Geschiedenis van het
Privaatrecht
Waarom studeren bestuderen we rechtsgeschiedenis?
Recht blijft evolueren en heeft een bepaalde tijdsdimensie.
Bij alle rechtstoepassing: een norm toepassen uit het verleden op een casuspositie uit het
heden met een verantwoordingsplicht in de toekomst => Actualisering!
Vanwege het academische karakter van de universitaire rechten-opleiding.
o Om inzicht te geven in de samenhang tussen sociale, wetenschappelijke en juridische
verschijnselen.
Het verleden: een schatkamer van het heden.
Waarom bestuderen we het Romeinse Recht?
Vanwege de receptie van het Romeinse Recht in het continentaal-Europese recht (en
daarbuiten ook) = het doordringen van het Romeinse Recht in de rechtspraktijk vanaf 1100
tot 1900.
Verwetenschappelijking van het recht aan de hand van de bestudering van de Romeinse
bronnen.
Hoofdstuk 1: Het Corpus Iuris Civilis.
Een wettekst uit de oudheid ‘herontdekt’.
De herontdekking van het Romeinse Recht: eind 11 de eeuw in Bologna
Teksten van de Oostromeinse keizer Justinianus (482-565)
o Wetgeving bestond uit verschillende delen:
Een leerboek (Instituten of Institutiones)
Tweetal bloemlezingen met meer casuisitisch materiaal (Digesten of Digesta
en Codex)
o Geheel van het (burgerlijk) recht = Corpus iuris (Civilis)
6de eeuw na Christus
Bevat materiaal dat vaak veel ouder is: bv. de oeroude Wet van de XII
Taferelen (451 voor Christus).
De voedingsbodem van een gemeenschappelijke rechtscultuur en
een ius commune, een gemeenschappelijk recht.
Basis van de codificatie van 19de eeuw
Drie afzondelijke boeken, ieder met een geheel eigen karakter:
De Instituten De Digesten De Codex (2de-6de eeuw)
Een leerboek dat is Fragmenten uit Een selectie van Keizerlijke
gebaseerd op een ouder juristengeschriften (uit de beslissingen die constituties
leerboek klassieke periode van het RR) (constitutiones) worden genoemd
Descriptief: beschrijven Casuïstisch: gaan in op een rechtsvraag die zich in een conreet
het recht in algemene geval heeft voorgedaan met alle daarbij behorende
bewoordingen bijzonderheden
Antwoord op een rechtsvraag nodig? Alle boeken doorzoeken.
Belangrijk: verbanden leggen en bij iedere tekst andere relevante
teksten erbij halen (vindplaatsen = allegaties)
Twee mogelijke vergissingen in de Justiniaanse wetgeving: “de
onbekendheid met het recht en de feiten” (De iuris et facti ignorantia)
, Error facti: ten aanzien van de feiten
Error iuris: omdat men onbekend is met het recht.
o Rechtsdwaling strekt tot nadeel: error iuris nocet.
<-> corpus iuris canonici: een compilatie van het canonieke recht.
Wetenschappelijke interesse:
o Tijd van de glossatoren: 1100 – 1260
o Tijd van de commentatoren: 14de – 15de eeuw => eerste stappen naar een praktische
toepassing van het Corpus Iuris => luidden het tijdperk van de receptie in.
Voorgeschiedenis Romeinse Rijk.
Etruskische koningen: 753 – 509 voor Christus
Republiek: 509 voor Christus – 27 voor christus
o Bevolking verdeeld in twee klassen:
De patriciërs: bovenlaag van de maatschappij
De plebejers: de sociaal zwakkere groep
Keizertijd: 27 voor Christus – 1453 na Christus.
o Principaat; 27 voor Christus – 284 na Christus.
o Dominaa: 284 – 476/565 (of 1453?)
Wettenrecht en praetorisch recht
Stratificatie/gelaagdheid van het recht
o Bestaande uit twee rechtsmassa’s, ieder met zen eigen bronnen:
Ius civile
De wetten
o Door de volksvergadering
o Door de magistraat krachtens een besluit van de
volksvergadering
o Oudste: XII Tafelen
Aanvullingen op de wetten voortspruitend uit gewoonte, besluiten
van de Senaat
Plebiscieten [een volksvergadering op initiatief van de overheid] (bv.
Lex aquilia)
Adviezen van juristen
Ius honorarium
Recht gevormd door de magistraten
Doel: ius civile ondersteunen, aanvullen en corrigeren.
Belangrijkste bron: edict van de praetor (de magistraat belast met
de zorg voor de rechtspraak)
o Kondigt bij de aanvaarding van zijn ambt aan welke
rechtsmiddelen hij gedurende zijn eenjarig ambtstermijn zou
verlenen.
=> hebben hun praktische betekenis wel verloren
Het recht van de staat Rome, van de natuur en van de volkeren.
Ius civile: naast het wettenrecht, ook het eigen recht van de staat Rome.
o Het recht dat alleen de mensen die tot één volk of één staat behoren onderling
toepassen, het recht dat ieder volk voor zichzelf heeft vastgesteld.
o Ontleend aan de eigen gemeenschap.
, Andere soorten recht:
o Ius naturale:
Natuurlijk recht
Het recht dat de natuur aan alle levende wezens, inclusief de wilde beesten,
heeft geleerd, zoals de verbintenis van het mannelijke en het vrouwelijke en
het voortbrengen van nageslacht.
o Ius gentium:
Recht der volkeren
Het recht dat alle volkeren het gehele mensengeslacht, toepassen.
Volgens dit recht: wij verzetten ons tegen geweld en onrecht. Daaruit zijn
oorlogen en slavernij voortgevloeid. Ook allerlei instellingen.
Het eeuwig edict
Keizer Hadrianus maakte het praetorisch edict onveranderlijk => gefixeerd: het eeuwig
edicht/edictum perpetuum.
o Zo kwam er een einde aan de rechtscheppende activiteit van de praetor.
Bestuurshervormingen
Keizer Diocletianus: bestuurlijke hervorming => rijk onderverdeeld in 4 prefecturen, onder
gezag van een praetorisch perfect (praefectus praetorio).
4de eeuw: Romeins rijk in twee gedeeld: Westelijk (Rome Ravana) en Oostelijk deel
(Constantinopel).
Justinianus en zijn tijd
Justinianus: 6de eeuw
o Keizer van het Oost-Romeinse rijk
o Resideerde in Constantinopel
o Beschouwde zich keizer van het gehele rijk: had het staatsgezag over het gehele rijk
o Streefde naar het ideaal: eenheid van Rome in verschillende opzichten herstellen in
de oude glorie
Eén godsdienst: de christelijke
Bij het edict van Milaan (313): christendom toegestaan
Cunctos populos (380): keizer Theodosius: Christendom de
voorgeschreven godsdienst voor het gehele keizerrijk
o Later probleem: de vrouw van Justinianus: Theodora
behoorde tot de zogenaamde monofysieten, een
godsdienstige stroming die leerde dat Jezus Christus enkel
een goddelijke natuur had gehad en die daarmee inging
tegen de naturenleer die door rechtgelovigen christenen
werd aangehangen + ze was een actrice = zowat het laagste
dat er is.
Eén codificatie van het recht
Het streven naar een samenvattende wetgeving
Eén rijk en één godsdienst => dus ook één recht.
Probleem: het ontbreken van een goede en overzichtelijke compilatie (bloemlezing) van
zowel het oude juristenrecht als van het keizerlijke recht, die dan als wetgeving zou kunnen
worden uitgevaardigd.
, o Juristenrecht: uit de klassieke periode en was overgeleverd in geschriften van
juristen uit die tijd.
De juristen werkten algemeen anoniem aan de keizerlijke kanselarij.
Vb bekende juristen: Papinianus, Ulpianus en Paulus
De leges/keizerlijk recht: nog volop in beweging
Later probleem: onoverzichtelijkheid van de rechtsbronnen en kernbronnen.
o Oplossing: geen nieuwe wetgeving ontwerpen; maar bestaand materiaal verzamelen.
o Pogingen:
Eerste: Theodosius II en Valentinianus III: citeerwet/lex citandi
Vernoeming van enkele bekende/grote juristen: gaius, Paulus,
Papinianus, Ulpianus en Modestinus.
Later: Theodosuis II: codex Theodosianus
Hiervoor al eerdere, minder goede codexen: codex Gregorianus en
de codex Hermogenianus.
Justinianus en zijn wetgevingsproject
Justinianus wilde het volledige recht codificeren: zowel juristenrecht als het keizerlijke recht.
Leidde tot 3 documenten:
o De Instituten (533): een leerboek.
o De digesten (533): een compilatie van het oude juristenrecht.
o De codex: een compilatie van de keizerlijke constituties.
529: eerste codex
534: tweede codex
Latere constituties: uitgebracht in particuliere verzamelingen: novellen (niet meer onder
Justinianus zijn wetgevingsproject geregeld).
Oost-Romeinse rijk: veel gunstiger dan het West-Romeinse rijk
o Hadden beschikking over een schat aan juridische geschriften
o Hadden rechtsscholen
Interpolaties en interpolatiekritiek
Commissies opgericht om de teksten waar nodig te wijzigen
o Veranderingen = interpolaties
Bv. verouderde of obsolete (in onbruik gemaakte) rechtsbegrippen en
rechtsinstellingen schrappen; aanpassen aan omstandigheden
De compilatoren/samenstellers van de digesten hebben de teksten die zij ontleenden waar
nodig geïnterpoleerd (fragmenten geselecteerd, losgemaakt uit hun oorspronkelijke context
en ze opnieuw geranschikt).
o Onder een titel geplaatst die een bepaald onderwerp beoogd te behandelen.
Antinomieën/onderlinge tegenspraak moesten weggewerkt worden.
16de eeuw: humanistische schrijvers
o Grote belangstelling voor de Romeinse oudheid
o Streven naar een tekstkritische uitgave van het Corpus Iuris
o Men wilde de Digesten uitgeven naar het oudste bewaard gebleven handschrift, de
zogenaamde Codex Florentinus.
Pas in de 19de eeuw tot resultaten geleid.
o Anderen wouden nog verder terug, terug naar het Klassieke echt dat achter de tekst
verscholen ligt => nood aan interpolaties en interpolatiekritiek.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper uastudent2019. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,16. Je zit daarna nergens aan vast.