Jeugdrecht en jeugdcriminaliteit.
Inleiding
Er zijn 3 groepen waarmee het jeugdrecht bezig is
• minderjarigen die een misdrijf hebben gepleegd -> jeugddeliquentierecht
• minderjarige die hulp nodig hebben -> jeugdhulprecht
• minderjarigen waarvan hun rechten niet worden gerespecteerd
College 1: ontstaan van het kinderbeschermingsrecht. De evolutie van
het Belgisch kinderbeschermingsrecht.
Hoofdvragen bij het ontstaan
• Waarom zijn er aparte rechtsregels nodig voor kinderen en/of jongeren?
• Was dit altijd al zo?
• Hoe is dit ontstaan en geëvolueerd?
Zijn er aparte juridische regels voor kinderen en/of jongeren?
Ja, algemene regels :
• Recht op onderwijs, huisvestiging, gezondheidszorg, contact met gezin (minderjarige die
opgesloten is in een gesloten instelling heeft hier ook recht op)…. opgenomen in het IVRK
• Regels in het burgerlijk recht in met bekwaamheid en aansprakelijkheid van de minderjarige
(mag een minderjarige huwen, ,hoeveel uren mag een student werken,…)
• Regels in sociale zekerheid (bv. Gezinsbijslag), arbeidsrecht (studentenarbeid), fiscaal recht,
verkeer, strafrecht (misdaden tegen minderjarigen …)
JA, zeer specifiek
• Jeugddelinquentierecht: hoe kan je reageren tegen minderjarigen die strafbare feiten pleigen
• Jeugdhulprecht: hoe kan je of moet je ingrijpen bij minderjarigen die hulp nodig hebben of
minderjarigen in verontrustende situaties …
• Rechten voor de minderjarigen die zich in jeugdhulp bevindt…
Evident?
Ja, nu wel maar…
• lange tijd geen wettelijk onderscheid tussen kinderen en volwassenen
• jeugdbeschermingsrecht in België dateert van het begin van de 20ste eeuw => start van een
categoriaal beleid: dit wil zeggen rechtsregels, beleid dat bewust een onderscheid maakt
tussen volwassenen en kinderen.
Oorzaak van categoriaal beleid ligt in:
• Proces van socialisatie: normen en waarden die ontstaan in de maatschappij (besef is
gekomen dat kinderen anders waren dan volwassene)
, • Proces van sociale controle: (be)straffen als normen en waarden niet wordt gevold
positie van kinderen: kleine volwassenen met soms een uitzonderingsregel -> naar een aparte
categorie in het recht
Deze evolutie is een gevolg van het kindbeeld (=hoe men naar kinderen kijkt)
Het ontstaan van een categoriaal beleid
1. Evolutie van de socialisatie
1.1 geen kindbeeld (kind = volwassene)
• Noodzakelijk kwaad: voor zeven jaar, geen enkel belang (enige dat je deed was kind eten
geven, er was geen kleuterschool, er werd geen speelgoed speciaal gemaakt) … na 7 jaar
werd je gezien als volwassene
• Kenmerken: kindermoord, achterlaten van kinderen, offeren van kinderen, vergeten van
kinderen, …
• Sterker voor meisjes als voor jongens
• Hoge kindersterfte: geen hygiëne – veel sterfte weinig interesse OF weinige interesse-geen
hygiëne-weinig interesse
• Na 7 jaar: vak lerenµ
Er was een beroep ‘de min’, zij ging langs aan de huizen en gaf de kinderen eten (toont aan dat
ouders geen interesse hadden in de kinderen)
1.1.2 aanzet tot een kindbeeld (kind = rijkdom van morgen)
Eerste wijzigingen vanaf 16de eeuw
• Kinderen werden naar school gestuurd (eerst adel…)
• Ontstaan van visies over kinderen (bv. Ze worden goed geboren ‘positivisten’ vs. Ze worden
‘slecht’ geboren, de moralisten) ->hierbij dachten ze de eerste keer of dat opvoeden er kon
voor zorgen dat kinderen goed worden
De Verlichting
• Kinderen zijn de toekomst, kunnen vooruitgang verder zetten
• Kinderen zijn een aparte categorie met eigen kenmerken en eigen gedragingen
Tweedeling in de visie op de ontwikkeling van de mens
• kind: opvoeden en afschermen van de maatschappij. Onschuldig, onzeker, zonder zorgen
• volwassene: die zijn lot en rol in de maatschappij kent
1.3 huidig kindbeeld (rechtssubject)
Er zijn verschillende kindbeelden
➔ Uitgangspunt: kind is een krachtig persoon met eigen mogelijkheden: intelligent, nieuwsgierig,
ondernemend, communicatief …
➔ Maar …
- verschillen tussen volwassenen en kinderen
- verschillende fasen in het kind zijn: baby, peuter,…
,➔ Dus: Verschillende behandeling voor kinderen en volwassenen (op verschillende vlakken),
gradaties …
2. Evolutie van de sociale controle
2.1 vroege tijden tot verlichting
➔ ‘onmondigen’ in de Wet der XII-tafelen waren er uitzonderingen via ‘oordeel des
onderscheids’ (-> op een bepaalde leeftijd kan je de gevolgen van je daden inschatten)
➔ Klassieke tijd: verschillende leeftijdsgrenzen vormden criterium, aangevuld door ‘malitia
supplet aetatem’ sluwheid vult de leeftijd aan.
➔ Na de Middeleeuwen: ‘Constitutio Criminales Carlinae’ (Keizer Karel) ‘oordeel des
onderscheids’ opnieuw opgenomen als criterium
2.2 de verlichting
Geloof in de rede, in de maakbaarheid van de wereld
➔ Kennis, exacte feiten en wetenschappen
• Explosie van techniek: industriële revolutie
• Ontreddering en ontgoocheling: uitbuiting arbeiders, hongerloon, geen verlof, geen
uitkeringen bij ziekte… kinderarbeid
Kinderarbeid
➔ Eerste sociale wetten, zoals verbod op bepaalde vormen van kinderarbeid
• tegenkanting vanuit industrie en vanuit gezinnen
• situatie van kind bleef slecht, i.t.t. ideeën van Verlichting (bescherming)
• opkomst van het socialisme en betere sociale bescherming
Geloof in de rede, in de maakbaarheid van de wereld
➔ Verlichte filosofen met eigen theorie over straffen en rechtvaardigheid
➔ Opkomst van de sociale wetenschappen
=> 4 voorbeelden van (toen) nieuwe strekkingen binnen het strafrecht
2.3 tendensen vanaf de verlichting
Klassieke criminologische school
Wat?
Reactie op onmenselijke strafrechtsysteem uit het Ancien Régime
Inhoud
• straffen moeten efficiënt, rechtvaardiger, menselijker en onwillekeurig zijn
• 5 axioma’s: Wilsautonomie (je hebt de keuze tussen het goede of het slechte), morele
aansprakelijkheid, legaliteitsbeginsel (het staat opgeschreven dat het niet mag),
proportionaliteitsbeginsel (je geeft een straf in functie van de feiten), gelijkheidsbeginsel
(gelijke situatie moet de gelijke straf hebben)
Straf krijgt drie verschillende functies
• vergelding
, • afschrikking voor anderen
• morele verbetering van dader
Jeugdcriminologie: legaliteitsbeginsel en morele aansprakelijkheid -> strafrechtelijke
minderjarigheid ingevoerd (voor een bepaalde leeftijd kan je geen misdrijven plegen omdat er
geen sprake is van wilsautonomie en morele aansprakelijkheid)
Het positivisme
Wat?
Opkomst van de sociale wetenschappen, op basis van observaties en waarnemingen
Inhoud?
• Criminaliteit is een sociaal gegeven, los van het juridische gegeven
• Onderzoek naar criminelen en minder naar de daden
• Proportionaliteit wordt vervangen door intentie van de dader (=> is er nog niet bij kinderen)
Crimineel-antropologische school
Wat?
Deterministische omschrijving van daders
Inhoud
• Op basis van kenmerken van schedel en primaire kenmerken van een persoon
• Je wordt dus geboren als ‘crimineel’
Crimineel-sociologische school
Wat?
Het is de verantwoordelijkheid van de maatschappij dat er veel criminelen zijn
Inhoud
• Bestuderen van het invloed van het milieu van de crimineel
• Preventie wordt een belangrijk luik in de criminologie
School van het sociaal verweer
Wat?
Objectieve gevaar voor de samenleving is van belang
Inhoud?
• Aard en duur van de straffen hangt af van de gevaarlijkheid/antisocialiteit, niet van de ernst
van de feiten
• Persoonlijkheid/milieu van de dader is belangrijk, niet het feit zelf
• aard van de straf: onbepaalde duur voor onbepaalde maatregelen, legaliteit van de straf niet
meer nodig.
• Voor minderjarigen: ‘statusdelicten’ en ‘pre-delinquentie’