HERHALING TAALSTUDIE CAPUT 1, 2 en 3
I. ONVERANDERLIJKE WOORDEN
1. bijwoorden
2. voegwoorden
3. meeste telwoorden
4. voorzetsels
II. VERANDERLIJKE WOORDEN
1. substantieven van 1ste en 2de klasse
S1 mannelijke substantieven op -us, met gen. op -i → volgen avus
vrouwelijke substantieven op -a, met gen. op -ae → volgen rosa
onzijdige substantieven op -um, met gen. op -i → volgen donum
S1 enkelvoud meervoud
m. v. o. m. v. o.
nom. av-us ros-a don-um av-i ros-ae don-a
acc. av-um ros-am don-um av-os ros-as don-a
gen. av-i ros-ae don-i av-orum ros-arum don-orum
S2 mannelijke substantieven op ?, met gen. op -is → volgen dux
vrouwelijke substantieven op ?, met gen. op -is → volgen mater
onzijdige substantieven op ?, met gen. op -is → volgen corpus
S2 enkelvoud meervoud
m. v. o. m. v. o.
nom. dux mater corpus duc-es matr-es corpor-a
acc. duc-em matr-em corpus duc-es matr-es corpor-a
gen. duc-is matr-is corpor-is duc-um matr-um corpor-um
voc.
2. adjectieven van 1ste klasse
A1 adjectieven met mannelijk -us, vrouwelijk -a, in onzijdig -um → volgen bonus
A1 enkelvoud meervoud
m. v. o. m. v. o.
nom. bon-us bon-a bon-um bon-i bon-ae bon-a
acc. bon-um bon-am bon-um bon-os bon-as bon-a
gen. bon-i bon-ae bon-i bon-orum bon-arum bon-orum
Let op: adjectieven passen zich aan het substantief aan in naamval, in geslacht en in getal: ze krijgen dan de
functie van BVB.a bij een kern, ofwel de functie van NWD (bij esse).
3. persoonlijke voornaamwoorden
de verbuiging van de persoonlijke voornaamwoorden is onregelmatig, maar bij is, ea, id herken je uitgangen
van S1/A1
pers. enkelvoud meervoud
vnw. 1ste p. 2de p. 3de p. 1ste p. 2de p. 3de p.
nom. ego tu is, ea, id nos vos ii, eae, ea
ik jij hij, zij, het wij jullie zij, ze
acc. me te eum, eam, id nos vos eos, eas, ea
mij, me jou, je hem, haar, het ons jullie hen, ze
Let op: de persoonlijke voornaamwoorden in nominatief worden enkel gebruikt als ze nadruk krijgen (ík, jíj …).