Denken over de mens en samenleving
H1: Cross-culturele psychologie
Superdiversiteit
Toenemende diversiteit
We leven in een maatschappij met veel diversiteit, bv. In termen van
• Etniciteit
• Religie
• Taal
• Seksuele oriëntatie
• Lichamelijke mogelijkheden
• Socio-economische positie
• Gender
Vlaamse Gewest: 25% heeft een buitenlandse herkomst.
Stad Gent: Diversiteit naar herkomst is niet de enige vorm van diversiteit. Ook gender, leeftijd,
scholingsgraad, inkomen, taal,... zullen ons in de toekomst uitdagen en een impact hebben op de
dynamiek binnen de stad en de wijken.
Uitdagingen voor de psychologisch consulent
- Begrijpen van de culturele eigenheid van cliënten en vooral van zij die behoren tot
gemarginaliseerde groepen
- Aanbieden van diensten die rekening houden met deze eigenheid
Cultuur
Cultuur = een systeem van waarden, normen, opvattingen (ideeën en attitudes) en gedragingen die door
een groep gedeeld wordt.
Waarden
= wat we belangrijk of goed vinden.
• Ze bevatten vaak een oordeel over gedrag (wat vinden we goed? Wat streven we na?)
• Ze beïnvloeden vaak de normen (zie later)
• Voorbeelden: vrijheid, respect, beleefdheid
Normen
= gedragsregels (regels over wat in een groep of samenleving als gepast gedrag wordt gezien; over wat
‘normaal’ gedrag is.
• Krijgen vorm door waarden
• Zijn uitingen van de waarden
, • Voorbeeld: In België is de norm dat we op tijd zijn voor onze afspraken. De waarde die
hierachter zit is respect. Stiptheid wordt beschouwd als een vorm van respect.
Opvattingen
= denkwijzen, overtuigingen
• Kan worden beïnvloed door de waarden die men heeft (bv. Familie staat altijd op de 1ste plaats)
• Vb: “Het is egoïstisch om enkel aan mezelf te denken. Ik moet altijd rekening houden met de
groep."
Gedragingen
= “wat we doen, wat we zeggen, hoe we dingen doen, hoe we dingen zeggen”
• Worden beïnvloed door normen (en dus ook waarden)
• Oogcontact vs geen oogcontact; mensen binnen de gemeenschap met de naam aanspreken vs
aanspreken als broer, zus, tante, nonkel ook al is men niet verwant.
Conclusie: cultuur bepaalt de lens/bril waarmee we naar de werkelijkheid kijken & de manier waarop
we ermee omgaan.
Altijd in beweging nooit statisch
Cultuur is dynamisch
Cultuur wordt door mensen gecreëerd en doorgegeven (socialisatie)
• Via primaire socialisatie (opvoeding door het gezin), secundaire socialisatie (school, werk,
vrienden) en tertiaire socialisatie (media -> onbewust)
Mensen blijven veranderen/evolueren & dus zijn culturen ook steeds onderhevig aan veranderingen
• Vb: door feministische bewegingen is onze visie op de binaire genderrollen (dwz onze
traditionele verwachtingen voor mannen vs vrouwen) de laatste decennia sterk veranderd. Bv.
In België vroeger => man = kostwinner en vrouw = huismoeder, nu oké indien omgekeerd.
• Vb: begroeting voor vs na COVID-19
Kruispuntdenken
Intersectionaliteit
Aandachtspunten
• Intuïtief linken we cultuur vaak aan bepaalde etnische en raciale groepen
• MAAR cultuur is iets dat binnen ALLE sociale groepen voorkomt
o Bv. Queergemeenschap, mensen van kleur, Belgen, vrouwen, jongeren, TOP-studenten
• Niemand behoort tot 1 sociale groep, we behoren tot meerdere sociale groepen
• De combinatie van de verschillende groepen waartoe we behoren beïnvloedt:
, • Hoe we denken, ons voelen, en hoe we ons gedragen tov onszelf en anderen
• MAAR OOK welke privileges we hebben & welke vormen van benadeling we ervaren binnen de
maatschappij. Met andere woorden: het bepaalt zowel hoe anderen ons zien en behandelen, als
hoe wij anderen zien en behandelen.
Reflectie sociale groepen
• Net zoals cultuur, kunnen privileges en discriminatie die je ervaart door je groepslidmaatschap
doorheen de tijd veranderen.
Waarom belangrijk?
• Het herkennen van privileges & discriminatie helpt ons om bewust te worden van
maatschappelijke ongelijkheden.
• Door te begrijpen hoe anderen ons zien, krijgen we beter zicht op bepaalde interpersoonlijke
dynamieken en kunnen we meer empathie ontwikkelen voor de ervaringen van anderen.
Cultural humility (culturele nederigheid)
4 basishoudingen
BASISHOUDING 1
• Je bent geen expert over de cultuur van de ander (de ander is de expert)
• Benader andere culturen daarom altijd met een nederige, open, respectvolle en nieuwsgierige
houding
BASISHOUDING 2
• Om nederigheid, openheid en respect te faciliteren is het essentieel om je eigen waarden,
normen, opvattingen en gedragingen (die gelinkt zijn aan de sociale groepen waartoe je
behoort) te exploreren.
o Incusief bepaalde vooroordelen die je hebt over andere groepen
BASISHOUDING 3
• Aangezien cultuur dynamisch is, impliceert dit dat we nooit “uitgeleerd” zijn over culturen en is
het dus belangrijk om levenslang actief te leren over verschillende culturen
BASISHOUDING 4
• Erken altijd dat sommige sociale groepen meer privileges hebben dan anderen en dat anderen
vanwege hun sociale groep meer gediscrimineerd worden
, Crossculturele psychologie
Wat?
= de wetenschappelijke studie van gelijkenissen en verschillen in het menselijke psychologisch
functioneren over verschillende culturele groepen heen.
• Onderzoekt de wisselwerking tussen een individu en de culturele omgeving. Onderzoekt
cultuurvariaties
• In hoeverre beïnvloedt cultuur onze psychologie?
• Biedt een kritische blik op onze kennis van ‘de’ menselijke psychologie
• Helpt ons ook meer te weten komen over onze eigen cultuur/culturen
Take home messages
✓ We leven in een superdiverse samenleving => meerdere sociale groepen
✓ Iedere sociale groep heeft een cultuur
✓ Ieder van ons behoort tot meerdere sociale groepen
✓ De combinatie van de verschillende groepen waartoe we behoren bepaalt
o hoe we denken, ons voelen, en hoe we ons gedragen tov onszelf en anderen
o hoe anderen ons zien en behandelen, en hoe wij anderen zien en behandelen
✓ In een superdiverse samenleving is het essentieel dat hulpverleners beschikken over ‘culturele
nederigheid’ zodat
o we een open, veilige en onbevoordeelde ruimte kunnen creëren voor cliënten
o we écht ontvankelijk kunnen zijn voor wat de cliënt brengt (verbaal en non-verbaal)
o we onze interventies beter kunnen afstemmen op de specifieke noden van ozne
cliënten
4. Forensische hulpverlening
4.1
Uitkomsten van detentie/strafmaatregel
“Wetenschappelijke onderzoek toont aan dat korte vrijheidsstraffen in de praktijk nauwelijks bijdragen
aan detentiedoelen zoals resocialisatie en herstel, noch een afschrikwekkend effect hebben. Een korte
gevangenisstraf kan echter wel detentieschade veroorzaken door bijvoorbeeld het verlies van
tewerkstelling, huisvesting, het verwateren van sociale relaties en het verder opbouwen van schulden.
Daarenboven bemoeilijkt het stigma dat gepaard gaat met een opsluiting in een penitentiaire inrichting
de resocialisatie van de gedetineerde. Tot slot kan een korte detentie al na drie maanden een nadelig
effect hebben op belangrijke hersenfuncties zoals bijvoorbeeld het concentratievermogen of de
impulscontrole van de veroordeelden. Korte gevangenisstraffen dragen dan ook niet bij tot
een succesvolle terugkeer van de gedetineerde in de samenleving.”