacramenten), liber extra/decretalen
Scholastiek = klassieke filosofie verzoenen met doctrines vd kerk
Gewoonterecht = ongeschreven regels en praktijken die bindende kracht hadden gekregen
door langdurig gebruik en aanvaarding vb. in Leuven de Raad van Brabant, rekenkamer, leenhof,
schepenbanken en schepenregisters
Door feodaliteit was de wetgeving erg verscheurd-> geen uniformiteit
Hoofdstuk II: nationale codificaties
Term ‘codificatie’ door Jeremy Bentham (18E -19E): wenselijkheid van het optekenen van
wetteksten in een algemene code om zo de totstandkoming van goed bestuur te bevorderen
Karakteristieken
,-creatie nieuwe dominante rechtsbron: alle bestaande rechtsbronnen vervangen, einde aan
feodale versnippering
-symptoom politiek project van centralisatie of nationalisme
-pedagogisch project: ontwikkeling redelijke staatsburgers
3 inspiratiebronnen codificatiestreven
1) Verlichting
Nadruk op rede en empirisme, sceptisch tav traditionele autoriteiten: mens kon door zijn
intellectuele kracht de wereld begrijpen, natuurrecht gestuurd door menselijke rede
Wetenschappelijke revolutie zorgde voor vooruitgang
Denis Diderot (18E): maakte grote Franse encyclopedie om info te geven aan het gewone
volk
‘’Verlicht recht’’: begrijpelijke wet, materieel gebaseerd op natuurrecht, formeel helder en
gemakkelijk raadpleegbaar
‘’utilitarisme”: legitimiteit vd overheid steunt op wil van haar burgers dus noodzaak tot
rationele organisatie
Aristoteles
Natuurlijke rechtvaardigheid conventionele rechtvaardigheid
Verandelijk en afhankelijk universeel en onveranderlijk
->ook Plato grondlegger natuurrecht
Onderscheid ius naturale, ius civile (= Romeinse burgers) en ius gentium (= vreemde
volkeren) -> invloeden van Cicero en stoïcisme
Augustinus en Thomas van Aquino: Grieks-Romeinse concepten transformeren zodat ze
binnen christelijk kader passen
Humanisten vb. Erasmus (onder druk door katholieken): hielden zich bezig met natuurrecht
en benadrukten belang van de rede en studie van klassieke teksten
Werken uit de oudheid doen opleven en kritisch onderzoek van juridische teksten en
toepassing van filologische methoden
School van Salamanca: onderzocht relatie natuurrecht en ius gentium-> Waren Spaanse
veroveringen wel gelegitimeerd?? -> Francisco de Vitoria zei van niet want natuurrecht is
universeel (dus ook voor de inheemse Amerikaanse volkeren)
2) Moderne school van het natuurrecht
Gaf belangrijke impuls aan codificatiebeweging-> recht als logisch systeem
, Religieuze eenheid weg, permanent oorlog->menselijke rede als stabiele factor MAAR
(volgens Martin Luther) menselijke rede door zonde aangetast dat we natuurrecht niet meer
konden herkennen ⊥ op goddelijke genade
“more geometrico” = universum is meetkundig -> Descartes stelde voor de wetenschappen
door de more geometrico te conceptualiseren
“rationalisme” = door Descartes, door methodologische twijfel (alles in twijfel trekken),
mens had aangeboren ideeen
Leibniz (17E- 18E ): mens had aangeboren ideeën die hij bij de geboorte was vergeten maar
die hij kon herontdekking door deductief redeneren
Hugo Grotius (16E-17E): de iure belli ad pacis = bestaan van natuurrechtelijke
principes die het gedrag van staten bepaalden, ius naturale (=universeel) <-> positief
recht (=wetten en regels) !! positief recht in overeenstemming met natuurlijk recht !!
Natuurrecht ongeacht bestaan van goed -> ‘profaan’
“vernuftrecht” = recht een wetenschap maken door onveranderlijke principes te
analyseren die te vinden waren in het natuurrecht, Grotius betrok ook positief recht
maar zijn opvolgers niet meer, men greep terug naar het RR
Samuel von Pufendorf (17E) : natuurrecht is gemeenschappelijk voor alle mensen
maar hij geloofde (≠ grotius ) dat er een hogere autoriteit was (nl. positief recht->
soevereine wil, natuurrecht->goddelijke wil)
Verschilende categorieën van plichten
Christian Wollf (17E-18E): natuurrecht als verzameling van principes die afgeleid
waren vd rede, deze principes waren toegankelijk door rationeel onderzoek
Benadrukken belang individuele rechten
Jean Domat (17E) : uitgebreide uiteenzetting te geven van natuurrechtelijke principes
en hun toepassing op Frans burgerlijk recht
God was zeer belangrijk
RR was zeer belangrijk: hij bouwde een allesomvattend systeem adhd hiervan,
natuurrecht was hierin vervat
Nam nationaal recht als uitgangspunt
!! status van het natuurrecht ging er op achteruit in de 19E eeuw !!
3) Voorlopers van moderne codificaties-> compilaties