Professionele identiteit
LES 1
Ruijters, 2015
Professionele identiteit ontstaat in de wisselwerking van een persoon met zijn professionele
omgeving en binnen een maatschappelijke context. Het verbindt de verhouding die je hebt tot jezelf
en de verhouding die je hebt tot anderen. Het is een geheel aan kenmerken en karakteristieken,
sociale relaties, rollen en lidmaatschap van groepen die definiëren wie we zijn als professional.
Professionele identiteit is iets dat een professional een onmiskenbare eigen kleur geeft.
Overman, 2014
Professionele identiteit is het geheel aan waarden, inspiratie en betekenisgeving die een persoon in
een professionele setting een unieke eigen identiteit geven en die hij middels zijn handelen naar de
ander toe laat zien. Het gaat over bewustwording en de ontwikkeling die de persoon hierin
doormaakt. Hierbij spelen drie perspectieven een rol: van jezelf (nu en in de toekomst: het ‘ik’), van
de ander (klant, cliënt, burger,...: het ‘zij’) en van de organisatie (het ‘wij’). Deze drie perspectieven
moeten geplaatst worden binnen de maatschappelijke context.
3 niveaus:
Individueel niveau:
Wie ben je, wat zijn je waarden en normen, je kwaliteiten en wat is je leefwereld?
Primaire socialisatie: opvoeding
Secundaire socialisatie: omgeving
Tertiaire socialisatie: beroepsvorming & ervaring
Voor het examen moet je goed weten wat die woorden betekenen en ze kunnen toepassen
Organisatieniveau:
Pas je in de organisatie?
Hoe vult de organisatie het mandaat van de sociaal werker in?
Missie en visie organisatie - doelgroep
‘Personele’ omkadering (werkplek, personeelsbeleid, … )
Vormgeving aan mandaat
Maatschappelijke ontwikkelingen:
Hoe word je als professional beïnvloed door:
Invloed van:
Maatschappelijke veranderingen (vermarkting, vermaatschappelijking, individualisering, … )
Beleidsmaatregelen en politiek klimaat
LES 2
1
, 1. Micro Niveau (individueel niveau)
Hoofdstuk 4 ’Zelfonderzoek’ en hoofdstuk 8 ‘Spanningen’ + Studietekst ‘Beroepshouding,
referentiekader, waarden en normen’ (Chamilo) + Hoofdstuk 8 spanningen. Hierin worden de
spanningen tussen het ontwikkelen van je persoonlijke identiteit & beroepsidentiteit beschreven.
Professionele identiteit door 3 elementen gevormd:
1. Micro
2. Meso
3. Macro l niveau (micro)
Individueel niveau: micro
Wie ben je, wat zijn je waarden en normen, je kwaliteiten en wat is je leefwereld?
Primaire socialisatie
o Waarom koos je voor sociaal werk?
o Herken je je in het beroep?
Secundaire socialisatie
Stellingen bespreken:
Bekijk deze stellingen vanuit jezelf en formuleer argumenten die je positie verduidelijken.
Denk opnieuw na over de stellingen, maar probeer je nu te verplaatsen in je rol als toekomstig
sociaal werker, met de kennis die je tot nu toe hebt over het beroep.
àContext bepaald hoe we naar de wereld kijken
Je leert bewust en onbewust heel veel zaken van mensen uit je omgeving.
Ideeën en handelen worden vaak overgenomen.
Je hebt een eigen kijk ontwikkeld op alles om je heen.
Dit zorgt voor een aantal vanzelfsprekendheden die de basis vormen van je leven.
Je weet hoe je in situaties moet handelen. Dit geeft duidelijkheid, structuur en veiligheid
1.1 Grondhouding
De basis van je gedrag, het geheel van gevoelens, gedachten, attitudes, waarden
en normen.
Nadelen:
Bepaald gedrag of bepaalde mensen geven je een gevoel van afwijzing.
De eerste indruk komt vanzelfsprekend op en zegt meer over jezelf dan
over anderen. Belangrijk om voorbij de eerste indruk te kijken.
Nieuwsgierigheid naar het anders zijn ontwikkelen.
2
, 1.2 Beroepshouding
Bewust en wenselijk gedrag dat men verwacht in een bepaald werkveld.
Als sociaal werker werk je met mensen. Belangrijk is een bereidheid tot een open houding te
hebben. Wat voor jou
vanzelfsprekend is of juist is, is
daarom niet zo voor anderen.
Dit vraagt een houding van de
sociaal werker van acceptatie,
begrip, respect en betrokkenheid.
Professionele identiteit:
Institutioneel
Persoonlijk
Professioneel
Zelf onderzoek pagina 83
= kijken wat er zich in je binnenwereld afspeelt: je denken, voelen, willen en handelen
Hoe meer zelfonderzoek, hoe beter je in het leven staat en je je ontwikkeling als professional beter
kan sturen
Casus rond Mirna pagina 85
Jouw persoon scheiden van professional?
Mirna gaat ervan uit dat jezelf niet kan scheiden van jouw rol als professional.
Metafoor van de ijsberg:
Gedrag is het deel dat je ziet boven de berg.
Enkel het topje van de ijsberg is zichtbaar voor anderen, namelijk het gedrag.
Wat onder de waterspiegel ligt is echter veel groter, namelijk competenties, denken, waarden en
normen, ervaringen, intenties, verwachtingen... dit heeft een grote impact op je gedrag.
Via reflecteren krijg je hier beter zicht op.
1.3 Johardi-venster
3
, Bewust worden van je blinden vlekken pagina 86-87
Joseph Luft & Harry Ingham Communicatiemodel
Om onze beroepshouding goed te kunnen ontwikkelen
à Zo goed mogelijk kennis nodig van onze grondhouding
1. Het openbare of publieke zelf: bewust en bekend aan anderen en aan jezelf
2. Het blinde zelf: onbewust voor jezelf , wel bekend aan anderen.
o Wat doen om zicht te krijgen op onze blinde vlek? → vrienden vragen om eerlijk te zijn
meestal komen die zaken naar boven tijdens een ruzie
3. Het verborgen zelf: bewust aan jezelf, maar niet bekend aan anderen.
4. Het onbekende of onbewuste zelf: onbewust aan jezelf, ook niet bekend voor anderen.
Communiceren is de ideale manier om open ruimtes te gaan creëren Hoe groter de open
ruimte: hoe beter de communicatie
Grondhouding en beroepshouding
Belangrijk examen !!
Om onze beroepshouding goed te kunnen ontwikkelen à zo goed mogelijke kennis nodig van onze
grondhouding
Inzicht nodig in onze waarden & normen à Middel: Persoonlijke leerdoelen opstellen.
Spanning grondhouding en beroepshouding Belangrijk examen !!
Als student lopen 2 leerprocessen tegelijk:
4