Deze samenvatting is gebaseerd op de slides en extra notities die genomen zijn in de les. In eerste zit ben ik hiermee geslaagd met een goed resultaat. Er zijn 3 kleine deeltjes uit het hoofdstuk reproductie niet verwerkt in deze samenvatting, maar hier ligt zeker niet de prioriteit. De belangrijks...
• Stabilisatie osmolariteit
• Regelen ionenconcentraties
• Verwijderen metabole afvalprodukten/ lichaamsvreemde stoffen
• Homeostase van het zuur-base evenwicht
• Gluconeogenese uit substanties (⧣ koolhydraten)
• Productie van erythropoëtine en actief Vit D (calcitriol)
• Productie van renine
• Belangrijke interactie met longen: pH regeling + circulatiestelsel
Basisprincipes
• Filtratie = +- ondorgankelijk voor eiwitten
▪ Overige substanties = [ ] bloedplasma
▪ Intense filtratie: filterbeurt = 20 min
▪ ‘RUW’ proces
• Reabsorptie
▪ ‘Fijner’ proces: afval ⧣ bruikbare producten
▪ Van verzamelbuizen naar PERItubulaire capillairen, f(behoefte)
▪ Geringe resorptie van afvalstoffen
• Secretie
▪ Van PERItubulaire capillairen OPNIEUW naar afvoerbuizen,
f(behoefte)
▪ Bepaalde secreten worden IN het tubulusepitheel aangemaakt
▪ Secretie KAN [ ] urine > [ ] filtraat
Urine
• Samenstelling = f(passage door tubuli)
• GEEN belangrijke hoeveelheden nutriënten
• WEL grote hoeveelheden afvalstoffen (vb. ureum)
• Normaal: osmolariteit urine > plasma
• Minimale bevloeiing noodzakelijk
• Herresorptie = f(waterbeschikbaarheid)
1
,FUNCTIONELE MORFOLOGIE
Nefron
• Tubulus gesloten aan één zijde + gaat over in afvoergang aan de
andere zijde
• Afvoergangen + verzamelbuizen → in nierbekken
• Corticale: glomeruli in de buitencortex, korte lussen van Henle
• Juxta-medullaire: dicht bij medulla, diep penetrerende lussen van
Henle
Glomerulus
• Glomerulaire capillairen
• Glomeruli enkel in cortex
• Afferente arteriole: bloedtoevoer
• Filtraat: proteïne-vrije vloeistof
• Capillairen verbonden met efferente arteriole (⧣ venule!)
• Efferente arteriole: verbinding met PERItubulaire capillairen, die verbonden zijn
met venules
Tubulair systeem
• Wand: eenlagig epitheel en BM
• Dubbelwandig kapsel: Bowman
• Ruimte van Bowman: ontvangt filtraat
• Tubulair systeem:
▪ Proximale tubulus
▪ Lis (lus) van Henle
▪ Distale tubulus
▪ Verzamelbuizen
• Deel van de distale tss afferente en efferente arteriole = macula densa
• Naast macula densa: juxtaglomerulaire cellen → RENINE productie
• Belangrijkste H2O her- resorptie: proximale tubuli
• Finale urine-samenstelling: bepaald door hormonale mechanismen thv: distale tubuli +
verzamelbuizen
,• Epitheel = sterk gevouwen: volume vergroting + ondoorlaatbaar voor H2O en opgeloste
stoffen: urine samenstelling ligt vast (Eq: mucine menging)
• Nierbekken en ureters: contracties/ relaxaties stuwen urine naar blaas
• Geen sfincter ureter – blaas
• Bij uitzetten blaas: ureters dichtgedrukt door diagonale inplanting in blaaswand →
retrograde flow van blaas naar ureter verhinderd
BLOEDVLOEI EN DRUK IN DE RENALE BLOEDVATEN
Bloedperfusie
>>>> dan nodig voor voeding en oxygenatie (ook bij lever)
• Perfusie: filtratie op gang houden: uitscheiding afvalproducten
• Hoge bloedvloei: minieme wijzigingen = grote impact
• NIET homogeen verdeeld:
▪ 90% gaat door cortex: filtratie in glomeruli
▪ Afname vanaf cortex naar nierbekken
• Lage bloedvloei in medulla:
▪ Noodzaak voor concentrerend vermogen van de nier
▪ Mee veroorzaakt door hoge weerstand in de vasa recta Stippellijn geeft drukverval bij constrictie
• HD in glomerulaire capillairen > ‘normale’ capillairen van de afferente arteriole. Arterie: hoge
• Druk in efferente arteriole > druk in ‘normale’ venule bloeddruk en in een vene lage bloeddruk,
• Gering drukverlies over de lengte van de glomerulaire capillairen tussen die 2 een drukverval (vermindering
bloeddruk door het vertakken)
• Gecombineerde weerstand tegen bloedvloei in afferente en efferente
arteriolen = HOOG → HD in PERI tubulaire capillairen is LAGER dan in ‘normale’ capillairen → Gunstig voor reabsorptie
FUNCTIE VAN DE GLOMERULUS
Filtratie
• doorheen endotheel van de glomerulaire capillairen: ‘gefenestreerd’
• BM
• Binnenste epitheellaag, kapsel van Bowman = podocyten, verhinderen doorlekken van eiwit
Zeef
• Doorlaatbaar voor kleine molecules, water (grotere doorlaatbaarheid dan ‘normale’
capillairen)
• ONDOORLAATBAAR voor bv. RBC + proteïnen (ook ‘elektrisch bedongen’)
• Filtraat doorheen: fenestra endotheel, BM, poriën tussen podocyten
• Glomerulair filtraat = proteïne- vrij plasma
• Kleine hoeveelheid albumine mee afgefilterd (wordt geher-resorbeerd)
• Ook zeer kleine hoeveelheid VRIJ Hb afgefilterd
3
, Factoren die de filtratie beïnvloeden
• Filtratie-principe voor glomerulaire capillairen = ‘normale’ capillairen
• Krachten die rol spelen:
▪ HD in de capillairen (+) = constant
▪ Eiwit-osmotische druk in het plasma (capillairen) (-)
o Eiwit-osmotisch druk ↑ naar einde van capillair: er wordt H2O naar de ruimte van Bowman geperst =
filtratiecapaciteit ↑ aan begin van capillair.
o In het begin = meer water en minder eiwit
▪ HD in kapsel van Bowman (-)
Water uit capillair netwerk (pijlen): eiwitten blijven over
en osmolariteit neemt dus toe → proteïne osmotische
druk neemt toe omdat er al zoveel vocht uit is aan het
begin. Netto filtratie druk is dus hoger in het begin
= het volume vloeistof dat per minuut vanuit de glomerulaire capillairen in de ruimte van Bowman wordt gefilterd (van beide
nieren samen)
• GFR = Kf x netto filtratiedruk!!
• Kf = filtratiecoëfficiënt = membraanpermeabiliteit x
filtratieoppervlakte
• ↑ Kf waarde : ↑ filtratie
• De grootte van GFI variëert met metabool gewicht
• Volledige plasmavolum: +/- 60 maal per dag gefilterd
• Geeft goed de nierfunctie weer: daling bij nierfalen
• Kan bepaald worden door clearance van creatinine
• Creatinine: wordt gefilterd als H2O en NIET gereabsorbeerd, NIET
gesecretreerd in de tubuli Bloeddruk daalt: de purpere lijn
zakt → ‘geblokkeerde nier’,
▪ Hoeveelheid in urine = hoeveelheid gefilterd → Plasmavolume dat
netto filtratie druk neemt af
per min wordt gefilterd (=GFR), wordt volledig van creatinine
geklaard. GFR = creatinine geëxcreteerd in urine (μmol/min)/ plasma [ ] van creatinine (μmol/ml)
Regeling GFI:
• Enige factoren die KUNNEN geregeld worden: nierbloedvloei (parasympaticus- sympaticus) + HD thv glomerulaire
capillairen
• BEIDEN worden bepaald door: de arteriële bloeddruk + de contractiestatus van de afferente en de efferente
arteriolen
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ambermich. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,66. Je zit daarna nergens aan vast.