Inleiding
Waarom een historisch perspectief? Hoe gaat historicus te werk?
Hedendaagse samenleving
- Sociale wetenschappers willen eigentijdse of hedendaagse samenleving beter begrijpen
- Reflectie rond verleden is daarbij essentieel
- MAAR met historische dimensie wordt vaak
o Weinig rekening mee gehouden
o Onjuist toegeëigend voor andere doeleinden
o Eenvoudig afgeschilderd als slechter of juist beter dan vandaag
Moderne vs nostalgische reflectie= met melancholie terugkijken naar verleden (nostalgische)
Oud is in, in is oud:
- Op de TV en in cinema
- In boeken en lezingen
- Gebouwen en musea
- Straatnamen, beelden, monumenten, pleinnamen
Betekenis verleden en geschiedenis
Wetenschap die verleden beschrijft
Onvoltooide geschiedenis, geschiedenis is nooit af want we vinden altijd nieuwe dingen
Misbruik van verleden in historische toepassingen
Verleden wordt gebruikt om bepaalde belangrijke herinneringen in leven te houden OF voor
identiteitsopbouw van groepen
Onze kijk naar verleden
- Hoger opgeleiden gaan anders kijken naar geschiedenis dan lage opgeleiden.
- Botsingen van ideologieën, elke ideologie zal ook eigen ideeën hebben over geschiedenis
Geschiedenis als academische reflectie
- Woord kritisch is van belang we gaan zelf op kritisch wetenschappelijk verantwoorde manier
omgaan met geschiedenis
- Van groot belang in onze digitale kennissamenleving
o Er is nu te veel kennis dus we moeten zeer kritisch er mee omgaan
o Belang van vinden van betrouwbare informatie
o Heuristieken vinden
- Op basis van originele bronnen, literatuur van mensen die in het verleden zelf hebben geleefd
Geschiedenismethode in 3 stappen => stem uit verleden gebruiken
Zien uit welk standpunt de bron komt!!!
Historische reconstructie is GEEN feit, is fictionalisering
Historische constructie is belangrijk
Historicus (re)construeert een verleden gebeurtenis of feit
- Aan de hand van origineel bronnenmateriaal en bestaande wetenschappelijke literatuur (voetnoten!)
- Volgens een wetenschappelijk, kritische onderzoeksmethode: plausabiliteit/waarschijnlijkheid staat
centraal
- Bescheidenheid als historicus, jouw manier is niet altijd de beste manier
1
, - In een narratief (verhaal): beschrijving, zoeken naar betekenis, samenhang, oorzakelijkheid, verklaring,
…
- Vijf W-vragen: wat, wanneer, waar, wie, waarom?
Fases in constructie
Fase 1: heuristiek
Heuristiek: hoe vind ik bronnen? (zoekinstrumenten)
Schriftelijke stukken
- Voor breed publiek
o Kranten, bibliografieën, jaarrekeningen
- Niet gepubliceerd
o Brieven en dagboeken
o Is echt en niet met veel verkoop, toeters en bellen
o Heeft brede publiek geen weet van
- Niet voor publiek (bewaard in archieven
Materiële sporen
- Voorwerpen, gebouwen, landschappen, wapens, machines, …
- Industriële archeologie
- Hulpwetenschap en technieken
Mondelinge geschiedenis
- Zolang deze mensen nog leven
- Interessante vragen aan stellen
- Interviews moeten afwegen van elkaar
Fase 2: Historische kritiek
Bron wordt op waarde getoetst
Interne kritiek= wie, wat en waarom, en voor wie?
Externe kritiek= authenticiteit van de bron bepalen
Gewilde en ongewilde getuigenissen, tot wie richt bron zich?
Beelden, wat is de waarheid?
vervalste beelden, je kan beelden bewerken om mensen dingen te laten denken
Bv. Deep-fake van AI
Complottheorieën en hoaxes: wordt minder waarschijnlijk, hoe meer mensen erbij betrokken zijn, tijd
sinds complot werd beraamd (meer tijd is beter om de context te begrijpen), aantal complotteurs die
inmiddels zijn overleden
Fase 3: Constructie van historicus
Is geen passief proces => bronnen zijn ontoereikend (onvolledig, onbetrouwbaar en eenzijdig=> subjectief)
Niet alles kan:
Anachronisme= verkeerd in tijd situeren van een gebeurtenis
Hineininterpretierung /post-factum analyse= interpretaties maken die voor tijdgenoot niet
vanzelfsprekend waren
Teleologisch-lineaire analyse= interpretaties maken die vooral als doel hebben een eigentijds
standpunt te legitimeren
Nut van geschiedenis? Waarom historisch perspectief?
Omstandigheden veranderen doorheen de jaren, context ook
2
,Wat geschiedenis doet is aantonen hoe “gewone” mensen de grote veranderingen doormaken
- Pessimistische visie: “het enige dat we leren van geschiedenis is dat we niets leren van geschiedenis”
- Positivistische visie: meer positieve kijk
Inhoud en uitgangspunten
Tijdkader: ontstaan van moderne samenleving
Belangrijke tijdsindeling
- Ancien régime (pre-industriële tijd voor Franse en industriële revolutie) 1500-1789
- Periode van transitie/breuk 1780-1850
- Lange 19e eeuw 1780-1914
- Belle époque of fin-de-siècle 1880-1914
- 20e eeuw WOI 1914-1918 EN WOII 1940-1945
- Naoorlogse periode (eigentijdse geschiedenis) na 1945
- Na val van de muur na 1989
- Belgische revolutie 1830
1 Demografische ontwikkeling in historisch perspectief (H1)
1.1 De studie van de demografische ontwikkelingen in het verleden
1.1.1 Historische demografie
Als je kijkt naar demografie is het belangrijk dat er aandacht gaat naar demografische ontwikkelingen vanaf
1950
Toename wereldbevolking
Invloed van Franse historische “ecole des annales”
Structurele sociale geschiedenis
Bestudeerde variabelen
- Biologische variabelen: je hebt data nodig over migratie, geboorte, sterfte aantal,….
- Sociale variabelen
Bv. Nationaliteit
- Verklaringen: wat stuurt demografisch gedrag? Waarom?
Verklaringen en oplossingen voor de grote groei hiervoor keken ze naar de geschiedenis
Beleid heeft impact op demografisch gedrag
Te veel mannen, want een bepaalde tijd wilden ze meer mannen en pleegden ze abortus als het een vrouw
was hierdoor was er een tekort aan vrouwen wat voor probleem zorgde bij gezinsvorming
1.1.2 Historisch bronnenmateriaal
- Sinds oudheid
o Incidentele (af en toe) volkstellingen
Bv. Lijsten aanleggen van weerbare mannen die in militaire dienst kunnen gaan
gaven heel duidelijke lijsten van hoe oud/groot/sterk/… ze waren
o Lijsten met belastingplichtigen
o Democratische gegevens
- Concilie van Trente (1545-1563): parochieregisters
o Kerken gaan zich meer bezighouden met aanmaken en inzicht krijgen op geboorte, huwelijk en
dood van mensen
o Parochieregisters: ouders moeten naam kenbaar maken en aangeven als ze baby kregen
- Franse Republiek: na 1792
o Gebruik van cijfermateriaal als beleidsinstrument
3
, o Na Franse revolutie is dit naar overheid getrokken, om 10 jaar
o Ook over samenwonen van mensen
o Wordt geregistreerd via burgerlijke stand, meer betrouwbaar
1.1.2.1 Beleidsinstrument: sociale statistiek
- Adolphe Quetelet (1796-1874)
- Empirisch onderzoek
o Bewustwording van nieuwe samenleving verzamelde veel gegevens van bevolking
Bv. Hoe huizen bewoond worden, belastinggegevens, …
o Sociale statistiek
o ‘l’homme moyen’= gemiddelde mens, hoe oud/groot/… was mensen die afweken van
gemiddelde werden anders behandeld
1.1.3 Hoofdrolspelers van demografie
- Vergelijkingen in ruimte en tijd, ratio’s
- Elementaire variabelen
o Nataliteit of geboortecijfer
o Mortaliteit of sterftecijfer
o Fertiliteit of (huwelijks)vruchtbaarheid => in verleden is huwelijksvruchtbaarheid van belang
- Verdere bewerkingen
o Natuurlijk verloop of natuurlijke aangroei
o Migratiesaldo => alle mensen die binnenkomen in land en weggaan (kan negatief of positief
zijn)
o Bevolkingsverloop
Door deze brute cijfers weet je nog steeds niet waarom mensen demografisch gedrag hebben
Meer verfijnde indicatoren
- Leeftijdsopbouw => hoeveel mensen in bepaalde leeftijdscategorieën
- Geboortecijfer relateren aan vruchtbare leeftijd
o Biologische factoren
o Culturele factoren
o Gemiddeld geboorte interval => wanneer je gemiddeld zwanger kunt worden (ong. 15-45)
- Mortaliteit koppelen aan morbiditeit
- Levensverwachting bij geboorte
Problemen omstandigheden
o Gezinsreconstructie
o Cohorte-analyse
o Levensloopanalyse
1.1.4 De evolutie van de wereldbevolking in de long run, in miljoenen
DIA 14 TABEL
Cijfers nu zijn meer betrouwbaar dan vroeger
Wat we zien in tabel is dat er groei is, bij Azië is er een daling door ziekten waar ze niet immuun aan waren
De pest zorgde ook voor een daling
Bevolkingsontwikkeling is een groei in het algemeen, maar soms zie je toch wat dalingen
Meeste mensen wonen in Azië
1.1.4.1 Onafwendbaarheid van catastrofes
- Pessimistische visie =-> neomalthusiaans: problematiek van periodieke schaarste in dominante
subsistentie landbouwmaatschappij
4