100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Fin. analyse van een onderneming VOLLEDIGE SAMENVATTING €16,86
In winkelwagen

Samenvatting

Fin. analyse van een onderneming VOLLEDIGE SAMENVATTING

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Alle te kennen hoofdstukken samengevat (HS1-8), met informatie uit het boek, de slides en alle lessen. Ook alle tabellen (met codes) die uit het hoofd moeten gekend zijn staan erin. Op het einde staan de vragen en antwoorden van de quizjes die in de les gehouden werden.

Voorbeeld 8 van de 36  pagina's

  • Ja
  • 30 november 2024
  • 36
  • 2024/2025
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (25)
avatar-seller
millla
FINANCIËLE ANALYSE VAN DE ONDERNEMING
10/20 = theorie in meerkeuzevragen
10/20 = oefeningen/toepassingen in open vragen


HOOFDSTUK 1: INLEIDING FINANCIËLE ANALYSE

 ONDERNEMING, TOEGEVOEGDE WAARDE EN BELANGHEBBENDEN
o Onderneming
= productiefactoren creëren een toegevoegde waarde aan een product, deze wordt verkocht en met
de inkomsten uit verkoop worden deze productiefactoren vergoed = CYCLUS

o Toegevoegde waarde
= waarde van de productie – intermediair verbruik(=aankoopwaarde)
 TW dient als vergoeding voor de productiefactoren: personeel, leveranciers, overheid, …
wat overblijft is winst na belastingen voor de aandeelhouders
 BBP = de gecumuleerde toegevoegde waarde van alle ondernemingen binnen 1 land op 1 jaar tijd

o Belanghebbenden: wat wil elk van deze externen weten?
 bank: interesse of je je leningen kan terugbetalen, en of je je interesten kan betalen
 Aandeelhouders: willen weten of er voldoende winst is om dividend uit te keren
 Personeel: rendabel blijven, hoog loon
 Overheid: willen bij voorkeur een winstgevend bedrijf (belastingen)
 Klanten: redelijke prijzen, goede financiële status voor continuïteit (klantenrelaties)
 Leveranciers: leverancier relaties (stabiele continuïteit verzekeren)
 Leiding bedrijf: wil alles weten (heb ik goede producten, heb ik goede prijs, heb ik tevreden klanten,
heb ik goede leverancier, kan ik de schulden betalen, …)

 ROL VAN FINCANCIËLE ANALYSE
= 5 analysetechnieken
 Elke analysetechniek heeft dezelfde uitkomst (toch moet je de verschillende analysetechnieken
kennen omdat de eene dieper graaft dan de ander, MAAR CONCLUSIE ZAL ALTIJD DEZELFDE ZIJN)

1) Horizontale analyse: gegevens van balansen en resultatenrekening vergelijken (evolutie)
2) Verticale analyse: procentuele vergelijking van gegevens op balansen en resultatenrekening
3) Ratioanalyse: begrijpen van verhouding tussen gegevens en de financiële situatie
4) Kasstroomanalyse: nagaan welke stromen uit operaties/investeringen/financiering komen
5) Falingspredictie: niet kennen

 BASISELEMENTEN: RATIOANALYSE

 cashflow (CF) = kasopbrengsten op KT – kaskosten op KT
= verband tussen rendabiliteit en liquiditeit

 financiële hefboom = effect/kracht versterken




o Rendabiliteit = wat brengt iets op? zijn O-K voldoende vergeleken met geïnvesteerd eigen vermogen?
o Liquiditeit = kan vreemd vermogen (KT) worden terugbetaald? (kasinkomsten & kasuitgaven) = faling
o Solvabiliteit = kan vreemd vermogen (LT) worden terugbetaald? = schuldgraad

1

, HOOFDSTUK 2: ENKELVOUDIGE JAARREKENING VOLGENS DE VENNOOTSCHAPSWETGEVING
 wordt niet behandelt, ‘basiskennis’ van vorig jaar
 Elke onderneming dient minstens 1x per jaar een inventaris op te maken
o Grote/ beursgenoteerde vennootschappen = indien min2 criteria overschrijden, 2 jaren na elkaar
 personeelsbestand: 50
 jaaromzet: 9 000 000 euro
 balanstotaal: 4 500 000 euro
o kleine niet-beursgenoteerde vennootschappen
 personeelsbestand: 10
 jaaromzet: 700 000 euro
 balanstotaal: 350 000 euro

HOOFDSTUK 3: HERWERKING VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING
 We starten telkens met een herwerkte jaarrekening (nooit zelf een herwerken, ook niet op het examen)
 Wel weten wat en waarom en hoe en berekeningen kennen!
 CODES EN BEREKENINGSWIJZEN
o bedrag definiëren bij middel van code(s)
 indien altijd positief of altijd negatief: verticale streepjes met + of - ervoor
 indien positief of negatief: tussen ongelijkheidtekens < >
 som van verschillende rubrieken = ∑
 eindboekwaarde – beginboekwaarde = ∆

 HERWERKTE BALANS = momentopname! (TABEL 5)
Activa passiva




Permanent vermogen




 HERWERKTE RESULTATENREKENING EN RESULTAATVERWERKING = alles van periode 1 jaar (TABEL 6)
o Recurrent bedrijfsresultaat:
Verkopen |70| + |74| - |740|
omzet |70|
andere bedrijfsopbrengsten excl exploitatiesubsidies en +(|74| - |740|)
compenserende bijdragen
+ voorraad GIB en gereed product en BIV: toename (afname) +/- + <71>
+ geproduceerde vaste activa + |72|
= recurrente bedrijfsopbrengsten (= waarde vd productie) excl (|70/76A| - |76A| - |740|)
subsidies
- intermediair verbruik - (|60| + |61|)
handelsgoederen, grond- en hulpstoffen |60|
diensten en diverse goederen + |61|

2

, = bruto toegevoegde waarde (|70/76A| - |76A| - |740|-
|60| - |61|)
- personeels- en andere recurrente bedrijfskosten excl NKK - (<62> + |640/8| - |649| -
|740|)

bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen +/- <62>
andere bedrijfskosten + |640/8|
als herstructureringskosten geactiveerde bedrijfskosten (-) - |649|
exploitatiesubsidies en compenserende bedragen (-) - |740|
= bruto recurrent bedrijfsresultaat voor aftrek NKK (REBITDA) (<9901> - |76A| + |66A) +
|630| + <631/4> + <635/8>)
- recurrente NKK van bedrijfsaard - (|630| + <631/4> + <635/8>
- |9125|)
afschrijvingen en WVM op oprichtingskosten, immateriële en |630|
materiële vaste activa
WVM op voorraden, BIV en handelsvorderingen: toevoegingen + <631/4>
(terugnemingen) +/-
voorzieningen voor risico’s en kosten: toevoegingen + <635/8>
(bestedingen en terugnemingen) +/-
kapitaalsubsidies aangerekend op de resultatenrekening (-) - |9125|
= netto recurrent bedrijfsresultaat na aftrek NKK (REBIT) (<9901> - |76A| + |66A) +
9125|)

o Financieel resultaat:

financiële kasopbrengsten (|75|+ |7631| - |9125| -
|9126|)
opbrengsten uit financiële vaste activa |750|
opbrengsten uit vlottende activa |751|
andere financiële opbrengsten |752/9|
- kapitaalsubsidies - |9125|
- intrestsubsidies - |9126|
+ meerwaarden bij de realisatie van financiële vaste activa |7631|
- andere financiële kaskosten excl disconto van vorderingen - (|652/9| - |653| - |6560| +
en voorzieningen met financieel karakter |6561|)
andere financiële kosten |652/9|
- disconto van vorderingen - |653|
- voorzieningen met financieel karakter |6560| + |6561|
= bruto financieel resultaat voor aftrek NKK (|75|+ |7631| - |9125| -
|9126| - |652/9| + |653| +
|6560| - |6561|)
- financiële NKK - (<651> + |6560| - |6561| -
|761| + |661| + |6631|)
waardeverminderingen op financiële vaste activa |661|
waardeverminderingen op financiële vlottende activa <651>
terugnemingen van waardeverminderingen op F vaste activa - |761|
voorzieningen met een financieel karakter |6560| - |6561|
minderwaarden bij de realisatie van F vaste activa |6631|
= netto financieel resultaat na aftrek NKK (|75|+ |7631| - |9125| -
|9126| - |652/9| + |653| -
<651> + |761| - |661| -
|6631|)



3

,o Niet-recurrent resultaat:

niet-recurrente kasopbrengsten (|7630| + |764/8| + |769| +
|77|)
meerwaarden bij de realisatie van immateriële en materiële |7630|
vaste activa
andere niet-recurrente bedrijfsopbrengsten |764/8|
andere niet-recurrente financiële opbrengsten |769|
regularisering van belastingen en terugneming van |77|
voorzieningen voor belastingen
- niet-recurrente kaskosten - (|664/7| + |668| - |6690| -
|6691| + |9138|)
andere niet-recurrente bedrijfskosten |664/7|
andere niet-recurrente financiële kosten |668|
als herstructureringskosten geactiveerde niet-recurrente - |6690| - |6691|
bedrijfs- en financiële kosten
belastingen op het resultaat van vorige boekjaren |9138|
= bruto niet-recurrent resultaat voor aftrek NKK (|7630| + |764/8| + |769| +
|77| - |664/7| - |668| +
|6690| + |6691| - |9138|)
- niet-recurrente NKK - (-|760| - |7620| - |7621| -
|780| + |660| + <6620> +
<6621> + |6630| + |680|)
niet-recurrente afschrijvingen en WVM op oprichtingskosten, |660|
immateriële en materiële vaste activa
voorzieningen vr uitz bedrijfs- en financiële risico’s en kosten <6620> + <6621>
terugneming van afschrijvingen en WVM op immateriële en -|760|
materiële vaste activa
terugneming van voorzieningen voor uitz bedrijfs- en - |7620| - |7621|
financiële risico’s en kosten
minderwaarden bij de realisatie van immateriële en materiële |6630|
vaste activa
overboeking naar de uitgestelde belastingen |680|
onttrekking aan de uitgestelde belastingen - |780|
= netto niet-recurrent resultaat na aftrek NKK (|760| + |7620| + |7621| +
|7630| + |764/8| + |769| +
|6690| + |6691| + |780| +
|77| - |660| - <6620> -
<6621> - |6630| - |664/7| -
|668| - |680| - |9138|)




o Totaal resultaat:
4

, totaal brutoresultaat voor NKK, voor financiële kosten en voor (<9901> - |76A| + |66A) +
belastingen (EBITDA) |630| + <631/4> + <635/8> +
|75|+ |7631| - |9125| -
|9126| - |652/9| + |653| +
|6560| - |6561| + |7630| +
|764/8| + |769| + |77| -
|664/7| - |668| + |6690| +
|6691| - |9138|)
bruto recurrent bedrijfsresultaat voor aftrek NKK (= REBITDA) (<9901> - |76A| + |66A) +
|630| + <631/4> + <635/8>)
bruto financieel resultaat voor aftrek NKK (|75|+ |7631| - |9125| -
|9126| - |652/9| + |653| +
|6560| - |6561|)
bruto niet-recurrent resultaat voor aftrek NKK (|7630| + |764/8| + |769| +
|77| - |664/7| - |668| +
|6690| + |6691| - |9138|)
- niet-kaskosten - (|630| + <631/4> + <635/8>
- |9125| + <651> + |6560| -
|6561| - |761| + |661| +
|6631| - |760| - |7620| -
|7621| - |780| + |660| +
<6620> + <6621> + |6630| +
|680|)
recurrente NKK van bedrijfsaard (|630| + <631/4> + <635/8> -
|9125|)
financiële NKK (<651> + |6560| - |6561| -
|761| + |661| + |6631|)
niet-recurrente NKK (-|760| - |7620| - |7621| -
|780| + |660| + <6620> +
<6621> + |6630| + |680|)
= totaal nettoresultaat na NKK, voor financiële kost vreemd (<9904> + |9134| + |650| +
vermogen(FKVV) en voor belastingen (= EBIT) |653| - |9126|)
- financiële kosten van het vreemd vermogen - (|650| + |653| - |9126|)
kosten van schulden |650|
disconto van vorderingen |653|
aftrek intrestsubsidies - |9126|
= winst (verlies) van het boekjaar voor belastingen (<9904> + |9134|)
- belastingen op het resultaat van het boekjaar - |9134|
= winst (verlies) van het boekjaar na belastingen +/- <9904>
onttrekking aan de belastingvrije reserves + |789|
- overboeking aan de belastingvrije reserves - |689|
= te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar +/- <9905>

 Op vreemd vermogen moet je interest betalen MAAR die je wel te min kan brengen van je belastingen!
 Op eigen vermogen mag je dividenden betalen
 Men verkoos om VV te gebruiken ipv EV, maar dit komt NIET ten goede van de solvabiliteit! (zie verder)
 Notionele interest = deel van de uitgekeerde dividenden (met een maximum) die je in min mag
brengen bij de belastingen
 Dit zodat het ten goede komt van de solvabiliteit



o Resultaatverwerking:

5

, te bestemmen winst (verlies) +/- <9906>
te bestemmen winst (verlies) van het boekjaar +/- <9905>
overgedragen winst (verlies) van het vorige boekjaar +/- <14P>
+ onttrekking aan het eigen vermogen + |791/2|
= te bestemmen totaal (<9906> + |791/2|)
- toevoeging aan het eigen vermogen - |691/2|
+ tussenkomst van de vennoten in het verlies + |794|
- uit te keren winst - |694/7|
= over te dragen winst (verlies) +/- <14>

=> tabel 5 en 6 wordt op et examen gegeven met cijfers van een bedrijf, kunne gebruiken!

o Termen
 bedrijfsresultaat: bedrijfsopbrengsten en bedrijfskosten
 financieel resultaat: financiële opbrengsten en financiële kosten
 recurrent = vaak voorkomend
 niet-recurrent = uitzonderlijk

 HORIZONTALE ANALYSE (ANALYSE IN DE TIJD)
= we nemen aantal cijfers in de tijd en gaan die opeenvolgend analyseren: vergelijken met basisjaar
 Indexcijfer = (cijfer jaar x/ cijfer basisjaar)*100

X X X

o Indexcijfers = tabel 5: tijdindexen met basisjaar 20X1
 Stel rubriek financiële vaste activa: van 18092 naar 21530 = index van 100 naar 119 = 19 punten
 stel rubriek overgedragen winst/verlies: van -2131 naar 520 = index van 819.6 naar -200
 In passiva: negatieve index betekent niet perse slecht!
 tekenverandering (+ naar – of – naar +) wil zeggen dat er tekenverandering is tov vh basisjaar,
niet dat het een negatief bedrag is!
 Indexcijfer onder 100 = daling tov basisjaar

 VERTICALE ANALYSE (ANALYSE VAN DE STRUCTUUR)
= structuur bestuderen gedurende 1 jaar
 in %
 Één rubriek gelijkstellen aan 100%, de rest hiermee vergelijken door als percentage van het totaal te
berekenen (zonder index!)

=> indexen en % : niet zelf kunnen berekenen, alles wel volledig kunnen uitleggen en interpreteren




HOOFDSTUK 4: KASSTROMENANALYSE
 de balans geeft info over de stroom: beginbalans = beginkas // eindebalans = eindkas
6

, Komt er voldoende binnen om de kosten te financieren EN wat is het resultaat na 1 jaar:


1) kasstromen uit operaties
2) kasstromen uit investeringen
3) kasstromen uit financiering


 alle pijlen= financiële stromen in de onderneming
 pijlen die in en uit de kas gaan = kasstromen
=> niet alle financiële stromen zijn kasstromen!




 MUTATIEBALANS (TABEL 8)
= de jaarlijkse verandering (=eindbalans – beginbalans = ∆) vd financiële stroom per jaar
 vermogensstijging (+) = als er een passiefstijging of actiefdaling is
 vermogensdaling (-) = als er een passiefdaling of actiefstijging is
=> actief en passief hebben een verschillend teken omdat ze omgekeerde regels hebben voor
bronnen en aanwendingen
 mutatiebalans geeft een onvolledig beeld: extra berekeningen nodig

 CASHFLOW
= winst na belastingen + (niet-kaskosten – niet-kasopbrengsten)  manier 1
= (kasopbrengsten – kaskosten) – belastingen  manier 2
= inkomen bedrijf
 Kaskosten en kasopbrengsten = contant en op KT betaald

o Kasstroom =/= cashflow!
 Kasstroom = hoeveel liquide middelen zijn er gedurende 1 werkjaar door de kas gegaan (stroom!)
of met hoeveel is de kas toegenomen of afgenomen gedurende 1 werkjaar ?
 De factuur slaat op een verkoop/omzet in het jaar 20X3 maar komen pas terecht in de kas van
20X4 = het volgende jaar

Positieve cashflow Negatieve cashflow
geeft de hoeveelheid financiële middelen aan betekent dat de kasopbrengsten van de periode
die uit de werking van de periode volgens de onvoldoende zijn om de kaskosten en
resultatenrekening is voortgevloeid en belastingen van dezelfde periode te dragen, dus
vertegenwoordigt de mate waarin de er is input van externe financiële middelen
onderneming zichzelf kan financieren (= nodig
brutozelffinancieringsmarge)

 Winst/verlies ≠ cashflow
want: rendabiliteitsindicator ≠ algemeen maatstaf zelffinancieringsmogelijkheden

o Klassieke cashflow

7

,  cashflow van het eigen vermogen na aftrek alle kosten (financiële kost vreemd vermogen), maar
voor vergoeding van het eigen vermogen (dividenden)

o Operationele cashflow
 berekend voor vergoeden eigen vermogen en vreemd vermogen
= cashflow van het eigen vermogen na belastingen + financiële kaskosten vreemd vermogen
= winst na belasting + (NKK-NKO) + financiële kaskosten van et VV

o TABEL CASHFLOW: ZELF KUNNEN OPMAKEN!
winst/verlies van het boekjaar na belastingen (1) <9904>
+ (NKK – NKO) (2) |630| + <631/4> + <635/8>
+ |6501| + <651> + |6560| -
|6561| + |660| + |661| +
<6620> + <6621> + |6630| +
|6631| + |680| - |760| -
|761| - |7620| - |7621| -
|780| - |9125|
afschrijvingen en WVM op vaste activa |630| + |6501| - |760| -
|761| + |660| + |661|
waardeverminderingen op vlottende activa <631/4> + <651>
voorzieningen en uitgestelde belastingen van het boekjaar <635/8> + |6560| - |6561| -
|7620| - |7621| + <6620> +
<6621> - |780| + |680|
minderwaarden bij de realisatie van vaste activa |6630| + |6631|
- kapitaalsubsidies aangerekend op de resultatenrekening - |9125|
(1) + (2) = cashflow van het EV na belastingen (3) <9904> + |630| + <631/4> +
<635/8> + |6501| + <651> +
|6560| - |6561| + |660| +
|661| + <6620> + <6621> +
|6630| + |6631| + |680| -
|760| - |761| - |7620| -
|7621| - |780| - |9125|
financiële kosten van het VV |650| + |653| - |9126|
- afschrijvingen van kosten bij uitgifte van leningen en disagio - |6501|
= financiële kaskosten van het VV (4) |650| + |653| - |9126| -
|6501|
= operationele cashflow na belastingen = (3) + (4) <9904> + |630| + <631/4> +
<635/8> + |6501| + <651> +
|6560| - |6561| + |660| +
|661| + <6620> + <6621> +
|6630| + |6631| + |680| -
|760| - |761| - |7620| -
|7621| - |780| - |9125|) +
(|650| + |653| - |9126| -
|6501|)




 KASSTROOM UIT OPERATIES: NETTOBEDRIJFSKAPITAALBEHOEFTE
 door normale werking van een bedrijf (leveranciersschulden, fiscus, RSZ en personeelsschulden),
8

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper millla. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €16,86. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52928 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€16,86
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd