100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Orthopedagogische interventies samenvatting - Orthopedagogie - HoGent €4,86
In winkelwagen

Samenvatting

Orthopedagogische interventies samenvatting - Orthopedagogie - HoGent

 8 keer bekeken  0 keer verkocht

Volledige samenvatting van dit OLOD. Ik ben naar alle lessen geweest en heb de ppt gebruikt, notities bijgeschreven en het boek telkens na de lessen gebruikt om het compleet te maken. Gebruikt: ppt's van de lessen en syllabus van Orthopedagogische interventies

Voorbeeld 10 van de 55  pagina's

  • 11 december 2024
  • 55
  • 2024/2025
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (15)
avatar-seller
ElisaCl
Orthopedagogische interventies

Hoofdstuk Emotionele ontwikkeling

1 Psychodynamisch ontwikkelingsmodel van Došen

Anton Dosen = grondlegger (kinderpsychiater en hoogleraar universiteit)
Ontwikkelingsdynamische en integratieve benadering, om psychische problemen bij
mensen met een beperking te begrijpen en te behandelen.
Uitgangsprincipes
1) Integratieve benadering
Vier dimensies: psychische, biologische, sociale en ontwikkelingsdimensie)
2) Ontwikkelingsdynamische benadering!!
Bij personen met chronische psychische problemen of ernstige
gedragsproblemen zien we vaak een discrepantie tussen de cognitieve
ontwikkeling (het kunnen) en de emotionele ontwikkeling (aankunnen). Zicht
hebben op het ontwikkelingsaspect = belangrijk hulpmiddel diagnose en
opstellen van een behandeling.
Emotionele ontwikkeling = basis van de psychosociale ontwikkeling

2 Emotionele ontwikkelingsfasen

1. Adaptiefase (0-6 maand)
2. Eerste socialisatiefase (6-18 maand)
3. Eerste individuatiefase (18-36 maand)
4. Identificatiefase (3-7 jaar)
5. Realiteitsbewustwordingsfase (7-12 jaar)
Tempo ligt lager bij personen met een verstandelijke beperking, stopt vroeger
(behalen niet alle fases)
De cognitieve en emotionele ontwikkeling loopt parallel met de adaptatiefase
(sommige fase 2).
Vorming van de persoonlijkheidsstructuur
In iedere fase ontstaat een
persoonlijkheidslaag, gekenmerkt door
karakterisitieke ‘gedragstrekken’ en ook
spanningsvelden, kwetsbaarheden - die
hieronder per fase beschreven worden. Soms
zien we dat, door de hoge intensiteit van het
spanningsveld een persoon zich moeilijk kan
aanpassen en er psychosociale problemen
ontstaan.

,1 Adaptiefase (0-6 maand)
Mensen in de adaptatiefase worden constant heen en weer geslingerd tussen
homeostase (evenwicht) en disregulatie (ontregeling).
 Fysiologische aanpassingen, sensorische integratie via zintuigen, ontdekken van
structuren van ruimte/tijd en personen
De ontwikkelingstaken van een persoon binnen deze emotionele ontwikkelingsfase
zijn:
 Een intern evenwicht bereiken en behouden
 Spanning hanteren
 Veiligheid en rust vinden
1.1 Begeleidingstips
 Samen ZIJN, beschikbaarheid
 Nabijheid en responsiviteit (hebben nog geen eigen IK)
 Ingaan op de primaire behoeften
 Bieden van veiligheid
Neem over, haal de cliënt uit de situatie of begrens hem fysiek indien nodig.
Een basishouding van onvoorwaardelijke acceptatie is hier meer dan ooit belangrijk.
Neem het gedrag van mensen in deze fase nooit persoonlijk.
(Zaken verbieden of straffen is ten stelligste af te raden, dit zal enkel zorgen voor nog
meer onveiligheid)
1.2 Structuur en grenzen
 Voorspelbaarheid & duidelijkheid
 Regelmaat & herkenbaarheid
 Begrenzen
1.3 Activiteiten
 Doseren van prikkels (evenwicht inspanning en ontspanning)
 Basale belevingsgerichte activiteiten
1.4 Communicatie
 Focus op non-verbale taal
 Focus op het ‘hier en nu’ (gebruik van visualisaties)
1.5 Gedrag
Bv. super-gevoelig, heel snel té (veel of weinig), prikkelgevoelig, fysiologische
(dys)regulatie, snel vermoeid, verlies van structuur in tijd en ruimte, agressie om
interne spanning te reguleren
Homeostase vr disregulatie
Probleemgedrag ontstaat meestal door ontregeling van hun spanningsniveau door bv.
grote opwinding, lichamelijke prikkels,… maar ook zonder duidelijke aanleiding.
Dit agressieve gedrag is niet gericht en niet gecontroleerd, er is geen intentie tot
schaden. De persoon heeft (nog) geen geweten.
2 Eerste socialisatiefase (6-18 maand)

,= Gehechtheidsfase. Vertrouwen vs wantrouwen is hier het grote thema. Enkel
sprake van We-dentity (I-dentity). Fase van de symbiose (samensmelten) met hun
belangrijke ander.
De ontwikkelingstaken van een persoon binnen deze emotionele ontwikkelingsfase
zijn:
 Zich hechten (angst voor vreemden/separatieangst)
 Vertrouwensband opbouwen (transitionele objecten, objectpermanentie)
 Exploreren of verkennen (onderzoekt de omgeving)
 Dingen leren, onder de knie krijgen
2.1 Begeleidingstips
 Nabijheid – (afstand)  geen symbiotische relatie tussen cliënt-begeleider
 Transitionele objecten
 Geweldloze benadering!
2.2 Structuur en grenzen
 Duidelijke afspraken
 Begrenzing
 Veiligheid bieden door structuur en voorspelbaarheid in omgeving (visuele
ondersteuning)
2.3 Activiteiten
 Samen DOEN
 Eenvoudige, steeds terugkerende activiteiten
2.4 Communicatie
 Korte zinnen, intonatie!
 Hier & nu
2.5 Gedrag
Probleemgedrag is vaak het gevolg van frustratie in sociale situaties zoals
onvoldoende nabijheid, veiligheid, rust of structuur.
Dit gedrag is nog ongecontroleerd en uit zich naar de directe omgeving.
Vertrouwen vs wantrouwen
Cirkel’: blijf aanwezig in het gehoor- en gezichtsveld, wees voorspelbaar in je
beschikbaarheid
Bied veiligheid door zelf rustig en emotioneel neutraal te blijven (eigen basisrust)
De cliënt is afhankelijk van jou om de situatie weer goed te maken. Zorg dus zelf voor
herstel, bied perspectief en knip de draad nooit door. (Icoba, 2023)
(treed ook hier zeker niet bestraffend optreden. Je kan tijdens crisismomenten nog
geen beroep doen op de vertrouwensrelatie.)
3 Eerste individuatiefase (18-36 maand)
Het centraal thema in deze fase is autonomie vs afhankelijkheid
Overgang WE-dentity naar I-dentity (meest egocentrische fase), separatie-
individuatiefase, interesse in leeftijdsgenoten, beginnend normerend gedrag (extern
geweten)
De ontwikkelingstaken van een persoon binnen deze emotionele ontwikkelingsfase
zijn:

,  Impulsen leren hanteren
 Exploreren en verkennen
 Dingen leren, onder de knie krijgen
 Zelfstandigheid, autonomie, ik-ontwikkeling


3.1 Begeleidingstips
 Begeleiding op afstand & als terugvalbasis
 Beschermen & stimuleren van gedrag
 Ruimte creëren voor (mis-)lukken  succeservaringen (zelfbeeld)
Preventief / pro-actief handelen
Kijk naar de uitzonderingen.
Vermijd teveel confrontatie met het ongewenst gedrag
Formuleer zelf alternatieven
Geef gedoseerde verantwoordelijkheid met duidelijke grenzen
Vraag tot herstel (sorry zeggen, hand schudden, tekening maken,...)
Herhaling en veel geduld
3.2 Structuur en grenzen
 Regels en consequenties
 Nog geen gewetensvorming dus straffen is niet aan de orde
3.3 Activiteiten
 Deelverantwoordelijkheid
 Activiteiten: ZELF doen!
 Portret, ik-boek, levensboek
3.4 Communicatie
 Humor
 Blijvend aandacht voor non-verbale communicatie
3.5 Gedrag
Probleemgedrag en conflicten met begeleiding zijn ‘normaal’ gezien de grote
emotionele behoefte aan eigen autonomie is. Meer zaken zelfstandig ondernemen
zonder zorgfiguur.  vechten voor autonomie
Autonomie vs. afhankelijkheid
4 Identificatiefase (3-7 jaar)
Initiatief vs geremdheid: loslaten of verliezen
Initiatiefname – Relatievorming – Normbesef
 Afstand van zorgfiguren, identificatie met belangrijke anderen, keuzevorming,
vorming van het geweten, differentiatie van emoties (schaamte, faalangst, geluk)
De ontwikkelingstaken van een persoon binnen deze emotionele ontwikkelingsfase
zijn:
 Omgaan met leeftijdsgenoten
 Vaardigheden verwerven, dingen kunnen
 Eigen keuzes maken
4.1 Begeleidingstips

,  Uitnodigende en stimulerende benadering
 Dagelijkse contacten
 Positieve feedback
 Voorbeeldfunctie
Zoek naar de onderliggende betekenis en bied ruimte voor duiding en onderhandeling
Hanteer een warme en nieuwsgierige begeleidingsstijl
Geef positieve feedback en zorg voor positieve disciplinering.
Houd de regels en grenzen aan en blijf het waarom ervan duiden.
4.2 Structuur en grenzen
 Duiding en onderhandelingen
4.3 Activiteiten
 Ruimte voor eigen verantwoordelijkheden
 Identiteitsversterkend
 Samenspel
4.4 Communicatie
 Actieve inbreng
 Dagelijkse gesprekken (soms klopt het niet wat ze zeggen)
 Aandacht voor onderscheid realiteit & fantasie (kan angst opwekken)
4.5 Gedrag
Probleemgedrag is vaak een uiting van een gebrekkige mogelijkheid om vrijwillig te
functioneren.
De cliënt voelt zich onder druk gezet, zijn probleemgedrag is een
compensatiestrategie om met die druk om te gaan. Normaal, woede en agressie op
personen, toenemende mate doelgericht.
Initiatief vs geremdheid
5 Realiteitsbewustwordingsfase (7-12 jaar)
Zelfvertrouwen vs minderwaardigheid
Realistisch en gezond zelfbeeld, moreel en politiek bewustzijn, focus op buitenwereld
(peers)
De ontwikkelingstaken van een persoon binnen deze emotionele ontwikkelingsfase
zijn:
 Deelnemen aan groepen
 Leren
 Vriendschappen uitbouwen
 Zelfwaardering ontwikkelen
 Verantwoordelijkheden en rollen opnemen, iemand zijn
5.1 Begeleidingstips
 Ondersteunend & inzichtgevende gesprekken
 Herinterpreteren van negatief beleefde ervaringen
 Positief zelfbeeld opbouwen
Reflecteren, terugblikken
Echt herstel is hier mogelijk!

,Sociale perspectiefneming
Leerervaringen en ‘modeling’
5.2 Structuur en grenzen
 Ruimte voor onderhandeling, eigen inbreng (normen en waarden), golden rules


5.3 Activiteiten
 Eigen verantwoordelijkheden
 Eigen plaats en rol binnen de ruimere omgeving
5.4 Communicatie
 Verbaliteit speelt een grote rol!  waardevol om te leren reflecteren (zz &
buitenwereld)
5.5 Gedrag
Probleemgedrag kan ontstaan door het overschatten van mogelijkheden en te weinig
oog hebben voor signalen van stress, frustratie, angst voor gezichtsverlies,
teleurstelling, gevoel van bedreiging of gevoel van benadeling.
Gecontroleerd en wordt ingezet om iets te verwerven (doelgericht). Fysieke agressie
neemt af (maar vooral gericht naar materialen dan personen). Vooral verbaal en
relationeel agressief gedrag.
6 Doel en voorwaarden van bestraffen
Doel
 Controle leren hebben op eigen gedrag
 Gedrag niet meer stellen
 Rekening houden met de andere (empathie aanspreken)
Voorwaarden
 Intern geweten: besef goed en slecht
 Impulscontrole – emotieregulatie bij spanning
 Vermogen zelfreflectie

 Ideaal gezien pas vanaf fase 4!
 Tem fase 3 eerder ‘containen’ ‘begrenzen’ en ‘belonen’ dan ‘straffen’

3 Schaal voor emotionele ontwikkeling

2 instrumenten: SEO-R2 schaal en SEO-V
schaal
1 De SEO-R2 schaal
Bestaat uit 13 verschillende rubrieken mbt
tot het emotioneel en sociaal functioneren
van de persoon. Onderscheid telkens de 5
ontwikkelingsfasen. Ontzettend helpend
instrument in de praktijk.

, Doel: vaststellen in welke sociaal-emotionele
ontwikkelingsfase een cliënt ongeveer bevindt.

Vervolgens mondt deze inschatting uit in een
omgangs- of behandelingsadvies.
Zo kan deze cliënt in verschillende fases zitten
en op omgaan met materiaal goed op scoren
waardoor ze hiermee aan de slag kunnen gaan
op het werk.
2 De SEO-V schaal
Verkorte schaal. Kan in de klinische praktijk
complementair gebruikt worden naast de SEO-R2:
de SEO-V biedt een snel inzicht in de
psychosociale problematiek van cliënten, daar
waar de SEO-R2 eerder gezien kan worden als een
diepgaand discussie en assessmentinstrument.




Kritische noten op het "fasen" model
 Overgang is niet altijd afgebakend: zelden één fase
 Verschillen naar gelang het tijdstip.
 Verschillen naar gelang de begeleider.
 SEO-R² mag niet misbruikt worden als een classificatie-instrument
 Belang van dagelijkse observatie
 De gefaseerde benadering is een vereenvoudiging van de realiteit

,
,Hoofdstuk 2: UDL

1 Inleiding

1 Diversiteit als normaliteit
Volgens Sierens (2007) wordt diversiteit al te vaak beschouwd als een abnormaal
gegeven: alles wat afwijkt van de norm valt onder de noemer ‘diversiteit’. Daarbij zien
mensen zichzelf dikwijls als normaal, de standaard. De ander, die afwijkt van die
standaard, wordt dan gecategoriseerd onder één kenmerk, een zogenaamde
‘doelgroep’ (bv. migrant, homo, kansarme, …).
Diversiteit is echter de norm. Ermee leren omgaan de uitdaging.
Conclusie
 Diversiteit geven we een brede invulling
 Diversiteit is de norm, ermee leren omgaan, de uitdaging
2 Definitie diversiteit
Sommige verschillen zijn onveranderbaar, zijn verschillen waarmee we worden
geboren zoals bvb. huidskleur, kleur van de ogen, cultuur,… Andere verschillen
zijn veranderlijk en ontstaan later in ons leven zoals bvb. interesses, kledingstijl,
vaardigheden,…
Sommige verschillend zijn zichtbaar zoals sekse, leeftijd, huidskleur.
Anderen onzichtbaar zoals seksuele voorkeur, cultuur, economische status,
leertempo,…
In de klascontext zien we deze verschillen ook in:
 Competenties
 Interesses
 Leervoorkeuren en leertempo

2 Inclusief onderwijs

1 Link met OWB: inclusief kinderopvang en onderwijs
1.1 Wat is inclusief onderwijs
‘Inclusief onderwijs’ verwijst volgens Vantieghem & Van de Putte (2019) naar een
onderwijssysteem dat de participatie van alle leerlingen mogelijk maakt, ongeacht hun
achtergrond of ondersteuningsnoden. Elke leerling kan onderwijs volgen in een
natuurlijke leeromgeving met peers van dezelfde leeftijdsgroep op een school naar
keuze.

Meer dan 5% van de totale leerlingenpopulatie in België zit in het buitengewoon
onderwijs. Op Europees niveau minder dan 2% is én in landen waar ze inclusief
onderwijs écht waar maken, slechts 1% (bv. Noorwegen, Italië, Portugal, Litouwen of
Ierland).
Met dit percentage van meer dan 5% van alle leerlingen die in het apart onderwijs
terecht komen, scoort Vlaanderen niet goed. Volgens Schraepen (2019) blijkt
Vlaanderen dan ook het meest gesegregeerde onderwijssysteem van Europa te

, hebben waarbij leerlingen met een beperking, leer- of psychische problemen of
leerlingen in kwetsbare thuissituaties bijna vanzelfsprekend in het apart onderwijs
terecht komen.
1.2 Voordelen inclusief onderwijs
Op niveau van de leerlingen:
 Inclusie stimuleert positieve sociale contacten, interactie en vriendschappen
 Inclusie verplicht om na te denken over ‘redelijke aanpassingen’, waardoor het
recht op ondersteuning verzekerd is.
Op niveau van de leerkrachten:
 Inclusief onderwijs vraagt om onderwijs af te stemmen op de noden van een
klasgroep. De leerkracht wordt ontwerper van een uitdagende leeromgeving
 Inclusief onderwijs scherpt de competenties van leerkrachten aan, door hun
repertoire aan onderwijsstrategieën uit te breiden
 Inclusie nodigt uit om samen te werken met verschillende partijen, wat
leerkrachten stimuleert om samen met anderen te leren.
1.3 Het wettelijk kader

VN-verdrag werd  Deelnemen aan de  Artikel 24: inclusief
door België samenleving, er deel van onderwijs op alle niveaus,
bekrachtigd in uitmaken en redelijke aanpassingen
2009 Toegankelijkheid = Toegang + participatie
basisrecht

Het cijfer dat meer dan 5% leerlingen in het buitengewoon onderwijs is helemaal
schrijnend als je weet dat België zich er wettelijk toe verbonden heeft om inclusief
onderwijs op alle niveaus waar te maken.
België bekrachtigde het verdrag van de Verenigde Naties voor de rechten
van personen met een handicap op 2 juli 2009 (aanname 2006 en ratificatie
2009). Dit VN-verdrag zegt dat het een basisrecht is om aan de samenleving deel te
nemen en er deel van uit te maken. Ook toegankelijkheid is een basisrecht volgens het
verdrag.
Artikel 24 uit dat verdrag vraagt aan de landen die het verdrag bekrachtigden om
inclusief onderwijs op alle niveaus en voorzieningen voor een leven lang leren te
waarborgen.
Dit houdt in dat landen redelijke aanpassingen moeten doen en doeltreffende
maatregelen moeten nemen opdat mensen met een handicap toegang krijgen tot alle
vormen van onderwijs en er ook effectief aan kunnen deelnemen, zonder discriminatie
en op voet van gelijkheid met anderen.
… (8 krijtlijnen)
1.4 UDL en het zorgcontinuüm
In de regelgeving vinden we UDL terug tussen de mogelijke handvaten/kaders om
inclusief onderwijs mogelijk te maken. Om ervoor te zorgen dat jullie de theorie rond
dit UDL-kader voldoende kunnen vatten, is het belangrijk dat jullie het ‘zorgcontinuüm’
leren kennen. Het is namelijk zo dat UDL de brede basiszorg voor alle leerlingen in
fase 0 van het zorgcontinuüm versterktén ook een krachtig instrument is in de andere
fasen van het zorgcontinuüm.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ElisaCl. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,86. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,86
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd