Introductie + H1: LUTS deel I
Introductie
Alles wat we moeten kennen → slides + lessen (7) (cursus is zelfde info maar in tekstvorm)
EXA: mkz met giscorrectie (klinische vragen)
4 klinische college’s → toepassing, geen nieuwe les / info gegeven
- Klinisch redeneren leren, diepgang aan lessen geven
Achtergrondinfo: oxford handboek of urology (geen leerstof)
Wat is urologie?
= Specialisatie: aandoeningen nier-urinewegen en mannelijke geslachtsorganen
‘snijdend’ → chirurgische discipline
- Nier-urether-blaas-prostaat (BPH = beninge prostaat hypertrofie)
Ook ‘medisch’: veel diagnostiek en medische behandelingen
- Vb. hormoontherapie
Ook ‘endoscopisch’ → cystoscopie, urethrorenoscopie, …
- Aanprikken door huid kan ook
- Diagnostisch en therapeutisch
→ poliklinisch: samenwerken met andere disciplines
Nefroloog: is meer nier, waterhuishouding, …
Endoscopie:
- Vb.: via naald botox in overactieve blaas inspuitens
- Poliep wegbranden
- Vrij technisch, video en lasers en dergelijke
Overlap en raakvlakken:
- Urogynaecologie
- Abdominale heelkunde: liesbreuken bij kinderen vaker door urologen geopereerd
- Medische samenwerking met endocrinologen (vb hypogonadisme of libidovermindering),
met oncologie (Vb prostaatkanker)
- Pediatrie: vb. Hypospadie (afwijking van de penis waarbij de opening van de plasbuis niet op de normale
plek zit), een van de meest voorkomende congenitale afwijkingen
- Nefrologen: metabole afwijkingen, niervervangende therapie
o Nieren verloren door postrenale problemen, vb uitgebreide lithiasis, hoge druk in
nier- en urinewegen
- Radiologie: gespecialiseerde uro-radiologen → afhankelijk van problematiek andere
opnames doen, klinische vraagstelling is relevant
RX contrast onderzoeken (voorbeelden)
Retrograad onderzoek: urethrastrinctuur, pt laten plassen om andere kant van strinctuur te zien
→Hoe lang, hooggradig of niet, waar gelokaliseerd
Antegraad onderzoek: nefrostomie
→ minder allegieën
,Klinische vraagstelling!!!
- Tijd nemen om juiste onderzoeken te doen
- Vb. obstructie, kan onterecht als afunctioneel bestempeld worden → langer wachten
Ook functiemetingen op raadpleging
Urologische interventies
Typische drainages → heel vaak blaassonde, zelden urologische indicatie
Verschillende soorten sondes, oppassen met CAUTI (catheter associated urinary tract infection)
- Vermijden: geen sonde plaatsen, enkel als er goede indicatie is
- Bij plaatsing: verwijdering al plannen
Verschil kolonisatie - infectie:
- Blaas = steriel (blijkt nu toch niet te zijn)
- Na 2 dagen cultuur: bacteriën ook al is pt asymptomatisch → orgaan altijd gekoloniseerd
- Kolonisatie: bac in blaas zonder invasief te zijn → geen antibac geven, werkt niet (gaat toch
terug koloniseren)
Complicaties:
- Bloeding: vreemd materiaal in blaas, mucosa gekoloniseerd → inflammatie
- Obstructie: door klonters of verkalking urine)
- opstijgende infectie
Drainage hogere urinewegen:
- Opstijgende urineweginfecties kunnen leiden tot sepsis → mortaliteit
o Daarom draineren
- Vb. obstructie in hogere urineweg met infectie → AB onvoldoende, drainage om ontstoken
holte te draineren
- Urologische oorzaken of niet-urologische oorzaken (oncologisch, gynaecologisch)
Kiezen uit transurethrale stent of nefrostomie door de huid
Evidence based medicine
Kliniek baseren op wetenschappelijke kennis
Mechanistische basis vs empirische basis → wat theoretisch mogelijk is vs wat we zien in real-life
→RCT gebruiken als die er zijn, soms ook gewoon doen wat we denken dat het beste is
LUTS: Lower Urinary Tract Symptoms deel I
Heel prevalent, bij mannen en vrouwen
Doel: via een klacht, anamnese en KO tot een werkdiagnose (DD) komen
- Focussen op enkele eerstelijnsonderzoeken
- Complicaties en R/ kennen
LUT symptomen
Symptoomgerichte benadering
- Eerste lijn (rationeel pt triëren), helpen, herevolueren → verwijzen zo R/ ontoereikend
- Vaak pijn en hematurie → alarmsymtpoom, verdersturen
- Ook nadenken over VG → kans op complicaties
,vs diagnosegerichte benadering
- Vaker verdere onderzoeken = BIJKOMEND, na anamnese en KO dus
o DD bevestigen of ontkrachten
Lagere urinewegen: wat
Blaas – urethra – prostaat bij de man
<-> hogere = vanaf de blaas
Anamnese
3 onderdelen: functies blaas
- reservoir, moeite met ophouden ‘storage symptoms’
o Vullingssymptomen (irritatieve klachten)
- plassen: blaas moet leeggemaakt worden ‘voiding symptoms’
o obstructieve klachten
- klachten na plassen
Vullingssymptomen
- Toegenomen mictiefrequentie (8X per dag is NL, variabel)
- Nycturie (1 X per nacht is NL)
- Urgency: pathologische plasdrang, schrik dat je niet kan ophouden (urge is niet pathologisch,
gewoon nood voelen)
→ vragen aan pt stellen
Ledigingssymptomen
- hesitatie: moeite om blaas leeg te krijgen
- intermittentie, sproeien, eind-druppelen
meer bij mannen: prostaat obstructief (maar ook bij vrouwen!)
Post-mictie
Gevoel van onvolledige blaaslediging en nadruppelen
Hoofdklacht + uitklaren
= meest storende klacht
- aantallen: hoe vaak plassen/’s nachts opstaan
- mictiedagboek: hoeveelheden
- hoelang bezig, waarom vandaag komen?
- Drinkgedrag uitklaren, geassocieerde patholgie
altijd alarmsymptomen navragen = pijn en hematurie → richting van diagnostiek/doorverwijzen
Impact op dagelijks leven → invloed op R/, medicamenteus of verdere ingreep
- Vlakaf vragen aan pt (wil die medicatie, operatie, …)
Geassocieerde klachten
Gastro-entero en gynaeco belangrijkste
Andere:
- Urineproblemen (vb. obstructie)
- Seksuele anamnese: impact? Vb. BPH gepaard met erectiele dysfunctie
o Operaties vb invloed hierop
- Neurologie: urologische S/ vaak eerste uiting neurologische pathologie → neurologische
screening
o Vb. MS, Parkinson
, o Relevant voor R/= anticholinergica kunnen geheugenstoornissen geven
Types urinaire incontinentie
1 en 2 de frequenste
1. Urgency incontinentie
= zo dringend moeten plassen dat je in je broek plast, bij mannen en vrouwen
Anamnese:
- Angst om te laat te komen, stoppen met activiteiten
- ’s nachts verlies, ook zittend in zetel
- Geassocieerde symptomen
- Post-mictie symptomen: nooit gevoel leeg geplast
- Minder duidelijk profiel (frequenter bij rokers en obesitas)
- Prikkelende dranken: caffeïne, koolzuurhoudende dranken, gewoon teveel drinken
- Mensen lopen hier minder lang mee rond, minder mee omgaan
2. Stress incontinentie
= urineverlies bij hoesten, niezen, lachen, heffen, vooral bij vrouwen, multifactorieel
Bij mannen in specifieke omstandigheden
Anamnese:
- ’s nachts geen klachten → liggen dan stil
- Bij rechtkomen uit zetel
- RF: Obstetrische VG, een aantal grootgewichtbevallingen, zwangerschappen, leeftijd,
pelvische chirurgie, COPD, chronische hoest, …
- Mensen lopen hier lang mee rond, kunnen ze mee omgaan
3. Gemengde incontinentie
= mix 1 en 2 (ook prevalent)
→ anamnese om onderscheid te maken! ‘conditions’, geen echte diagnose, kan je gewoon bevragen
4. Continue incontinentie/overloop incontinentie
= zz, blaas weken lang gevuld
→ voldoet aan geen enkele van die vragen
Symptoomscores
(Niet veel gebruikt onder huisartsen)
Nuttig bij andere disciplines → kunnen helpen met anamnese, structureren
Vooral meerwaarde om therapie te quantificeren/ in studieverband
(tool kan je gebruiken, weten dat die bestaan)
Alarmsymptomen: hematurie en pijn → TCC, urineweginfectie, nierkoliek of blaassteen (complicaties
lagere urinewegen)
Klinisch onderzoek
Man
- abdomen bekijken om gloob niet te missen
- Externe genitaliën
- Prostaat voelen via PPA (bloedonderzoek kan dit niet vervangen)
o Afmeting, harde knobbels
- Perineum en OL bekijken