100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Frans AP samenvatting module 1 en 2 €8,16
In winkelwagen

Samenvatting

Frans AP samenvatting module 1 en 2

 1 keer bekeken  0 keer verkocht

Deze samenvatting is van de geziene leerstof in module 1 en 2 voor het examen in januari. In de samenvatting staan oefeningen van uit het boek met de oplossingen er onder.

Voorbeeld 3 van de 24  pagina's

  • 14 december 2024
  • 24
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (2)
avatar-seller
lenajacobs0811
Frans
1. Introduction

France

‐ Régimine politique: un république
‐ Chef d’Êtat: un président (Emmanuel Macron)
‐ Premier ministre: Elizabeth Borne
‐ Organisation territoriale: état -> Départements et Régions et Communes
‐ Naissance l’Êtat : 1792
‐ Constitution : 1792
‐ Fête nationale : le 14 juillet
‐ Devise (motto) : liberté, égalité et fraternité


Belgique

‐ Régimine politique: un royaume
‐ Chef d’Êtat: un roi (Phillippe |)
‐ Premier ministre: Alexander de Croo
‐ Organisation territoriale: état + comms + régions -> provinces, communes
‐ Naissance l’Etat : 1830 (l’indépendance de la Belgique)
‐ Constitution : 1831
‐ Fête nationale : le 21 juillet
‐ Devise (motto) : l’union fait la force


2. Le baccalauréat en droit

2.1 Le baccalauréat en droit

Les débouchés professionnels variés :

1) Les petites, moyennes et grandes entreprises (PME) : banques, secrétariats sociaux
2) Les professions libérales : études notariales, cabinets d’avocats (c’est être indépendant)
3) Les services publics (overheidsdienst)
4) Les services de médiation et les milieux associatifs : syndicat (vakbond)


Répondez aux questions

‐ Comment s’appellent vos études : le baccalauréat en droit
‐ Comment s’appelle l’étudiant qui fait ce genre d’études : un bachelier
‐ Comment appelle-t-on les différents secteurs potentiels pour trouver du travail : un
débouche


Qui êtes-vous ?

‐ Je fais un baccalauréat en droit
‐ Je suis bachelier/bachelière en droit
‐ Je suis (ik volg) des cours à la haute école AP
‐ Rechten studeren : étudier le droit

1

, ‐ Een opleiding : une formation, des études
‐ Een opleiding volgen : suivre une formation, faire des études
‐ Een les volgen : suivre un cours

‐ Ik studeer aan de AP hogeschool: J'étudie à la haute école AP.
‐ Ik volg een bachelor Rechtspraktijk: Je fais un baccalauréat en droit.
‐ Ik volg les: Je suis des cours.
‐ Ik hou van rechten : J'aime le droit.
‐ Ik heb gekozen voor een interessante opleiding: J'ai choisi des études intéressantes.
‐ Ik zit in het eerste jaar: Je suis en première année.
‐ Mijn studie rechtspraktijk is heel interessant: Mes études de baccalauréat en droit sont très
intéressantes.


2.2 Les connecteurs

‐ Introduction: avant tout, tout d’abord (aller eerst)
‐ Énumération: d’une part… d’autre part, en premier lieu (in de eerste plaats), d’abord, puis,
ensuite
‐ Comparaison : comme, de même que, ainsi que, tel que, à la différence de, par rapport à (in
vergleijking tot)
‐ Explication : c’est-à-dire, en effet (inderdaad)
‐ Cause : car, parce que, à cause de, en raison de, puisque
‐ Conséquence :donc, ainsi, par conséquent
‐ Opposition : mais, toutefois (echter), par contre
‐ Nuance : mais, cependant (echter), pourtant (nochtans)
‐ But : afin de, dans le but de, afin que, en vue de
‐ Exemple : par exemple
‐ Conclusion : pour conclure, en guise de conclusion, avant de terminer
‐ Synthèse : bref (kort), pour résumer, dans l’ensemble


4. Les différentes branches du droit

4.1 Le rôle du droit

‐ Organiser la vie en société (exemple : La nuisance sonore = geluidsoverlast)
‐ Protéger l’individu (exemple : L’interdiction de boire, eau non potable = geen drinkwater)


4.2 Les expressions avec le mot ‘droit’

Combinez

1) Avoir le droit de Zijn rechten afstaan
2) Avoir droit à Het recht hebben om
3) Avoir des droit Rechten schenden
4) Céder ses droits Een recht ontnemen
5) Violer des droits Recht hebben op
6) Priver d’un droit Rechten hebben
Choisissez
7) laRevendiquer
bonne expression
ses Zijn rechten opeisen


2

,  Il a droit à / le droit de partir en congé cette année
 Ella a droit à / le droit de 20 jours de congés payés par an
 Nous avons le droit de / avons des droits de choisir nos études
 Les animaux aussi ont des droits / cèdent leur droits
 Mon oncle me cède / prive d’ une partie de sa fortune
 Les prisonniers ont le droit / revendiquent de meilleures conditions de détention
 Certains pays privent / violent les droits des enfants


Traduisez

‐ Hij heeft recht op een lekker nagerecht en op een verassing:
-> Il a droit à un bon dessert et à une surprise.
‐ We hebben rechten :
-> Nous avons des droits.
‐ De zangeres heeft geen recht op auteursrechten :
-> Cette chanteuse n'a pas droit aux (est privée de) droits d'auteur.
‐ Hij heeft het recht om mee te doen aan de vergadering, en om te stemmen :
-> Il a le droit de participer à la réunion, et de voter.
‐ Door de storing kwam de stad zonder stroom te zitten :
-> La panne a privé la ville d'électricité.
‐ Deze landen schenden de EU-wetgeving :
-> Ces pays violent la législation européenne.


4.3 Droit public – droit civil

‐ Le droit public règle l’organisation de l’Etat ainsi que les rapports entre l’Etat et les
particuliers
‐ Le droit civil règle les rapports entre les particuliers


Le droit publique

‐ Le droit constitutionnel : les règles fondamentales sont contenues dans la Constitution
‐ Le droit administratif : règle l’organisation des administrations publiques
‐ Le droit fiscal : l’ensemble de règles relatives à la fixation
‐ Le droit pénal (droit criminel) : détermine les infractions et les peines applicables
‐ Le droit international public : régit les rapports entre Etats


Le droit civil

‐ Le droit civil : comme un ensemble de règles normalement applicables entre les individus
‐ Le droit économique : s’applique aux entrepreneurs
‐ Le droit du travail : règle les rapports entre les employeurs et les salariés
‐ Le droit international privé : règle les rapports entre particuliers de nationalités différentes



Vul aan

 Le ___________________ des impôts (het innen van belastingen)

3

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper lenajacobs0811. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,16. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 52510 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€8,16
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd