Onderzoeksmethoden en dataverwerking deel 1
3. METEN IS WETEN: MEETSCHALEN & INLEIDING STAISTIEK
MEASUREMENTS (METINGEN)
= het proces om waarden (cijfers) toe te kennen aan variabelen om zo de
grootte van iets te zien. Waarden kunnen een attribuut (eigenschap, bv.
geslacht, studie …) of een quantity (hoeveelheid, bv. uren slaap, bloeddruk
…) zijn.
Numerals VS. Numbers
• Numerals = cijfers, labels (woord aan cijfer koppelen), hebben geen
kwantitatieve waarde.
→ Dichotoom: 2 mogelijke waarden (bv. man/vrouw of aan/uit of
zwanger/niet zwanger)
→ Polytoom: meer dan 2 waarden mogelijk (bv. nationaliteit, studiekeuzen
…)
• Numbers = getal, wel een kwantitatieve waarde (het is een hoeveelheid!)
→ Continue variabele: alle mogelijke waarden
Precies: je kan bv. exact zeggen hoe groot je bent of hoe lang
je slaapt.
Aantal decimalen bepalen de precisie (afhankelijk van
meetinstrument
→ Discrete variabele: bv. enkel gehele getallen (bv. hartslag/min, aantal
studenten)
Direct meten VS. Indirect meten
Direct = meteen observeerbaar (haarkleur, geslacht …)
Indirect = niet meteen observeerbaar (IQ, fitheid …)
Wat betekent een waarde?
• Fysische en fysiologische variabelen hebben een eenvoudige waarde
• Abstracte variabelen, moeilijk te meten (= construct, latente
variabele): de waarde zegt iets over een onderliggende eigenschap van iets
dat je niet ziet.
• Een waarde moet altijd een eenheid hebben!
• Bij constructen kan je moeilijk personen vergelijken, maar wel binnen een
persoon (bv. pijnschaal).
, LEVELS OF MEASUREMENTS (MEETSCHALEN)
1. Waarmee kan je geen berekeningen uitvoeren?
• Nominaal en ordinaal
2. Met data: welke meetschalen kan je optellen en aftrekken?
• Variabelen op een interval en ratio schaal
3. Met welke meetschalen kan je verhoudingen bepalen?
• Variabelen op een ratio schaal
REKENEN MET MEETSCHALEN
Optellen en aftrekken:
→ Nominaal: niet mogelijk (het zijn puur labels)
→ Ordinaal: mogelijk maar is eerder toevallig
→ Interval: mogelijk
→ Ratio: mogelijk
Verhoudingen:
→ Nominaal: niet mogelijk
→ Ordinaal: niet mogelijk
→ Interval: mogelijk (maar er is geen vast nulpunt, dus voor hetzelfde
voorbeeld verschillende resultaten)