VAATHEELKUNDE – PROF FOURNEAU
SEMEIOLOGIE VAATPATHOLOGIE
Semiologie = leer van de kenmerken, symptomen
3 vaatstelsels: arterieel – veneus – lymfe
ARTERIËLE VAATPATHOLOGIE
Bloedvaten worden ouder en gaan daardoor
1. dichtslippen = occlusief lijden
a. atheromateus (90%) / niet-atheromateus (10%)
b. Verschillende symptomen afhankelijk van de hoofdlocatie:
o perifeer (meestal OL, soms BL)
o visceraal (naar darmen, nieren)
o extra-craniële vaten
o coronair
c. Snelheid van ontstaan: Acuut / chronisch à geeft ander klachtenpatroon
2. of uitzetten = aneurysmatisch lijden
bij beide kan er dissectie (= scheuren van binnenuit) optreden
PAD = perifeel arterieel vaatlijden
VENEUZE VAATPATHOLOGIE
1. Trombose
2. Klepinsufficiëntie
LYMFEVAATPATHOLOGIE
Primair lymfoedeem: iemand is ermee geboren, maar dit geeft niet per se vanaf de geboorte problemen
Secundair lymfoedeem: ontstaat als gevolg van iets dat tijdens het leven gebeurt bv littekenvorming na
operatie waardoor lymfebanen onderbroken worden
ARTERIEEL STELSEL
Atherosclerose is een systeemaandoening. Bevraag dus steeds actief symptomen in alle vaatterritoria:
hart – onderste ledematen – halsslagaders – nierslagaders/digestieve arteries. Vaak zijn meerdere
territoria aangetast bv pt komt met klachten in de benen, dan moet je ook vragen naar hartproblemen
(angor pectoris)
RF: roken, obesitas, diabetes, hypercholesterolemie, leeftijd, hormonale toestand (vrouwen zijn lang
beschermd tegen atheromatose door oestrogeen, na menopauze halen ze de achterstand in)
1
,Het zijn fragiele patienten à rekening mee houden in de behandeling. Bv ernstige operaties gaan geen
dienst doen voor deze ptn
Coronair lijden is vaker geïsoleerd dan perifeer vaatlijden, maar perifeer vaatlijden is minder frequent,
maar wanneer het aanwezig is, gaat het vaker gepaard met coronair lijden (en ook andere territoria).
CHRONISCH ARTERIËLE INSUFFICIËNTIE ONDERSTE LEDEMATEN
Symptomen: indeling volgens stadia van Fontaine
1. Stadium I: asymptomatisch (BD gaat wel verlaagd zijn, maar pt heeft geen klachten, RF
corrigeren)
2. Stadium II: Claudicatio intermittens ‘etalagebenen’ ‘rokersbenen’
a. IIA: >250m
b. IIB:<250m
Typische kenmerken:
- Meeste zuurstof nodig bij inspanning à dus eerst klachten bij inspanning.
- onaangenaam gevoel in een spiergroep: pijn, spanning, kramp, zwakheid, moeheid
- typisch na constante hoeveelheid spieractiviteit bv elke dag als pt dezelfde
inspanning doet, na dezelfde hoeveelheid inspanning krijgen ze dezelfde klachten.
Bv 100m stappen
- Pt moet daardoor stoppen, soms heeft pt door dat bij trager stappen het wel nog
comfortabel is = walking through fenomeen
- Bij stoppen, bijna onmiddellijk (seconden tot minuten) verlichting van de klachten,
ook zonder de extremiteit te ontlasten
- Localisatie van de pijn is afhankelijk van de localisatie van het letsel
o Hoge claudicatio: bil, dij (iliacaal lijden)
o Lage claudicatio: Kuit door venauwing aorta, iliaca, a femoralis superficialis
o Voetclaudiatio
- Claudicatio moet niet per se behandeld worden bij pt die het niet zo vervelend vinden, wel de RF
aanpakken
Rose questionnaire + bevraging RF à geeft bijna zekerheid over de diagnose
Hebt u pijn in één of beide kuiten?
Wordt de pijn uitgelokt door inspanning? (‘ja’)
Hebt u gelijkaardige klachten in rust? (‘nee’)
Dwingt de pijn u om de inspanning te stoppen? (‘ja’)
Verdwijnt de pijn binnen 10’ rust? (‘ja’)
Verergert de pijn met doorzetten van de inspanning? (‘ja’)
3. Stadium III: Ischemische rustpijn
a. Indien de doorbloeding zo sterk verminderd is dat de weefsels niet meer comfortabel zijn
in rust à ook pijn in rust, pijn en paresthesieën in de acrale delen.
b. Nachtelijke pijn: alleen in liggende houding (is iets minder erg dan rustpijn. Want de
doorbloeding naar voeten is minder goed bij neerliggen door zwaartekracht)
c. Rustpijn: ook in zittende houding
d. Verlichting door voet uit bed te laten hangen / rechtstaan / in stoel slapen
e. Nachtelijke spierkrampen zijn frequent bij patiënten met chronische ischemie, maar
KUITKRAMP is GEEN uiting van ischemisch rustpijn. (examen!)
2
, f.DD: polyneuropathie (ook pijn in rust)
1. Paresthesieën, koude gevoel, branderig gevoel
2. Zeer hardnekking, dag en nacht, weinig beïnvloed door houdingsveranderingen
3. ! Post-ischemische neuritis: na behandeling van chronische arteriële
insufficiëntie, kan pt hier nog lang last van hebben. Ptn geven aan dat het een
ander soort pijn is en kan verbeterd worden met medicatie.
4. Stadium IV: Niet-helende wonden of gangreen
a. Spontaan / na banaal trauma / na kleine ingreep bv pedicure maakt wondje
b. Traag of niet-helend
c. Scherpe pijn (niet bij diabetische neuropathie)
d. Beterend bij afhangen van het been
e. Evolueren naar huidnecrose of gangreen
f. Actief vragen naar de wondjes + actief naar zoeken bij KO !
KRITISCHE ISCHEMIE ALIAS ‘CHRONISCHE LIDMAATBEDREIGENDE ISCHEMIE’
= het bestaan van ischemische rustpijn met dagelijkse nood aan analgetica sinds meer dan 2 weken
of
de aanwezigheid van worden of gangreen MET
enkeldruk < 50mmHg voor niet-diabetici of
teendruk < 30mmHg voor diabetici.
grote kans op amputatie à revascularisatie indien mogelijk
- Dunne glanzende huid
- kleine wondjes
- Roodheid: omdat het lichaam zich aanpast, alle BV die wel nog
doorgankelijk zijn, gaat het lichaam maximaal open zetten (vasodilatatie). De capillairen worden
niet door atheromatose aangetast dus deze blijven open. Elke druppel bloed die naar de voet
gaat komt door die capillairen à dit geeft de roodheid = reactieve hyperemie
KLINISCH ONDERZOEK
INSPECTIE
Ophopingen van vet in ooghoeken à typisch voor hypercholesterolemie
Trofische stoornissen: droge en dunne huid, onregelmatig groeiende
nagels, schilferende huid, minder beharing, traag helende wonden
Kleurveranderingen vd huid (enkel opvallend bij ernstige ischemie): voet kan bleek zijn / cyanose /
roodheid (reactieve hyperemie). Kan wissselen bij pt
Hoogstandsproef: pt op rug en 2 benen omhoog gedurende 3 min,
daarna neerhangen van de benen. De voetzolen worden heel bleek.
Bij aantasting van 1 been zie je goed het verschil. Aders in benen en
voeten lopen leeg en vormen gootjes bij ernstige arteriële
insufficiëntie
3
, PALPATIE
Huidtemperatuur: Beoordeling is enkel mogelijk na beide benen voldoende lang onbedekt te
hebben gelaten in een warme omgeving. Meestal onbetrouwbaar, patiënten met chronische
ischemie zijn bijna continu in vasodilatatie. Is niet super nuttig want kan lauw/fris zijn.
Vooral nuttig indien er verschil is tussen beide voeten.
! Hot Knee: aanpassing vh lichaam, bij occlusie van a femoralis superficialis worden
collateralen gevormd à geeft warme knie (DD inflammatoire knie)
Arteriële pulsaties
- Aan/afwezigheid
- Kwaliteit van pulsaties à 2 zijdes met elkaar vergelijken
- Start bij de aorta
- Het is niet omdat er nog perifere pulsaties zijn dat art insuf uitgesloten is. Nog aanwezige
pulsaties in rust kunnen verdwijnen na inspanning.
- Filmpjes op toledo om pulsaties te voelen
- A fermoralis communis, a poplitea, a dorsalis pedis, a tibialis post
AUSCULTATIE
- Auculteer het ganse arteriële systeem
- Een geruis is pathologisch en ontstaat door turbulentie distaal van een
stenose. De frequentie hangt af van de ernst van de stenose. Geruis plant
zich distaalwaarts verder, dus als je geruis hoort ziet het probleem daar
of hogerop (maar moeilijke localisatie). Bij zeer hooggradige stenose met
zeer laag debiet verdwijnt elk geruis.
- Een arterieel geruis neemt toe in intensiteit na inspanning.
- ! fysiologisch vaatgeruis bv nadat je ghb op gefietst het kan er geruis
hoorbaar zijn omdat het hartdebiet gestegen is en BV van jongen mensen
nog heel soepel zijn.
TECHNISCHE ONDERZOEKEN (APARTE LES PROF VERHAMME)
Je moet geen onderzoeken doen als je niet van plan bent om te behandelen!
- Dopplerdrukmeting
o Voor en na inspanning
o Teendrukken Diagnose
- Trancutane PO2 meting
- Duplex
- AngioMR
- AngiCT Therapeutische planning
- Arteriografie (+/- therapie)
4