Dit document is een handige en uitgebreide samenvatting van het spijsverteringsstelsel. Het bevat alle belangrijke info over de anatomie en werking ervan. Ideaal voor studenten in zorg, biomedische wetenschappen of andere gerelateerde studies. Duidelijk, informatief en perfect om te leren!
• Is steeds een dynamisch evenwicht tussen opbouw en afbraak
➢ Anabolisme (opbouw) en katabolisme (afbraak): vergelijkbaar met radioactief gemerkte AZ (bv:huid,
darmslijmvlies)
• Te volgen adhv de stikstofbalans
• Evenwicht tss opbouw en afbraak van celstructuren ten gunste vd opbouw
➢ inspanningshypertrofie van skeletspieren en hart.
➢ een spier die niet wordt gebruikt => atrofie
• Metabolisme onder invloed van functionele prikkels
Belang bij ontwikkeling kind (betekenis lichamelijke oef!)
• Waarom hebben wij voedsel nodig?
➢ Voedsel = brandstof voor het lichaam (voedingsmiddelen en voedingsstoffen)
→ Aanbreng energie + stoffen voor lichaamsfuncties
De link met de volgende slides was voor ons niet duidelijk.
Hier hoort een vergelijking bij: de mens als motor => we hebben energie nodig maar ook andere zaken om goed
te functioneren, daarom hebben we voeding nodig die aan verschillende voorwaarden voldoet: zie conclusie
Wij hebben de volgende overgang gelegd:
- Vragen of ze weten welke voedingsstoffen er zijn? Daarna kan je het hiaat in deze kennis opvullen.
➔ waarschijnlijk hebben ze niet het juiste antwoord.
Zo kan je de link leggen naar de leestekst: “Jullie hebben al enkele goede dingen gezegd/Jullie hebben
verschillende ideeën hieromtrent. In de syllabus op pagina 7 vind je een bron/tekst waarin de drie types
voedingsstof zijn opgenomen. Lees de tekst en ga op zoek naar de drie types, hoe ze omschreven zijn en enkele
voorbeelden. Noteer je antwoorden in het kader op dezelfde pagina.”
➔ hierdoor wijs je op het belang van een goede bron en van de syllabus. OK
, LET OP!:
carotenoïde,
flavonoïden en
glucosinolaten zijn GEEN
voedingsvezels
Voedingsstof is NIET voedingsmiddel
• Voedingsmiddelen: bestaan uit alles wat normaal opeten + opgebouwd uit voedingstoffen + groei,
instandhouden en functioneren lichaam
• Voedingstoffen: stoffen uit de voeding die essentieel zijn voor de groei, instandhouding en functioneren vh
lichaam voor alle inwendige en uitwendige activiteiten vh lichaam voor energie
3 basisregels van een evenwichtige voeding
1. Voeding moet dagelijks alle energie en voedingsstoffen aanbrengen
2. Voeding moet de energiebalans in evenwicht houden
3. Voeding moet een goede verhouding macronutriënten bevatten:
➢ Min. 55 % van de energie→ KH (koolhydraten)
➢ Max. 30-35 % van de energie→ V (vetten)
➢ 10-15 % van de energie→ EW (eiwitten)
Energieleverende stoffen
• Elk individu heeft energie nodig
• Hoeveelheid E dat iemand nodig heeft uitgedrukt in kJ of kcal/dag is
afh. van: gewicht, lengte, leeftijd, geslacht, activiteit
Idee: je kan bij het uitleggen van de balans verwijzen naar de situatie van
de studenten:
- rust: opletten in hoorcollege
- Activiteit: bewegingstussendoortje
- (Thermogenese: altijd)
Bv; ik zet jou in een zetel en je doet een hele dag niets, dan verbruik je
toch energie = rustmetabolisme…
Energie? Via koolhydraten, vetten (en eiwitten)
Belang van een goede verhouding KH, V en EW! (EW staan tss haakjes en zijn dus minder bel-)
Lichaam gebruikt in normale toestand geen EW als E, enkel koolhydraten en
vetten. Uitzondering is katabole toestand => lichaamsEW en dergelijke
worden dan wel gebruikt
Voorbeeld: Boterham
bevat koolhydraten
deze moeten worden afgebroken tot glucose = voedingsstof (mbv
enzymen)
glucose wordt opgenomen in het lichaam en gebruikt, verwerkt (en/of
uitgescheiden => afhankelijk van wat verteerd wordt => bijvoorbeeld
overtollig vocht wordt uitgescheiden)
,Om voedingsmiddelen in het lichaam te kunnen gebruiken/opnemen:
Ingestie → mechanische verwerking → chemische verwerking → secretie van hulpmiddelen → opname in de
bloedbaan (→ doelorgaan)
Onderdelen van het
spijsverteringskanaal
• Mondholte
• Keelholte
• Slokdarm
• Maag
• Dunne darm
• Dikke darm
• Rectum
• Anus
Splanchnologie: leer vd organen
die noodzakelijk zijn voor het
spijverteringsstelsel (= gastro-
intestinaal stelsel)
Mondholte: Cavum oris
slokdarm: oesophagus (id mondholte komen de speekselklieren aan)
- Glandula parotis
- Glandula submandibularis
- Glandula sublingualis
Luchtpijp: trachea (ligt naast de slokdarm) > voedsel mag hier niet in terechtkomen
Uiteinde mondholte: farynx (hier komen neus-en mondholte samen)
Stembanden: larynx (kruising tss slokdarm en trachea)
Strottenklepje: epiglottis (ligt over de holte vd trachea, zodat de trachea wordt afgesloten wnr je iets eet)
Maag: gaster
Dunne darm bestaat uit: (in deze volgorde)
- duodenum (12-vingerige darm) → ligt als een hoefijzer rond de kop vd pancreas (= alvleesklier)
- Jejenum
- Ilium
Lever: sappen afscheiden en komen id gal terecht
Gal: ligt geplakt tegen de onderkant vd pancreas
, Lever maakt vocht aan en dat gaat via:
ductus hepaticus (buis die komt vd hepar/lever)
samenkomen met de ductus cisticus (= galbuis) en
opgestapeld worden id gal
Galblaas ledigen?
Via ductus cisticus komt samen met ductus hepaticus >
dan heb je ductus choledocus > deze gaat richting
pancreas/alvleesklier
- Ductus choledocus komt dan samen met ductus
pancreaticus en vormt het kanaal van Wirsung >
eindigt in ampul van Vater in het Duodenum (=
deel vd dunne darm die hoefijzervormig rond
de pancreas zit)
Peritoneum
• Twee lagen met tussenruimte gevuld met vocht:
➢ Peritoneum parietale (verder dan orgaa) : bij buikwand
➢ Peritoneum viscerale (tegenorgaan) : tegen buikorganen
Intraperitoneaal (in peritoneum/tss 2 bladeren vh peritoneum) OF extraperitoneaal (buiten het peritoneum)
• Extraperitoneaal onder te verdelen in :
➢ Retroperitoneaal (achter het Peritoneum)
➢ Subperitoneaal (onder het Peritoneum)
• Steeds intra en retro afwisselend en op het
einde subperitoneaal:
➢ Maag (intraperitoneaal) x
➢ duodenum (retroperitoneaal)
➢ jejunum en ileum (intraperitoneaal)
➢ colon ascendens(retroperitoneaal)
➢ colon transversum(intraperitoneaal) x
➢ colon descendens(retroperitoneaal)
➢ sigmoïd (intraperitoneaal)
➢ rectum ( subperitoneaal).
Mesenterium
• De intraperitoneale organen zijn opgehangen door middel van banden. Deze banden = mesenterium
• Functie mesenterium :
➢ Op plaats houden bij bewegingen van de darmen of bij plotse veranderingen van lichaamshouding. (bv; op
hoofd gaan staan)
➢ Het is tevens de geleidende weg voor bloedvaten, lymfevaten en zenuwen.
Omentus majus: plooi peritoneum
= grote plooi die ligt tss de maag en het colon transversum
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lolapieterss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €9,36. Je zit daarna nergens aan vast.