SOCIAAL RECHT VOOR CRIMINOLOGEN (4 SP)
INLEIDING SOCIAAL RECHT
INTRO
• Wat is recht (vs. wetgeving)?
o Recht: geheel van regels die relaties en gedragingen in een samenleving ordenen
o Wetgeving: wetgeving wordt uitgevaardigd door het parlement, niet door de regering, Wetgeving in de matieriële zin, alle
regelgeving.
• Sociaal recht = het geheel van rechtsregels die het recht op arbeid en op bestaanszekerheid regelen (veel meer dan de formele
wetten die door het parlement zijn uitgevaardigd)
o Arbeidsrecht: regelt individuele en collectieve relaties tussen werknemers (wn) en werkgevers (wg), met als doel
bescherming van arbeid.
▪ Er is een wilsovereenkomst: tegen een bepaald loon bent u bereid handelingen te stellen voor de werkgever. Er
bestaat dan een arbeidsovereenkomst omdat u onder gezag staat van deze werkgever
o + socialezekerheidsrecht: regelt individuele sociale prestaties, gebaseerd op solidariteit en bescherming tegen risico’s (bv.
werkloosheid, ziekte)
• Sociaal recht: een ‘eigenaardig’ beestje
o ‘beschermend recht’: biedt minimale bescherming waaraan niet mag worden afgedaan (binnen het contract) bv.
werkloosheidsuitkering
o dwingend recht/recht van openbare orde
▪ Dwingend recht: relatieve nietigheid – alleen de beschermde partij kan dit inroepen
• Bepaalde personen beschermen
• Relatieve nietigheid aan verbonden: minimumbepaling waaraan je moet voldoen, als dat niet
gerespecteerd wordt kan nietigheid ingeroepen worden. Werknemer kan enkel inroepen, de
werknemer is beschermd. Arbeidsrecht gaat verder in beschermen.
o Voorbeeld afwijken van dwingend recht maar verbetert, minimumbepaling is 20 dagen
vakantie maar u krijgt 40 dagen vakantie = geen probleem, geen fout
▪ Recht van openbare orde: absolute nietigheid – iedereen met belang kan dit inroepen (bv. RSZ, rijksdienst voor
sociale zekerheid
o Rol sociale partners: essentieel in zowel arbeids- als socialezekerheidsrecht. Ze sluiten collectieve arbeidsovereenkomsten
(CAO’s) en stellen minimumvoorwaarden op (bijv. meer verlof)
▪ Bv. vakbonden
▪ Rol sociale partners bij arbeidsrecht: sluiten van collectieve arbeidsovereenkomst die gevolgtrekking hebben
voor een volledige sector, bepaalde minima opleggen die gunstiger zijn dan wettelijk bepaald. Bv. meer verlof.
• Bv. In horeca is er een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst waarin staat dat alle medewerkers recht
hebben op 25 vakantiedagen per jaar. Stel dat een werknemer bij een klein restaurant werkt dat geen
lid is van een werkgeversorganisatie en de werknemer zelf ook geen lid is van een vakbond. Als deze
horeca-CAO algemeen verbindend wordt verklaard, dan heeft die werknemer bij dat kleine restaurant
toch recht op 25 vakantiedagen, oookal hebben het restaurant en de werknemer zelf niet actief
deelgenomen aan de CAO-onderhandelingen.
o Met eigen rechtbanken (vs. eenheidsrechtbank): arbeidsrechtbank, met professionele rechters en lekenrechters
(aangeduid door vakbonden, bv. vakbondsvertegenwoordigers
▪ Arbeidsrechtbank: bevoegde rechtbank voor socialezekerheidsrecht en arbeidsrecht
• Hieruit blijkt de sterke koppeling tussen het arbeidsrecht en het socialzekerheidsrecht
▪ Ook de vakbond heeft de volmacht om de verdediging op zich te nemen ipv een advocaat, dit is nuttig in bv.
ontslagrecht
1
, • Arbeidsrecht vs. Socialezekerheidsrecht: hebben veel met elkaar te maken op juridische manier
o Arbeidsrecht: intrinsiek privaat recht, regelt relaties tussen individuen, rechtsonderhorigen onderling, leunt aan bij
privaatrecht, contractrecht
▪ Arbeidsrecht is het recht dat zowel individuele als collectieve rekening omvat tussen werknemers en werkgevers,
de banden tussen personen, of dat collectief is of individueel zijn dat de banden die we gaan reguleren
o Socialezekerheidsrecht: publiekrecht, regels opgelegd door de overheid om sociale risico’s te socialiseren
▪ Van totaal andere orde in essentie
▪ Regels gaan maar in één richting: overheid legt op, niet tussen individuen onderling.
▪ Bv. stel u huis brand af en we bepalen vanaf vandaag dat dat een sociaal risico is, doet zich voor dat bv negatief
gevolg heeft, als gevolg gaan we als samenleving dat verzekeren en socialiseren. Gesocialiseerde risico’s
• Kinderbijslag behoorde vroeger tot socialezekerheidsrecht, daarna ging de bevoegdheid naar de
gemeenschap en maakt het formeel gesproken geen deel meer uit van socialezekerheidsrecht
• Bij socialezekerheidsrecht kan ook arbeidsinspecite nietigheid inroepen, twee werknemers die er in het
zwart werken, bedrijf voor de rechtbank slepen
• Je kan geen afstand doen van de bescherming van sociale zekerheidsrecht
SOCIAAL RECHT, ARBEIDSRECHT EN SOCIALEZEKERHEIDSRECHT
• Bronnen:
o Toenemend belang Internationale en Europese normen
o Formele wetgeving, KB’s, MB’s…
o Eigen rechtsvorming in
▪ Arbeidsrecht: AO, CAO / arbeidsreglement / …
• AO: arbeidsovereenkomst tussen werknemer en werkgever, waarin de rechten en plichten van beide
partijen worden vastgelegd
• CAO: collectieve arbeidsovereenkomst waarbij individuele en collectieve betrekkingen tussen
werkgever(s) en werkenemers in onderenemingen of bedrijfstak worden vastgesteld
o Kan op 3 niveaus worden afgesloten:
1) Niveau van het bedrijf
2) Van de bedrijfstak
3) Nationaal niveau
• Arbeidsreglement: regelt de loon- en arbeidsvoorwaarden van alle of bepaalde groepen van
werknemers van een bepaald bedrijf
▪ Sociale zekerheid: normen van zelfstandige overheidslichamen
2
,INDIVIDUEEL ARBEIDSRECHT
INLEIDEND HOOFDSTUK
1. BEGRIP EN HISTORISCHE ONTWIKKELING
ARBEIDSRECHT
• Waarom arbeidsrecht
o Werken onder gezag
o Sociale strijd/uitbuiting
o Stakingen (begin 20e eeuw)
2. BRONNEN VAN HET ARBEIDSRECHT
• Bronnen
o Grondwet
o Wetten: rormele wetten zijn de belangrijkste bron van het arbeidsrecht -> algemene beginselen staan hierin
o CAO’s, arbeidsovereenkomst en arbeidsreglement: opmaken van een arbeidsreglement in België is verplicht
o Internationale verdragen
o Richtlijnen
• Levende materie
• Definitie: “het recht dat van toepassing is op arbeidsprestaties geleverd in ondergeschikt verband”
o Het arbeidsrecht bevat dus rechten en plichten voor wg(s) en wn(s)
o Laat zich dus alleen in met relaties waar gepresteerd wordt in ondergeschikt verband -> zelstandige arbeid valt hierbuiten
▪ De persoon met gezag, heeft het recht om leiding te geven en toezicht uit te oefenen
• Beschermend recht
o Dwingend recht (soms openbare orde, bijna geen aanvullend recht)
o Ter bescherming van de werknemer
o Cf. art. 6 AOW Alle met de bepalingen van deze wet en van haar uitvoeringsbesluiten strijdige bedingen zijn nietig voor zover zij ertoe
strekken de rechten van de werknemer in te korten of zijn verplichtingen te verzwaren
• Ordenend recht
o Cf. art. 51 CAO-wet
o Verhouding: individuele AO, CAO en wet
• Vergelijk met socialezekerheidsrecht
Art 51 CAO-wet (p 3726) : de hiërarchie van de bronnen der verbintenissen in de arbeidsbetrekkingen tussen werkgevers en werknemers: een
lagere norm mag niet in strijd zijn met een hogere norm
1. In sociale zekerheid eenvoudig: KB moet in overeenstemming zijn met formele wet en MB moet in overeenstemming zijn met KB
2. Ingewikkelder bij arbeidsrecht:
• 5 staat hoger dan 4 dus als CAO zegt dat baas een euro extra moet betalen; moet het ook doen ookal zegt werkgever dat
hij er geen partij van is want heeft niet ondertekend, maar een mondelinge individuele overeenkomst gemaakt. 8 staat
lager dan 5 dus moet toch dat loon garanderen en die extra euro geven
• Had hij een geschreven contract gemaakt was er geen probleem want dit staat op nummer 4
Art. 51. De hiërarchie van de bronnen der verbintenissen in de arbeidsbetrekkingen tussen werkgevers en werknemers is als volgt vastgesteld:
1. de dwingende bepalingen van de wet;
2. de algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten in volgende orde :
a) de overeenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad;
b) de overeenkomsten gesloten in een paritair comité;
c) de overeenkomsten gesloten in een paritair subcomité;
3
, 3. de niet algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, wanneer de werkgever de overeenkomst ondertekend heeft of aangesloten is
bij een organisatie die deze overeenkomsten heeft ondertekend, in volgende orde :
a) de overeenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad;
b) de overeenkomsten gesloten in een paritair comité;
c) de overeenkomsten gesloten in een paritair subcomité;
d) de overeenkomsten gesloten buiten een paritair orgaan;
4. de geschreven individuele overeenkomst;
5. de niet algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in een paritair orgaan, wanneer de werkgever, hoewel hij de
overeenkomst niet ondertekend heeft of niet aangesloten is bij een organisatie die deze heeft ondertekend, behoort tot het ressort van het paritair orgaan
waarin de overeenkomst is gesloten;
6. het arbeidsreglement;
7. de aanvullende bepalingen van de wet;
8. de mondelinge individuele overeenkomst;
9. het gebruik.
4