Onderzoeksmethoden en dataverwerking deel 1
ONDERZOEK: WAT, HOE EN WAAROM
Hoe weten we dingen?
Deductief redeneren = je gaat uit van een theorie, je doet goede
literatuurstudie, maakt een onderzoeksvraag en je gaat de theorie toetsen
Inductief redeneren = je gaat observeren, patronen zoeken en op basis van die
patronen krijg je een hypothese en daarna een theorie
, KWANTITATIEF VS. KWALITATIEF ONDERZOEK
Deductief “top-down”: theorie → toetsen = kwantitatief onderzoek
Kwantitatief onderzoek: “een systematisch, empirisch en
gecontroleerde kritische onderzoek van een hypothetische
veronderstelling over natuurlijk fenomenen”.
• Hypothese testen, wetenschappelijke methode, onderzoeksvraag, oorzaak-gevolg
relatie.
• Logisch positivisme: wetenschap bestaat en kan onderzocht worden
• Objectief: met getallen
• Grotere (onderzoeks) groep: bevraging via surveys, enquêtes …
• 4 karakteristieken:
1. Systematisch: in stappen, volgens de wetenschappelijke methode.
2. Empirisch: objectieve data, gebaseerd op specifieke waarnemingen.
3. Gecontroleerde onderzoek: controle over de onafhankelijke variabelen.
4. Kritisch onderzoek
Voorbeelden: 1) Een experiment waarin wordt gemeten hoeveel gewicht deelnemers
verliezen na het
volgen van twee verschillende diëten gedurende 6 maanden.
2) Verbeteren in mobiliteit na knieoperatie
3) Effectiviteit van een oefenprogramma voor rugpijn
Inductief “bottom-up”: observatie → theorie (algemene regel vormen) = kwalitatief
onderzoek
Kwalitatief onderzoek: “Kwalitatief onderzoek is gebaseerd op gegevens die door de
onderzoeker zijn verkregen uit observatie van het veld. De gegevens zijn over het
algemeen niet-numeriek”.