Communicatiewetenschappen
Inleiding
Communicatiewetenschap heeft verschillende disciplines:
1) Media als socialisatiebron
2) Politieke aspect, om mensen te bereiken en publieke opinie te brengen
3) Reclame: veranderd sinds sociale media → influencers bereiken grote groep mensen,
persoonlijk in communicatie. Belangrijk om in te zetten omdat ze makkelijk publiek
overtuigen.
4) Verantwoordelijkheid van journalisten: verantwoordelijk van vermelden van delicaat nieuws
Grip krijgen op realiteit, denken vanuit theorieën en concepten op basis van onderzoek
Social lab= zien wat bepaalde dingen doen bij mensen fysiek. (vb: verdrietig filmpje)
Relatief jonge wetenschap (pas na WOII), wordt onderzocht vanuit retoriek, psychologie, sociologie,
taalkunde,…
1.1.1 Social learning theory
= anderen iets zien doen waarbij gedrag wordt beloond, zullen kinderen het gedrag na-apen, niet als
ze gestraft worden. (modelling: mensen die ons iets kunne leren en ervoor zorgen dat we dit gedrag
gaan hanteren)
1.1.2 Excitation transfer theory
= mensen die gamen zitten in het spel, willen doelen behalen → kunnen voor meer opwinding
zorgen. Daardoor kan je achteraf in echte situatie agressiever reageren
Meta-analyse= wetenschappelijke manier om al bestaande wetenschappelijke
studies/conclusies samen te brengen tot 1 geheel. Wat leveren ze als resultaat op?
→ gegronde conclusie kunnen trekken met correlatie
1.2 Aristoteles
3 middelen om publiek te overtuigen:
1. Persoon zelf (ethos)
2. Inspelen op emoties publiek (pathos) → populisme
3. Logica van argumenten (logos)
John Favreau zegt dat je een succesvolle speech hebt indien:
1) Kleine specifieke verhalen
2) Statistische cijfers
3) Laat bepaalde mensen aan het woord
Entertainment education strategie= publiek niet altijd bereikbaar voor
gezondheidscampagnes, geen interesse. Wel in entertainment campagnes → samenwerken
met media professionals
vb: serie thuis gebruiken om informatie door te geven, tonen van ongeluk trein
waardoor mensen bewuster bezig zijn met trein en veiligheid daarrond
multidisciplinair ook belangrijk → het kent diverse subdomeinen
1
,1.3 Wat is communicatie?
4) Etymologie van het begrip → grieks: gemeenschappelijk maken
5) Woordenboekdefinities: transmissies (interactie van zender naar ontvanger, éénzijdig) VS
gemeenschappelijk maken
6) Wetenschappelijke definities: talrijk met verschillende accenten
- Ontvanger
- Zender
- Verbinding
- Transmissie
- Symboolgebruik
1.3.1 Definities
Definiete varieert adhv wetenschap of context. Definitie is goed als ze toelaat om binnen een domein
te kunne bestuderen, en wat ze definieert af te scheiden van andere definities. ER IS GEEN OVERAL
GELDENDE GOEDE DEFINITIE, DEFINITIE VARIEERT
1.4 Processchool en betekeniscreatieschool
1.4.1 Processchool
Ziet communicatie als transmissie van boodschappen
- Nadruk op hoe zender en ontvanger encoderen en decoderen, hoe kanalen en media
efficiënt kunnen worden ingezet
- Communicatie is een (beïnvloedings)proces → enkel strategisch
- Zender heeft doel, moet overtuigen
- Moet iets teweeg brengen, gefocust op doel bereiken, als dat niet gebeurd kijken waar
het is misgelopen → FOUT
1.4.2 Betekeniscreatieschool
ziet communicatie als productie en uitwisseling van betekenissen, zowel zender en ontvanger
creëren en interpreteren betekenis
Semotiek= betekenis
Minder focussen op effect
- Zender zal bepaalde bagage dragen en zal zo’n indruk nalaten op de boodschap
(persoonlijkheid herkennen)
- Ontvanger zal boodschap op bepaalde manier ontvangen/begrepen worden
Hoe interpreteren?
- Friends: weinig diversiteit, soms racisme,… → bepaalde normen zijn nu niet meer
acceptabel, toen nog wel en daarom nog heel populair
- Stanger Things: hangt af van wanneer je bent geboren, terug naar jaren 80 voor
ouderen is dat belangrijker
2
,1.5 Controversen en breekpunten
1.5.1 Intentionaliteit (a)
Heeft iemand de intentie om te communiceren?
- Intentionaliteit: vier situaties
- Teleologische opvatting = sterk vertegenwoordigd bij onderzoekers massacommunicatie
(communicatie = 1, eventueel ook 3).
- “Gedragsopvatting”: studie van interpersoonlijke communicatie…(communicatie is 1, 2, 3, 4)
Het passief-actief model van McQuail
Score van 1 → 4
Zender (passief/actief) / ontvanger (passief/actief)
Vb: hoorcollege → prof geeft info en wij willen
die ontvangen DUS 4
Vraag: als er geen communicatie is bij zender maar
wel ontvanger wordt de ontvanger toch een
zender?
Intentionaliteit als breekpunt
Watzlawick: je kan niet niet communiceren
PROBLEEM: is het met intenties of niet, wilt men er iets mee zeggen of niet? Zit er een betekenis
achter? intentionaliteit is vaak moeilijk vast te stellen
1.5.2 Geslaagdheid als criterium?
Is de communicatie geslaagd? Was er een connectie? het is niet alleen geslaagd als de boodschap
verstuurd is, het moet ook effect hebben
Formule→ GC = E + T+ Ox + Ib + Ub (Geslaagde communicatie= expressie + transmissie +
ontvanger (bedoelde ontvanger) + interpretatie (zoals bedoeld door zender) + uitwerking
hebben zoals bedoeld)
Veel dingen kunnen
fout gaan (foute
expressie, transmissie,
iemand anders
ontvangt, foute
interpretatie,…)
1.5.3 Richting van de communicatie
Is communicatie 1 of 2 richtingsverkeer → is alleen verzenden voldoende? (lineair of circulair)
Feedback: afzonderlijk communicatieproces/nieuw proces?
1.5.4 Observatieniveau
Niveau’s:
1. Intrapersoonlijk (individu, gedachtengang) is dit echt communicatie?
2. Interpersoonlijk (individu vs individu)
3. Communicatie in kleine groepen
3
, 4. Organisatiecommunicatie
5. Massacommuncatie
NIET-MENSELIJKE COMMUNICATIE: chatbots
1.6 Elementen communicatie proces
Zender-ontvanger-boodschap-signaal-kanaal-medium-ruis-feedback
1.6.1 Bron/zender
Bron= persoon die wilt verzenden
Zender= gebruikte apparaat
meestal wordt het gewoon zender genoemd
- Zender decodeert en zendt door
1.6.2 Ontvanger/bestemmeling
(bestemmeling interpreteert de boodschap)
meestal noemen we het gewoon de ontvanger
- Decodeert en interpreteert
1.6.3 Boodschap
Wat wordt er overgedragen? → kan verbaal en non-verbaal zijn (spreken, geschreven, houding
aanneemen, emoji doorsturen= moet iets betekenen) → zijn in eerste instantie tekens
1) Signifiant (betekenaar)= een woord (hond), kan ook in andere taal
2) Signifié (betekende/betekenis)= verwijst naar iets (hond: beest op 4 poten dat blaft)
Soorten tekens
- Symbolen: geen natuurlijke relatie tussen signifiant en signifié
- Iconen: meestal universeel, wel gelijkenis
- Indices: Bv. foto van grijze wolken, het gaat regenen
1.6.4 Signaal
Drager van tekens (luchttrillingen, lichtgolven,…)
1.6.5 Kanaal
Drager van signalen (telefoonlijn)
→ overbrugt scheiding tussen zender en ontvanger
1.6.6 Medium
= vage term met verschillende betekenissen IETS FYSIEK
object dat boodschap draagt, middel om boodschap om te zetten in signalen die verzonden en
ontvangen kunnen worden via kanaal dat tijd en ruimte overbrugt
Bv. FACE TO FACE is je stem het medium
Verschil kanaal en medium?
Is sociale media media?
Neen → voldoet niet aan de definitie van een medium/media
Elementen van het communicatieproces
Media is centraal!!
4