PIJN
1 INTRODUCTIE
EPIDEMIOLOGIE
Pijn= vaak belangrijkste reden waarom iemand behandeling zoekt (acuut en chronisch)
I.A.S.P. international declaration: Acces to pain management is a fundamental
human right”
Volgens US-Survey
- 30% vd amerikaanse bevolking vertoont chronische pijn langer dan 6maanden =
100 miljoen mensen
- Hogere pijn prevalentie: geassocieerd met lagere socio-economische status,
werkloosheid, laaggeschoold
- Pijn heeft grote impact op Q-life, werk, recreatieve leven,…
- Incidentie: 30 % LBP, 15 % Neck pain, 15 % migraine, perifere gewrichtspijn
- Chronische pijn: hoge kost voor maatschappij
Belgie:
- Vermoedelijk 8,5 % of 938.800 personen met chronische pijn in België op een
bevolking van 11 miljoen
- Ernstige pijnklachten, van lange duur met significante impact op het functioneren
en de levenskwaliteit van de patiënten.
IASP
= international association for the study of pain
- Multidisciplinaire vereniging
- Focus op het belang van kennis, behandeling en onderzoek over pijn
- Verscheidene publicaties (tijdschriften, boeken en klinische teksten)
- Organiseren world congress of pain
- Hebben regionale en nationale afdelingen vb belgian pain society
- SIG’S (special interest groups)
DEFINITIES EN DIMENSIES VAN PIJN
DEFINITIE VAN PIJN VOLGENS IASP:
An unpleasant sensory and emotional experience associated with actual or
potential tissue damage or described in terms of such damage.
(Een onaangename sensoriele en emotionele ervaring geassocieerd met
daadwerkelijke of potentiële weefselschade of in termen beschrevenv an
dergelijke schade)
Pijn hoeft niet samen te gaan met observeerbare weefselschade / er hoeft geen
detecteerbare onderliggende oorzaak te zijn. (Als de P pijn voelt dan is dat zo, we gaan
,dit niet ontkrachten => Belangrijk : pijn = subjectief en indien beschreven door de
patiënt ook “echt”)
Pijn = multidimensioneel (sensorisch, fysiek, emotioneel..)
Niet enkel sensorisch maar ook de emotionele ervaring is belangrijk => vooral bij
chronische pijn
NIEUWE DEFINITIE 2020
An unpleasant sensory and emotional experience associated with, or resembling
that associated with, actual or potential tissue damage
(Een onaangename zintuiglijke en emotionele ervaring die verband houdt met, of
erop lijkt die verband houden met, daadwerkelijke of potentiële weefselschade)
Aangevuld met 6 keynotes
1) Pain is always a personal experience that is influenced to varying degrees
by biological, psychological, and social factors
2) Pain and nociception are different phenomena. Pain cannot be inferred
solely from activity in sensory neurons
3) Through their life experiences, individuals learn the concept of pain
(de levenservaring van pijn gaat je blik op pijn beinvloeden bv pijnlijke
bevalling eof trauma (we onthouden deze pijn))
4) A person’s report of an experience as pain should be respected
5) Although pain usually serves an adaptive role, it may have adverse effects
on function and social and psychological well-being
6) verbal description is only one of several behaviors to express pain; inability
to communicate does not negate the possibility that a human or a
nonhuman animal experiences pain
(soms ook niet mogelijk om pijn verbaal te kunnen uiten de pijn is daarom
niet minder echt)
De emotionele component maakt de pijnbeleving uniek voor iedere persoon
Het is belangrijk voor de behandeling of het ‘pijn management’ om chronische
pijn te differentiëren van acute pijn
DIMENSIES VAN PIJN (MELZACK &CASEY)
- Sensorisch- discriminatieve dimensie:
o Localisatie, intensiteit, kwaliteit (vb scherp, brandend), duur
- Motivationele – affectieve dimensie (emotionele kant
o Onaangename karakter van pijn, mate van hinder (vb ziekmakend)
- Cognitief – evaluatieve dimensie (hoe beoordeeld de patiënt zijn eigen pijn =>
beïnvloed andere dimensies
, o Plaatst de actuele pijn in een perspectief, beoordeling
o Beïnvloed de sensorische en motivationele dimensies
o Gebaseerd op de ‘beliefs’ van de patiënt (cultuur, past experiences)
Deze drie dimensies beïnvloeden de “motorisch en gedragscomponenten” als
gevolg van de pijn = respons op de pijn. (bv niet meer bewegen of juist wel veel
bewegen ook het contacteren vn arts)
Er kan ‘pijngedrag’ ontstaan:
- Pijnontwijkingsgedrag
- Pijn negeren
- Link tss pijn en bewegen – motorische controle
- Chronische pijn => aandoening op zich
TERMINOLOGIE OM PIJN TE BESCHRIJVEN
Hyperalgesie: toegenomen sensitiviteit = overgevoeligheid
Allodynia: pijnlijke prikkel die normaal niet pijnlijk is (bv het drukken op een plek, deze
druk voelt pijnlijk aan)
Hypoalgesie: afwezigheid van pijn na schadelijke stimulus (bv na brandwonde)
Dysesthesie: onaangename abnormale sensatie (bv tintelingen)
Neurogene pijn: pijn veroorzaakt door primair letsel in perifere of centraal ZS
Neuropatische pijn: pijn afkomstig als een direct (letsel in zenuwbaan zelf vb verreking)
Pijn gedrag: patroon van observeerbare acties, houding, expressies (bv een
beschermende houding aannemen)
Gerefereerde pijn: spontane pijn buiten de zone van het letsel (door letsel in de nek
krijgen we bv hoofdpijn, een cardiaal probleem kan pijn veroorzaken in linkerarm)
Nociceptor: een sensorische receptor die een schadelijke stimulus detecteert en
doorstuurt (op niveau van celmmebraan waar het de schade detecteerd en doorstuurt)
Nociceptieve pijn: pijn komende van de nociceptoren
Sensitisatie: toegenomen responsiviteit van neuronen bij een normale input
BEHANDELINGSMODELLEN
, BIOMEDISCH MODEL
Descartes: alle pijn heef een directe fysiologische pprzaak
Toegepast bij acute pijen
Vb Trauma: “enkeldistorsie”
Pijn = symptoom van initieel trauma => Medische behandeling gericht op
letsel + Medicatie, kine, bracing,…
! als er geen weefselschade is kan er geen pijn zijn
en kunnen we niet behandelen
BIOPSYCHOSOCIAAL MODEL
Pijn als interactie tussen biologische, psychologische en socioculturele variabelen.
Schema: Loeser
Toepasbaar bij chronische pijn:
Componenten
o nociceptie
o pijngewaarwording (perceptie,
corticaal)
o pijnbeleving: emotionele
distress
o pijngedrag
(patienten komen met een verhaal en in het
begin kom je enkel op de buitenste schil je
moet de ui zogezegd pellen en beetje per
beetje de patient begeleiden tot een
schetsing vd precieze pijn)
Pijnbeleving (suffering):
Een toestand van ‘emotionele distress’ dat de biologische en psychosociale
integriteit van het individu bedreigt.
Een negatieve reactie ten gevolge van pijn waarbij ‘angst’(anxiety), depressie of
‘schrik’ (fear) een rol kunnen spelen
Pijngedrag: :
Verbaal of non-verbaal gedrag
Vb: gelaatsexpressie, pijn ontwijkingsgedrag (fear of re-injury), werkverzuim,…
Pain appraisel