DE LEEFWERELD VAN HET KIND
1. DE BREDE EN DIVERSE BEGINSITUATIE
1.1 DE LEEF- EN BELEVINGSWERELD
Leefwereld: verschillende contexten/milieus in het leven van een kind. Werken in op een kind.
Bv. gezin, school, hobby, woonplaats/buurt. Bepalen de ervaringen, normen en waarden.
Belevingswereld: hoe een kind de leefwereld ervaart.
Bv. Dromen, wensen, gevoelens. (zeer persoonlijk)
1.1.1 DE LEEFWERELD VROEGER EN NU
Steeds een evolutie
Bv. Schoolcontext meisjes en jongens gescheiden van elkaar, de omgang met de kinderen,
digitalisering, dichtbevolkt, diverse culturen.
Je kan de evolutie zien in het materiaal van de leerlingen.
1.1.2 LEEFWERELD KINDEREN VS LEERKRACHT
Hoe je iets interpreteert
Diversiteit, sociaal-economische status
1.1.3 DE DIVERSE LEEFWERELD VAN KINDEREN
Diversiteit
= alle mogelijke verschillen die kunnen bestaan tussen mensen die in onze maatschappij samenleven, op het
vlak van gender, huidskleur, sociale achtergrond, seksuele geaardheid, lichamelijke en verstandelijke
mogelijkheden, religie, levensbeschouwing, etniciteit.
Etnische achtergrond
Bevolkingsgroep
Culturele achtergrond
Normen, waarden, rolverwachtingen, gebruiken van thuis, religie
Sociale achtergrond
Sociale milieu, maatschappelijke groepering
,1.2 HET KIND IN DE THUISCONTEXT
Gezinsleden zijn degene die door geboorte, adoptie, huwelijk of een commitment van solidariteit, diepe
persoonlijke bindingen hebben en die op elkaar mogen en kunnen rekenen voor het geven en ontvangen van
steun van welke aard dan ook, voor zover mogelijk en vooral in tijd van nood.
Solidaire relatie: melevend met de ander, in verbinding treden.
Commitment van solidariteit: pleegouders, stiefouders, nanny, …
Bronnen van diversiteit in de thuis-context:
Cultuur
Religie
Etniciteit
Sociale achtergrond
Gezinssamenstelling
Opvoedingsstijlen
diversiteit beginsituatie van lln in de klas
Verschillen tussen thuiscontexten kunnen van grote invloed zijn op de verbondenheid, competentie en
autonomie van kinderen.
1.2.1 RELATIE OUDERS – KINDEREN
Loyaliteit
Basis ouder-kindrelatie
Balans geven-ontvangen
Mate van betrouwbaarheid
Kind is per definitie loyaal aan ouders, wil dat ze trots zijn
Streefdoelen opvoeding
Volwassenheid
Verantwoordelijkheid
Zelfstandigheid
Eigen ervaringen ouders
Doorgeven
Doorbreken (zaken die je niet wil doorgeven)
Invloed stress
Gezin & omgeving
Overdracht opvattingen
Opvattingen worden gedeeld met bepaalde groep
Opvoedingsstijlen
Controlerende stijl
Aansturende stijl
Laat-maar-waaien stijl
Begeleidende stijl
1.2.2 RELATIE SIBLINGS
Aantal kinderen
Plaats in de kinderrij
Leeftijdsverschillen
Geslacht
Verschillende ervaringen
Veilige oefenplek
1.2.3 RELATIE TUSSEN OUDERS
, De kwaliteit van de relatie tussen de ouders heeft een grote invloed op het gezin als geheel en op ieder kind
afzonderlijk.
1.2.4 DIVERSITEIT IN GEZINSVORMEN
Kerngezin – traditioneel gezin – tweeoudergezin
Nieuwsamengesteld gezin
Eenoudergezin
Homo- of lesbogezin
Pleeggezin
Adoptiegezin
Co-ouderschap na een echtscheiding
Generatiegezin
Mee-oudergezin (persoon van ander gezin komt helpen)
Woongroep (co-housing)
Begeleid wonen – kindertehuis – instelling
Latgezin
Belang van grootouders en kinderopvang
hoe mee omgaan als leerkracht
1.2.5 GEZINNEN EN ETNISCH-CULTURELE DIVERSITEIT
Etnisch= grote variatie, multiculturaliteit, opvoeden, meertaligheid, verschillen binnen groepen.
Actualiteit
Onze afkomst heeft een invloed op hoe we nadenken over opvoeden.
1.2.6 GEZINNEN EN SOCIAAL-ECONOMISCHE STATUS
Sociaal-economische status (SES) = de mate waarin personen, gezinnen, huishoudens
en geografische gebieden de gewaardeerde goederen te creëren of consumeren.
Meer kans om in armoede op te groeien:
Kinderen in éénoudergezinnen
In grote gezinnen
Kinderen van laagopgeleide ouders
Van ouders die geboren zijn buiten België
Van ouders die werkloos zijn
Indicatoren: inkomen, opleidingsniveau, beroep
“Armoede is een netwerk van sociale uitsluitingen dat zich uitstrekt over meerdere levensdomeinen. Het
scheidt de armen van de algemeen aanvaarde leefpatronen van de samenleving. Deze kloof kunnen ze niet op
eigen kracht overbruggen.”
Kinderen die in armoede opgroeien ontwikkelen een achterstand op de sociaal-emotionele ontwikkeling en
ook op taalontwikkeling en motoriek.
Armoede gaat hand in hand met uisluitingsmechanismen.
Meeste Vlaamse gezinnen 2 werkende ouders
Gevolgen voor kinderen minder zien, opvang, spanningen tussen de ouders,
autonomer zijn, inschakelen grootouders, …
1.2.7 RELIGIE IN DE THUISCONTEXT