Volledige samenvatting van registratie-en successierechten gedoceerd door Mark Delanote in . Het deel erfbelastingen aangevuld met de notities van het boek. Samenvatting bevat gestructureerde notities en pwp. Exlcusief werkcolleges
REGISTRATIE- EN
SUCCESSIERECHTEN
ALGEMENE INLEIDENDE BESCHOUWINGEN
HISTORIEK EN TOTSTANDKOMING
KB 31 maart 1936 (Wet van 4 mei 1936) Wetboek der
Successierechten
Vlaamse codex fiscaliteit is hier de relevante bron, nationaal gezien is het
wb registratie en successierechten relevant. Verschillende titels binnen
Vlaamse codex fiscaliteit.
o Inleidende bepalingen met definities.
o Titel 2 bevat alle materieelrechtelijke bepalingen die betrekking
hebben op belastingen. Hoofdstuk 7 erfbelasting ! => alle leerstof
staat hier praktisch in
Zeer oude wetgeving => ligt onder vuur waar de tarieven zeer hoog zijn,
regering voelt druk om dit te laten zakken. In 1936 coördineerde men de
verschillende wetten
Wetboek der successierechten opgesplitst over de gewesten: Voor ons de
Vlaamse codex fiscaliteit
ALGEMENE KENMERKEN
Erfbelastingen zijn “indirecte” belastingen
o Indirecte belastingen’ >< directe: bij indirecte belasting wordt een
duidelijk in de tijd herkenbaar feit belast (bv BTW en erfbelasting).
Hier dus het openvallen van de nalatenschap.
o Procedurele bepalingen zijn terug te vinden in titel 3 van de vlaamse
codex fiscaliteit.
Erfbelastingen omvatten het successierecht en het recht van overgang bij
overlijden (artikel 1.1.0.0.2., lid 1, 9° VCF)
o Bij overlijden van rijksinwoner zal men de Vlaamse successierechten
berekenen op alles wat deze bezit ook al is dat in de
Kaaimaneilanden; de niet-inwoners die in Be onroerend goed
achterlaten worden tevens getaxeerd door Vl codex fiscaliteit,
andere goederen niet belastbaar voor niet-inwoners van Be bv een
bankrekening is dan niet belastbaar maar diens villa in Knokke wel.
Erfbelastingen zijn “geregionaliseerde” belastingen
o ! Decreet van 19 december 2014 tot wijziging van de Vlaamse
Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 (BS 29 januari 2015)
,INDIRECTE BELASTING
Erfbelastingen slaan op één enkel belastbaar feit, m.n. de overgang van
vermogen door (of (soms) naar aanleiding van) het overlijden van een
natuurlijk persoon tengevolge van (art. 2 WSucc. / 2.7.1.0.2. VCF):
o Verschil tussen “door het overlijden” en “naar aanleiding vh
overlijden”
Door het overlijden: gaat over de klassieke devoluties die
ontstaan => goederen vallen in die nalatenschap en worden
dan door de spelregels toegewezen aan de ene of de andere
Naar aanleiding vh overlijden: een fictie waarbij je iets
behandelt alsof het in de nalatenschap zat. Hiermee wil men
vermijden dat er misbruik wordt gemaakt van andere regels
bv. Alles wat je hebt uitgedeelt in een periode van 3j
voor je overlijden zal opgenomen worden in de
nalatenschap tenzij er schenkbelasting op betaald is
o Wettelijke devolutie
o Testamentaire evolutie
o Contractuele erfstelling
o Fictiebepalingen ( art. 4-11 Wsucc / 2.7.1.0.3. – 2.7.1.0.9. VCF )
Materiële belastingschuld ontstaat op datum van het overlijden
(openvallen nalatenschap)
o Beginsel: alleen vermogensbestanddelen belast die op dat moment
in het vermogen zitten
o Uitz. zijn mogelijk vb. art. 7 WSucc (2.7.1.0.5. VCF)
Belang van het verschil tussen directe en indirecte belastingen uit(te) zich
voornamelijk op procedureel vlak
o thans (althans in Vlaanderen) grotendeels achterhaald
SUCCESSIERECHT EN RECHT VAN OVERGANG
HET SUCCESSIERECHT
"De belasting die onder de benaming `het successierecht van
rijksinwoners' wordt geheven overeenkomstig de bijzondere wet van 16
januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de
gewesten en conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 7, van deze
codex" (artikel 1.1.0.0.2., lid 1, 20° VCF)
o Overlijden van rijksinwoners t.a.v. hun wereldwijd patrimonium ( cf.
art. 1, 1° Wsucc – 2.7.3.1.1. VCF )
o Aftrek van passief
Wordt berekend op het wereldwijd patrimonium: ook op de goederen in het
buitenland.
HET RECHT VAN OVERGANG
, "De belasting die onder de benaming `het recht van overgang bij
overlijden van niet-rijksinwoners' wordt geheven overeenkomstig de
bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de
gemeenschappen en de gewesten en conform de bepalingen van titel 2,
hoofdstuk 7, van deze codex" (artikel 1.1.0.0.2., lid 1, 16° VCF)
o Overlijden van niet-rijksinwoners ( cf. art. 1, 2° WSucc – 2.7.3.1.1.
VCF)
o 2 voorwaarden:
A. Schuld moet zijn aangegaan om onroerend goed aan te
kopen of te verbouwen
Enkel op onroerende goederen in bevoegde regio
binnen België gelegen ( cf. art. 18 WSucc – artikel
2.7.3.2.2. VCF)
B. Enkel de schulden aangegaan door de EER burgers ( dus
wel door een duitser maar niet door een chinees)
Lastenaftrek (cf. art. 27 W.Succ. / 2.7.3.4.1. VCF):
uitsluitend schulden van EER-burgers in de mate
schuld specifiek werd aangegaan om de onroerende
goederen te verwerven of te behouden
o Deze regeling is het gevolg van Arrest Eckelkamp HvJ 11
september 2008: schending vrij verkeer kapitaal
ervoor geen lastenaftrek maar na dit arrest wel onder de
bovenstaande twee voorwaarden. Was een belemmering van
vrij verkeer van kapitaal want Belgen konden dit maar niet-
Belgen uit de EU konden dit niet, daarom nu wel voor EER
burgers.
o Vgl. Br. art. 27 WSucc. – Wall. Art. 27bis WSucc
PROBLEEM DUBBELE BELASTING
Komt zeer vaak voor bij de inkomstenbelasting bv woonstaat en bronstaat => dit
wordt opgelost door dubbelbelastingverdragen. Op vlak van erfbelasting hebben
we maar 2 verdragen: met Zweden en met Frankrijk. In Be wel een unilaterale
maatregel nemen om deze dubbele belasting te temperen met landen waarmee
we geen dubbelbelastinverdrag hebben art. 2.7. 5 (de verminderingen) .0.4 =>
Be zal korting geven indien al belastingen betaald in het buitenland. Zie arrest in
de link.
Verdragen met Zweden ( 28/02/1958 ) en Frankrijk ( 20/01/1959 )
o Zweden evenwel successierechten afgeschaft per 1/1/2005
Eenzijdige verzachting in art. 17 WSucc (artikel 2.7.5.0.4. VCF -
Verminderingen) voor belasting betaald op roerende en (GwH, nr. 80/2021,
3 juni 2021 - 2021-080n (const-court.be) onroerende goederen in het
buitenland
EU-initiatief om dubbele belasting aan te pakken (COM(2011) 864)
RIJKSINWONER
, de natuurlijke persoon die (naargelang het geval) op het ogenblik van zijn
overlijden (of op het ogenblik van de schenking) binnen het Rijk zijn
domicilie of de zetel van zijn vermogen heeft gevestigd (of de
rechtspersoon die op het ogenblik van de schenking binnen het Rijk zijn zetel van
werkelijke leiding heeft gevestigd); (artikel 1.1.0.0.2, lid 1, 18° - voorheen: artikel
1, lid 2 W.Succ.)
fiscale woonplaats in België
dag van overlijden is determinerend
Domicilie (effectief en duurzaam verblijf) of zetel van fortuin (plaats van
waaruit het vermogen beheerd wordt) / nationaliteit irrelevant
Feitenkwestie (inschrijving bevolkingsregister, verblijfplaats gezin, …)
o Werkelijke woonplaats gaat voor op waar je gedomicilieerd bent
GEREGIONALISEERDE BELASTING
BHS-VERDELING
OORSPRONG: Successierechten waren aanvankelijk een “federale”
belasting
NU: Thans zijn successierechten “gewestelijke” belastingen
o Geregeld in de Bijzondere Financieringswet van 16 januari 1989
Toewijzing van opbrengst en van bevoegdheid aan de
gewesten
Gedeeltelijke normatieve bevoegdheid voor de gewesten,
m.n. voor “tarief, de grondslag en de vrijstellingen”
Gevolg: fiscale concurrentie tussen de gewesten
Federale bevoegdheid voor de “belastbare materie” en het
“bestaan” zelf van de belasting
Federale bevoegdheid voor de “dienst” van de belasting
Vlaanderen overname dienst van de ERFbelasting
vanaf 1 januari 2015 !
Notities:
De belasting zelf mag Vlaanderen nooit opzeggen. De facto kan men dit
wel opheffen door 0% te heffen of alles belastingvrij te stellen.
De ’dienst’ van de balsting is de administratieve opvolging van de heffing:
de betaling innen en de controles doen. De bijzondere financieringswet
zegt hierover dat zolang de dienst niet word overgenomen de federale
administratie dit zal doen voor de gewesten => maar zolang niet
overgenomen bepalen de federale administraties de procedure regels.
Vanaf Wallonië zelf dienst zou doen mogen ze zelf de procedurele regels
bepalen; in 2015 begon Vlaanderen dit zelf te doen en konden ze dus zelf
de procedurele regels bepalen.
SUCCESIERECHTEN VS RECHT VAN OVERGANG
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent007. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,66. Je zit daarna nergens aan vast.