HOOFDSTUK 1: WAT IS PSYCHOLOGIE?
1. EEN DEFINITIE VAN PSYCHOLOGIE
Psychologen proberen menselijk gedrag te begrijpen.
- Hermann Ebbinghaus: een van de pioniers van de psychologie die zei ‘Van het oudste onderwerp zullen wij de nieuwste
wetenschap maken’.
- Op systematische manier het gedrag observeren + kijken hoe het beïnvloed wordt door gebeurtenissen in de omgeving.
- Wetenschappelijke studie van het gedrag
- Methode bepaalt wat wetenschap is
- Systematisch empirisme: systematische manier van onderzoek o.b.v. experimenten
- Experimenten waarin we een variabele manipuleren (alle andere variabelen controleren) en zien wat het effect is op
gedrag, bijv. effect van videogames op agressie
Psychologie = wetenschappelijk
Psychologie is de studie van het gedrag met als doel de gedragsevidentie te gebruiken om de interne processen te begrijpen
die aan dit gedrag ten grondslag liggen.
- Informatieverwerking is studieobject, eerder dan gedrag
- Net als andere wetenschappers proberen psychologen door systematische observatie van meetbare kenmerken (het
gedrag) inzicht te krijgen in de proscessen die niet rechtstreeks kunnen worden geobserveerd (de interne persoon)
o ‘Observeerbaar’ is een relatief begrip à wat op een bepaald moment niet waarneembaar is, kan dat later wel
worden.
Informatieverwerking is studieobject, eerder dan gedrag
Centraal binnen dit vak: Cognitie (informatieverwerking) is geen passief proces maar een actieve verwerking door
verschillende hersengebieden
2. ONTWIKKELINGEN DIE DE PSYCHOLOGIE MOGELIJK GEMAAKT HEBBEN
REDE, INTUÏTIE EN GELOOF
Filosofie in het oude Griekenland:
- Eerste invloedrijke geschriften in de westerse wereld over het functioneren van de mens werden gepubliceerd in de
klassieke oudheid door de Griekse filosoof Plato en Aristoteles.
- Mensen waren de enige wezens met een rede en deze rede maakte het mogelijk om de realiteit te begrijpen, op een manier
die onmogelijk was voor dieren.
- Plato: onderscheid maken tussen de onzichtbare wereld van onveranderlijke ideale vormen en de veranderlijke wereld
rondom ons.
o Mens: deel van ideale wereld à ze woont tijdelijk in een lichaam en keert na de dood naar de kosmos terug.
o Ziel had kennis van de ideale wereld en de mens kon toegang krijgen tot deze kennis door gebruik te maken van de
rede à Plato was ervan overtuigd dat echte kennis gebaseerd moest worden op de menselijke rede en NIET op de
observatie en studie van de wereld waarin we leven.
- Aristoteles: hecht meer belang aan observatie, maar ware kennis kon niet op observatie gebaseerd zijn.
o Om echt te kennis te hebben diende men te vertrekken vanuit onwrikbare uitgangspunten (axioma’s) à werden
door de menselijke ziel herkend als zelfevident (= demonstratie)
o Vanuit demonstraties kon men de rest van de kennis afleiden m.b.v. de rede
- Na val Romeinse Rijk was de Rooms-Katholieke kerk de hoeder van kennis in de westerse wereld.
o Vertaalden de schriften van Plato en Aristoteles in kerkelijke leer.
§ Plato’s onveranderlijke ideale wereld was de hemel
§ Aristoteles zijn demonstraties waren goddelijke ingevingen
1
,Algemene psychologie
DE WETENSCHAPPELIJKE REVOLUTIE
In Europa, 16e – 17e eeuw (wetenschappelijke en copernicaanse revolutie) werd observatie dé wetenschappelijke methode en
dit bracht vragen met zich mee over menselijke informatieverwerking…
- Vragen over het menselijk gedrag zijn zo oud als de mens zelf en worden systematisch beschreven door de eerste grote
filosofen maar psychologie als wetenschappelijke discipline is zeer jong.
- Ware kennis is gebaseerd op systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld (experimenteren) =
wetenschappelijke revolutie
o Belangrijke bijdrage aan wetenschappelijke revolutie: voorstel Copernicus dat de aarde niet het centrum van het
heelal is (aarde draait rond de zon).
o Galilei ondersteunde de ideeën van Copernicus door nieuwe observaties d.m.v. de telescoop à zijn ideeën verder
uitgewerkt door Newton.
GROEIENDE MACHT VAN WETENSCHAP EN HET ONTSTAAN VAN 2 CULTUREN
Volgens Snow ontwikkelden zich er 2 culturen: de klassieke humanistische cultuur en de nieuwe natuurwetenschappelijke
cultuur à spanning.
- Geesteswetenschap: bestuderen en uitbreiden van de bestaande cultuur en kunst is het na te streven ideaal.
- Natuurwetenschap: volledige samenleving moet heringericht worden o.b.v. wetenschappelijke inzichten.
TOEPASSING VAN DE WETENSCHAPPELIJKE METHODE OP HET MENSELIJKE FUNCTIONEREN
Eerste studies over menselijke informatieverwerking (3)
- Omdat wetenschappelijk onderzoek afhankelijk is van goede observatie, begonnen de wetenschappers zich vragen te
stellen over de mogelijkheden en beperkingen van de menselijke waarnemingen à blijkt dat mensen niet altijd alles
meteen en gedetailleerd kunnen waarnemen à resulteerde in de eerste natuurwetenschappelijke studies over het
menselijke functioneren.
- (1) Astronomie (1796):
o DE PERSOONLIJKE FOUT à om de bewegingen van planeten en sterren te bestuderen was het nodig om precies
vast te stellen wanneer een hemellichaam een bepaalde lijn aan de hemel overschreed (Dit is moeilijk omdat je
tegelijk een klok en een telescoop in het oog moet houden).
§ De ene persoon heeft meer tijd nodig om informatie te verwerken dan de andere, daarom dat men
begon te werken met een ‘persoonlijke fout’ voor elke sterrenkundige.
§ Niet iedereen is even goed in het detecteren van tijdsmomenten wanneer hemellichamen een bepaald
traject afleggen.
§ Vroeger: nog geen besef dat mensen geen betrouwbare bron waren à persoonlijke fout (iedereen heeft
een persoonlijke afwijking wat de tijd zou zijn)
- (2) SNELHEID VAN INFORMATIEVERWERKING IN DE ZENUWEN
o Von Helmholtz (1821-1894)
o Vroeger dacht men dat dit een passief proces en dit vroeg dus geen tijd
o Als iets tijd kost vergt dit moeite en is dit dus een process
o Men dacht vroeger dat de snelheid oneindig groot was en dus niet te meten viel à uiteindelijk bleek dat deze
snelheid niet oneindig groot is maar slechts 30m/s is.
- (3) DONDERS’ (1818-1889) SUBSTRACTIEMETHODE
o Nederlandse oogarts
o Onderzoek van Von Helmholtz werd uitgebreid tot de mens.
o Uitgangspunt: Hoeveel tijd hebben mensen nodig om eenvoudige taken op te lossen? Kost het tijd om klanken
van elkaar te onderscheiden?
o Hij veronderstelde dat alle mentale handelingen (waarneming, discriminatie, wilsuitsluiting, …) een zekere
verwerkingstijd nodig hadden
o Donders 1818-1889 (mentale chronometrie)
2
,Algemene psychologie
o Vb. Hoe lang duurt het om een antwoord te kiezen? (is nog niet trachten begrijpen van interne processen)
Substractiemethode van Donders
Werkte met 3 condities: en elke conditie werden geluiden aangeboden als stimulus.
- 1ste conditie: steeds dezelfde stimulus wordt aangeboden en moest deze zo snel mogelijk herhalen (à A-reactie =
eenzelfde reactie op steeds dezelfde stimulus)
- 2de conditie: lettergrepen worden door elkaar aangeboden en proefpersoon moet lettergrepen zo snel mogelijk
herhalen (à B-reactie = een reactie waarbij zowel een discriminatie van de stimulus als een keuze van het antwoord
gemaakt moest worden)
- 3de conditie: alle lettergrepen worden aangeboden, maar de proefpersoon dient alleen de stimulus ‘ki’ te herhalen
(à C-reactie = een reactie waarbij alleen een discriminatie van de stimulus gemaakt moet worden).
Hij had een apparaat ontworpen dat hem in staat stelde precies de tijd te meten tussen het moment dat de stimulus werd
aangeboden en het moment waarop de proefpersoon antwoord gaf.
Ki ki ki A-reactie (zelfde r/stim) 197 ms
Ka ke ki B-reactie (discr + antw) 285 ms
Ka ke ki C-reactie (discriminatie) 243 ms
- Perceptuele discriminatie: c – a (243 – 197) = 46ms
- Keuze van antwoord: b – c (285 – 243) = 42ms
Zijn onderzoek was het begin van de mentale chronometrie (= techniek waarbij men de psychologische processen in
informatieverwerking probeert te achterhalen door te kijken naar de reactietijd die mensen nodig hebben om bepaalde taken
uit te voeren).
Ander voorbeeld:
Hoe lang duurt het vooraleer we groen
van rood licht kunnen onderscheiden?
A reactie. Groen licht: knopje indrukken
B reactie. Groen licht: knopje indrukken
Rood licht: ander indrukken
C reactie. Groen licht: knopje indrukken
Rood licht: niets doen
Perceptuele discriminatie: C – A
Antwoord (respons) discriminatie: B - C
EVOLUTIETHEORIE
- Charles Darwin
- Uitgangspunt: levende wezens zijn het resultaat van aanpassingsprocessen aan veranderende omstandigheden.
- Binnen elke soort bestaan aangeboren individuele verschillen waardoor niet elke eigenschap in even grote mate aanwezig is
bij elk lid van de soort = genetische variatie
- Eigenschappen die goed aansluiten bij de omgeving zorgen ervoor dat het individu veel nakomelingen kan krijgen. Maar
eigenschappen die niet goed aansluiten bij de omgeving verminderen de overlevings- en voortplantingskansen van het
individu = natuurlijke selectie.
- Struggle of life en survival of the fittest zorgen ervoor dat dieren en planten continu veranderen o.i.v. de lokale omgeving.
- Deed onderzoek naar een vinkenpopulatie op de Galapagoseilanden.
- Boek: ‘The origin of species’
3
, Algemene psychologie
- Evolutietheorie zorgde voor een andere kijk op de mens + het kunnen begrijpen van de verscheidenheid aan levensvormen
op aarde.
3. HET ONTSTAAN VAN DE PSYCHOLOGIE
ONTWIKKELINGEN BINNEN DE FILOSOFIE
Descartes was een Franse filosoof en wiskundige
- Ging uit van 4 principes: dualisme, rationalisme, nativisme en mechanische kijk op de wereld
o Dualisme = overtuiging dat mensen uit 2 onafhankelijke elementen bestaan: een lichaam en een geest
§ Geest heeft vrije wil en vormt de kern van het menselijke denken
§ Lichaam is niets meer dan een omhulsel van de geest en heeft geen enkele invloed op de geest
o Rationalisme = ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van logica nieuwe informatie afleidt
uit de bestaande
o Nativisme = de overtuiging dat de mens aangeboren kennis heeft, die het uitgangspunt vormt van alle andere,
afgeleide kennis
o Mechanische kijk op de wereld = het universum is een machine dat wiskundig beschreven kan worden
§ God heeft deze machine gecreëerd
§ Mensen zijn hier een onderdeel van en zijn dus onderworpen aan natuurwetten
Empirisme = de tegenbeweging tegen het nativisme en rationalisme
- Volgens het empirisme wordt de inhoud van de geest niet gevormd door de aangeboren ideeën en afgeleide inzichten,
maar via zintuiglijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden.
- Grondlegger: John Locke
- Menselijke kennis komt voort uit ervaringen met externe voorwerpen en niet vanuit aangeboren ideeën.
- ‘Associaties van ideeën’ = hogere-ordekennis komt tot stand door combinaties van eenvoudigere ideeën à als 2 dingen
tegelijk ervaren worden, is er een grote kans dat ze mentaal met elkaar geassocieerd worden.
PSYCHOLOGIE ALS NIEUWE WETENSCHAP
Wundt en het eerste psychologische onderzoekslaboratorium voor psychologie (1879)
- Wundt was de eerste wetenschapper die zichzelf een psycholoog noemde
- In 1879 richtte hij het eerste psychologische laboratorium op aan de Universiteit van Leipzig (= startpunt van de
wetenschappelijke psychologie)
- Publiceerde een boek dat voor het eerst de wetenschappelijke psychologie beschreef en waarin hij de wetenschappelijke
psychologie definieerde als een alliantie tussen de fysiologie die ons informeert over de levensfenomenen die we met
onze zintuigen kunnen waarnemen, en de psychologie waarbij de persoon naar zichzelf kijkt van binnenuit
o Kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit = introspectie
- Hij werd vaak voorgesteld als iemand die tot het structuralisme1 behoorde
Binet (1857-1911) à Toegepaste psychologie
- Ontwikkelde intelligentietest om uit te maken of kinderen met leerachterstand een tekort aan intelligentie hadden of
geholpen konden worden met extra onderwijs
o Test om een gedicht te lezen en iets later op schrijven leidde tot de intelligentietest.
- Eerste belangrijke stroming binnen de Amerikaanse psychologie = functionalisme
o Amerikanen waren meer geïnteresseerd in toegepaste psychologie dan in fundamenteel onderzoek. Psychologie
diende in de eerste plaats om praktische problemen op te lossen
o Functionalisme werd verder beïnvloed door de evolutieleer van Darwin
§ Psychologie bestond in de eerste plaats uit onderzoek naar de optimale aanpassing
1
Stroming in de psychologie die o.b.v. introspectie de structuur van het bewustzijn probeert te ontdekken.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper deprilfrann. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,16. Je zit daarna nergens aan vast.