Samenvatting Hedendaagse Sociologische Theorieën
H.1 Een socio-analyse van Pierre Bourdieu
1.1 Het belang van biografie
2 vormen van gebruik van sociologie:
Cynisch gebruik: Socio die zichzelf ten dienste stelt door machtshebbers, socio technieken voor
machtshebbers, beantwoord aan maatschappelijke vraag
Klinisch gebruik: Socio die B. wil
= psycho-analyse volgen = relaties internaliseren en dat vormt persoon, onbewuste zaken vormen ons
MAAR te eng gefocust op familiale relaties
DUS socio-analyses maken = worden gedetermineerd maar door bewustwording van determinatie kunnen
we vrij worden
Socio MOET reflexief zijn
1.2 Het sociologisch syllogisme
Denken + handelen van mens bepaald door positie in samenleving
EN
Sociologen zijn mensen
denken + handelen van sociologen bepaald door positie in samenleving
Wat B met reflexieve wetenschap bedoelt
Bewust worden van bias om het te kunnen aanpassen/veranderen (niet enkel eigen particuliere
perspectief meenemen)
Te weinig ervaring bij academici
Door instrumenten van socio analyse op onszelf te keren, omgeving analyseren om onszelf te leren
kennen
1.3 Twee biografieën van Bourdieu
1. Mythisch-Romantisch verhaal:
o Klein (boeren)burger uit Z-FR met maatschappelijk succes
o Van filosofie -> epistemologie -> fenomenologie -> rurale sociologie -> socio
o Hoe kan een arme jongen zo een succes hebben als FR intellectueel in 20 e E:
Education Nationale in Pau en Parijs (waar cultuur gecentreerd was)
Cultureel stigma: stigma rond lokale dialecten
Ethnische stigma: donker haar, kleur,..
Ervaarde ‘sociaal racisme’ tijdens loopbaan want boerenjonge = vreemd
Erfgenamen vs. beurs-studenten:
1
, o Racisme van erfgenamen tov beurs-studenten want cultuur van thuis vs. cultuur van
opleiding
o Devaluatie van cultuur beurs-studenten
o Systeem devalueert eigen cultuur voor cultuur van erfgenamen
2. Verhaal van opwaartse mobiliteit, le petit-bourgeous and social succes:
Extreem sociale ervaringen binnen 1 leven
= gespleten habitus
= verschillende ervaringen in 1 habitus integreren
Probeert allemaal sociologische benaderingen te integreren in 1 specifieke benadering
Start ontwikkeling handelingstheorie in Algerije:
Patronen + regelmaat in patrimonium zonder expliciete regels -> reden: habitus
Gedrag heeft regelmaat dus product van gehoorzaamheid aan regels
Kapitalistische logica (etc) opgedrongen aan maatschappij + heeft directe effecten
1.4 Reflexiviteit
‘Homo academicus is het culminatiepunt, tenminste in biografisch opzicht, van een soort epistemologisch
experiment waar ik begin jaren ’60 heel doelbewust mee begonnen ben. Ik ben toen op een mij vertrouwde
wereld onderzoeksmethodes gaan toepassen die ik eerder had gebruikt om de logica van
verwantschapsverhoudingen te begrijpen in een uitheems universum, dat van Algerijnse boeren en arbeiders.
Achter dat onderzoek zat de bedoeling de natuurlijke verhouding van de waarnemer tot het universum dat hij
bestudeert om te draaien, of te wel het exotische vertrouwd te maken en het vertrouwde exotisch.’
Start in rurale socio na terugkeer uit Algerije:
= onderzoek in eigen geboortestreek als antropoloog want in Algerije (waar hij niks kende) zag hij
verwantschap met eigen dorp
wil verschil tussen informatie die hij als onderzoeker krijgt en wat je krijgt als inwoner snappen, wil vat
krijgen op academische bril, wil grenzen van kennis als externe observator snappen, hoe verandert
theoretische blik kennis over eigen geboorteomgeving
1.5 Het collectieve intellectueel
“The group that I set up, based on affective affinity as much as intellectual convergence, played a decisive role
in this enormous investment, with my own belief producing in others the belief capable of reinforcing and
confirming my belief. Everything thus combined to favour an individual and collective self-certainty that
induced a profound detachment from the external world, its judgements and its sanctions.”
Gelijkenis met Durkheim
Affectieve + intellectuele affiniteit vormt groep intellectuelen die eigen ding doen, losstaand van
dominante sociologie
MAAR ideeën werden niet gepubliceerd dus maken eigen tijdschrift met foto’s, gekopieerde teksten,
tabellen,… ( = actes de la recherche en sciences sociales)
2
, 2 meesterwerken: ‘La distinction’ en ‘Le sens pratique’
! Hoe groter academische erkenning, hoe intenser B. de intellectuele wereld aan sociologische kritiek
onderwerpt
+ internationaal concepten en ideeën selectief en partieel toegepast en wil verspreiden via raison d’agir
Past boeken aan voor buitenlands publiek zodat ze concepten juist begrijpen
Publiek intellectueel tegen het neoliberalisme met eigen beweging ATTAC
Meest geciteerde socioloog
1.6 Slagtermen
A. Anti-dualistisch
Socio gekenmerkt door tegenstellingen (conflict vs. consensus, structuur vs. actor,…)
Tegenstellingen moeten overstegen worden
Kritische sociologie in Marxiaanse én Kantiaanse betekenis, zoekt synthese van de 2:
o Kant: Critique of pure reason
o Marx:
Capital: a critique of political
Kritische socio
Socio legt machtsverhoudingen bloot
B. Synthetiserend : centreren, synthesen tss marx en weber, durkheim en weber,…
C. Agonistisch: conflict = kenmerk van werkelijkheid, conflict niet begrijpen = samenleving niet begrijpen,
conflict binnen individuele relaties, drijfveer maatschappelijke verandering
~ Marx + Weber
D. Erkenning: willen erkent worden door anderen, eigenbelang,.. ~ Durkheim
E. Reflexiviteit: eigen positie in veld snappen, intellectuele positie en sociale positie
3
, Hoofdstuk 2: kapitaal, de energie van de sociale fysica
TEKST: the form of capital - Bourdieu
Concepten = onderzoeksinstrumenten die bijgeschaafd worden door empirisch onderzoek
Massificatie-theorie ( = FR samenleving -> massasamenleving) niet correct volgens B. ~ weinig
bewijsmateriaal
2.1 Zwaartekracht en social inertia
= sociale traagheid
= weinig radicale bewegingen door de sociale ruimte
= behoud van stabiele relaties in gemeenschappen of sociale groepen
= weigering tot verandering
Oorsprong:
Elke persoon heeft positie in sociale ruimte ~ sociale klassen + sociaal netwerk/relaties
Betrokkenheid in sociale wereld
=> gedrag + levensstijl + gewoontes = HABITUS
=> status quo behouden + aanvaarden van sociale wereld zoals die is zonder tegen in te gaan
=> continuïteit sociale orde doorheen tijd (reproductie)
Extra:
Economisch + culturele erfenis doorgegeven over generaties => sterke sociale inertie zelfs tijdens
tijden van sociale vooruitgang
-> empirisch bewijs B.: Algerije: tijdens economische veranderingen moeilijke aanpassing van
gemeenschap door culturele en symbolische factoren
Verklaring voor behoud van status en privileges doorheen tijd van dominante klasse
<-> sociale verandering
Vb. Opleidingsniveau vader – kind: vader hoog opleidingsniveau = kind meer kans op hoog diploma
-> verklaring:
eigen bewegingen ~ door startpunt vanuit eigen omgeving + sociale achtergrond, afkomst
cultureel kapitaal = cultureel erfgoed via taal, extra curriculaire cultuur,… zorgt voor hogere
slaagkansen
verschillen niet enkel door afkomst te verklaren want ook zonder barrières nog verschillen
-> bourgeoisie met veel cultureel kapitaal vs. boerenkinderen met beurs en weinig cultureel kapitaal
4