1. Situering: de middeleeuwen (476 – 1453)
• 🕰 Tijd van bepaalde periode à zegt iets over de literatuur van toen
• Begin: 476 = val WRR
• Einddatum Symbolische
o 1453: val van ORR (Byzantium) data
o 1450: uitvinding boekdrukkunst 📚 à snelle verspreiding info
o 1492: Columbus ontdekt Amerika 🌎
De term “middeleeuwen” = pejoratief (= negatieve gevoelswaarde)
“Dark Ages” tussen KO – renaissance (=wedergeboorte KO) (= glorierijke periode)
↳ hoewel er wel kennis en uitvindingen waren (dus geen donkere periode)
Feodaal systeem (feodalisme)
• Theocentrisme 🛐: God centraal (on)gepast
o Aflaten: Zonden kwijtschelden door betaling bv. hemel, vagevuur🔥,…
o Paus: zowel politieke als wereldlijke macht en nu religieuze macht
o Relieken: voorwerpen van heiligen, vaak vals bv. kribbe (hout) v jezus
geloven in bijzondere krachten (genezing, bescherming)
o Godsoordeel/godsgericht: Rechtspraak via goddelijke tussenkomst vb.
heksenvervolging, pelgrimstocht, genezing brandwonde, riddergevecht à schuldig
en god staat aan de kant vd overwinnaar (= de juiste)
è Rechtspraak voor twijfelachtige beschuldigingen (men gelooft dat
god zou ingrijpen om de waarheid te onthullen via bv duels
• Vergankelijkheid / dood
o Pest, brand, kindersterfte
snel verspreid, houten huizen, hevige bloeding in kraambed
o Aards tranendal
Andere visie op dood: "Gedenk te sterven" – dood als toegang tot de hemel (= troost)
aarde = plek van lijden en vergankelijkheid, dood is daarvoor een troost
o Memento mori
Gedenk dat je ooit zult sterven (= stof wederkeren) leven is tijdelijk
nu: carpe diem (pluk de dag 🌞) à want leven is vergankelijk
o Danse macabre (skeletten/doden dans 💀)
Positieve gedachte à Dood maakt iedereen gelijk, troost voor de armen. (door te dansen omarm je dit idee)
2. Het Oudnederlands ( 800 – 1200 )
- Middelnederlands (1200 – 1550)
- Nieuwnederlands (1550 – nu) • Indo- Europees
o (Proto-)Germaans o (Proto-)Romaans
🗣Talen ontwikkelen zich via een stamboom § Nederlands § Latijn
Oertaal (binnen Europa) § Duits § Frans
§ Engels § Italiaans
§ Zweeds § Portugees
§ Noors § …
§ …
, 2.1. Het Oudnederlands
Zeer weinig bronnen, nog minder bronteksten
a. Redenen waarom er weinig bronnen gemaakt zijn
1. Weinig bronnen gemaakt
Er werd weinig schriftelijk materiaal gemaakt.
2. Analfabetisme (wel adelijken/geestelijken)
Veel mensen konden niet lezen of schrijven, maar er was wel een orale traditie (bijv. sprookjes). 🗣
3. Geen boekdrukkunst
• Geen gedrukte boeken, alleen handgeschreven manuscripten door monniken (= kopisten).
• Manuscripten werden op perkament (dierenhuid) geschreven, wat duur en tijdrovend was.
• Monniken schreven met inkt en een veer 🪶, wat een omslachtige en langzame methode was.
• handgeschreven manuscripten = statussymbool voor de rijken. 💰
• De teksten waren vaak versierd/verlucht met:
o Initialen (grote, versierde letters).
o Bladgoud ✨
o Miniaturen (kleine tekeningen in de initialen) 🎨
4. Nederlands vonden ze minderwaardig
• Weinig mensen spraken Nederlands, en het werd gezien als een minderwaardige taal in vergelijking met het
Frans of Latijn (de taal van de kerk ⛪).
• Hierdoor had Nederlands een lagere status
b. Redenen voor het verlies van bronnen
1. Natuurrampen: Branden en overstromingen vernietigden documenten. 🔥🌊
2. Uit de mode (= ouderwets)
Oudere teksten werden weggegooid omdat ze verouderd waren.
3. Verboden boeken op index (verboden) (boekenverbranding tijdens contrareformatie)
Boeken die in strijd waren met het geloof werden vernietigd/verbrand. 📜🔥.
• Kennis = macht 🧠, dus veel boeken werden vernietigd om de verspreiding van bepaalde ideeën te voorkomen.
• Vb: Er werden zoveel boeken uit een klooster weggegooid dat je op de Leie kon lopen vd stapels boeken
📜 Hergebruik van perkament (duurzaam)
•Perkament was kostbaar en stevig, dus het werd hergebruikt.
o Inkt werd afgewassen om het perkament opnieuw te gebruiken.
o Dit maakte het handschrift minder waardevol. (door hergebruik)
o Perkament werd vb gebruikt als bladwijzer of ter versteviging van boekenkaften 📚
c. Het kruiswoordraadsel terminologie: het manuscript
v Bard – zanger en dichter bij de oude Kelten en Galliërs 🎶
v Katern – aantal (oorspronkelijk vier) in elkaar gevouwen vellen als deel van een handschrift 📖
v Troubadour – Provençaalse minnezanger in de middeleeuwen 🎼 (orale traditie)
v Rubriceren – rood streepje trekken door de beginkapitalen, versierde beginletters aanbrengen
à makkelijker lezen + zo weinig mogelijk ruimte te gebruiken, omdat perkament duur was 💰
v Miniatuur – schildering of tekening in een handschrift 🎨
v Palimpsest – een hergebruikt stuk perkament in een handschrift, codex rescriptus. Oude teksten werden
afgewassen, maar soms zijn deze nog zichtbaar, zoals te zien is op röntgenfoto's, 📜🔍
v Velijn – fijn perkament (gemaakt van dierenhuid 🐄)
v Verluchten – versieren met initialen en miniaturen met kleur en bladgoud ✨
v Manuscript – met de hand geschreven stuk 📝
v Rasuur – deel van een handschrift dat is weggekrabd om opnieuw te beschrijven à "type-ex"
v Kopiist – persoon die afschriften maakt 🖋in scriptorium
v Codex – een in een band bijeengehouden handschrift, bestaande uit verschillende ingebonden teksten 📚
v Initiaal – grote, in mindere of meerdere mate versierde beginletter in een handschrift 🌟
, 2.2. Het Oudnederlands: eerste attestaties (= geschreven bronnen)
🗺 taalgrens ≠ landgrens. In een stukje van Frankrijk spraken mensen ook Nederlands.
a. Eerste Oudnederlandse woorden duiken op in Latijnse teksten
• 📓 Glossen (glossaria): Aantekeningen of vertalingen in de kantlijn naast de oorspronkelijke tekst, geschreven in
een andere taal.
• 🏛 Ambtelijke teksten:
o Toponiemen (= plaatsnamen, zoals Eeklo wat "eikenbos" betekent 🌳).
o Antroponiemen (= eigennamen, namen die iets zeggen over een beroep of eigenschap, zoals Caluwé = kaal).
o Deze teksten hadden te maken met zaken als trouwcertificaten of grondakten,… . Soms werd een deel (woord
of helemaal) in het Nederlands geschreven, omdat de schrijver niet goed Latijn kende.
• 📖 Commentaar bij het Hooglied in de Leidse Williram (geen persoon , het is een manuscript) (ca. 1100):
Een abt (kloosterhoofd) schreef Nederlands commentaar bij een Latijnse bijbeltekst. (bewerking)
• ⚖ Lex Salica (wettekst) - Salische wet:
De oudste Oudnederlandse zin (6de E):
"Maltho thi afrio lito" (= "Ik zeg je: ik maak je vrij van horigheid" 🧑🤝🧑).
Dit werd uitgesproken door een leenheer die een horige (slaaf) vrijliet.
📜 vb Oudnederlandse woorden: Ahto (8), Akkar (akker 🌾), Hano (haan 🐓), Thusunt (1000)
b. De eerste Oudnederlandse zin?
"Hebban olla vogala nestas hagunnan hinase hic anda thu, wat unbidan we nu?"
Vertaling: "Alle vogels zijn nesten begonnen, behalve jij en ik. Waar wachten we nog op?"
Vorm: Deze zin bevat alliteratie (beginrijm) en assonantie (klinkerrijm) en is een metafoor.
✍ Probatio pennae: testzin om de pen uit te testen, vaak laatste pagina van manuscript
c. Latijnse elementen in het Nederlands
• In extremis – Op het laatste moment ⏳
• Stante pede – Onmiddellijk ⚡
• Ad rem – Spontaan 💬
• Manu militari – Met geweld (militaire macht) 💥
• I.c. (in casu) – In dit geval 📌
• Ad fundum – Tot op de bodem (in één keer leegdrinken) 🍻
• Persona non grata – Ongewenst persoon 🚫
• Lapsus lingua – Verspreking (taalfout (slip of the tongue)) 👅
• Ad hoc – Specifiek voor dit doel 🎯
• In spe – Toekomstig, in verwachting van 🌱
• Dura lex, sed lex – De wet is hard, maar je moet deze volgen ⚖
• Vademecum – Handboek / naslagwerk (met alle grammatica regels)📚
• A priori – Op voorhand beslist 📝
• Nec plus ultra – Het hoogst haalbare 🎖
• Tabula rasa – Helemaal opnieuw 🔄
• Conditio sine qua non – (Noodzakelijke) voorwaarde ✔
• Sic – Zo ( zoals geschreven) ✍
• Bonafide – Betrouwbaar ✅
• Malafide – Onbetrouwbaar ❌