• Grootheid druk (p) veroorzaakt vervorming van vaste stoffen door een loodrecht uitgeoefende kracht.
~
Bv: bij een reddingsactie op het ijs vergroot een lader het oppervlak waarop zwaartekracht van
persoon werkt, zodat vervorming kleiner wordt.
• Door een grotere kracht uit te oefenen, vergroot je ook de druk. Druk is dus recht evenredig met de
i
grootte van de loodrecht uitgeoefende kracht.
• Door het oppervlak te vergroten waarop de kracht op een vaste stof inwerkt, verkleint de druk. Druk
-
is omgekeerd evenredig met de grootte van het oppervlak waarop kracht inwerkt.
• Symbool druk: p
↑
• Si-eenheid: Pascal (Pa)
• Formule: p = F/A
• druk (p) is de verhouding van de grootte van de loodrecht uitgeoefende kracht (F) tot de grootte van
-
het contactoppervlak (A) waarop de kracht inwerkt.
, H2 druk bij gassen
2.1 druk in een gas en atmosferische druk
Deeltjes in een gas botsen met hoge snelheden voortdurend tegen elkaar en tegen de randen. Bij elke botsing
oefent een deeltje een kracht uit op het oppervlak waarop het botst. De soms van al deze krachten is de totale
kracht die het gas op een oppervlak uitoefent. Een gas oefent dus een druk uit op een oppervlak dit is de
gasdruk (Pgas).
Hoe dichter bij de aarde hoe meer gasdeeltjes er zijn. Gasdeeltjes oefenen door hun botsingen een gasdruk uit
op alle lichamen die zich erin bevinden. Dit is de luchtdruk of atmosferische druk (Patm) Op grote hoogte op een
bepaald oppervlak is er dus minder botsingen en de atmosferische druk is er dus kleiner. Doordat de lucht op
grote hoogte veel ijler is, zit er ook minder zuurstof in de lucht, daardoor treed er hoogteziekte op.
Normdruk: gemiddelde luchtdruk op zeeniveau is gelijk aan 101 300 Pa.
Voorbeeld: wanner je de lucht uit een plastic flesje zuigt, wordt de fles ingedrukt door de atmosferische druk
aan de buitenkant.
De druk in een gas is ook afhankelijk van de temperatuur van het gas. Hoe hoger de temperatuur, hoe sneller de
gasdeeltjes bewegen, hoe harder ze botsen en hoe groter de druk die ze uitoefenen.
2.2 meten van gasdruk, overdruk en onderdruk
Is luchtdruk hoger dan de normdruk ( 101 3 hPa) dan spreek je van een hoge luchtdruk is die lager dan spreek je
van een lage spreekdruk. Luchtdruk of atmosferische druk meet je met een barometer.
De hoge en lagedrukgebieden ontstaan door temperatuurverschillen in gebieden. Een dalende luchtmassa
veroorzaakt een hogedrukgebied, een opstijgende luchtmassa veroorzaakt een lagedrukgebied. Wind ontstaan
doordat lucht van hogedrukgebied naar een lagedrukgebied stroomt.
Druk van een gas in afgesloten ruimte meet je met manometer. Bv: fietsbanden oppompen. Als druk van gas in
afgesloten ruimte, zoals autoband, groter dan normdruk, dan is er overdruk. Als de gedruk in de ruimte kleiner is
dan in de normdruk , dan is er onderdruk in ruimte.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper laurienmeulders. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.