Inleiding
Leven (1 cellige en meercellige) :
- Reactievermogen = verandering in de omgeving
o effector, receptor, prikkel, besturingssysteem, reactie
o vb. lichaamstemperatuur constant houden door vasoconstrictie
(vernauwen van bloedvaten) of vasodilatatie (uitzetten van bloedvaten →
homeostase
- Groei = toenemen in volume (van ontstaan tot volwassen)
- Voorplanting = zelfstandig nieuwe organismen maken
- Beweging = skelet om te bewegen of eencellige kan ook bewegen
- Stofwisseling (metabolisme) = chemische reacties
o Opbouw = A + B → C (anabolisme)
o Afbraak = A → C + D (katabolisme) vb. vertering voor energie
• Coronavirus (niet levend) = kan zich niet zelfstandig voorplanten → heeft een
menselijke cel nodig
• Hiv = human immunodefiency virus
• Aids = acquired immuno defiency syndrome
Anatomie:
- Macroscopisch = met het blote oog te bekijken vb spierweefsel
- Microscopisch = met een microscoop te bekijken
- Topografisch = positie beschrijven in het lichaam vb EXAMEN luchtpijp (ventraal)
vs de slokdarm (dorsaal)
, Inleiding in de celbiologie
Cel: kleinste structurele eenheid van de levende wezens
Soorten cellen:
- Darmbacterie = escherichia coli (EC)!
o Symbiose = samenlevingsvorm met de mens → hebben een
wederzijdsvoordeel
▪ Bacterie = voedt zicht met onze spijsverteringsbrij
▪ Mens = bacterie doet afbraakprocessen die wij niet zelf niet kunnen
- Fotosyntheriserend bacterie = anabaena cylindrica → anabole reactie
- Gist = saccharomyces cerevisiae
o fermenatie (katabole reactie)= glucose → CO2 + ethanol
o CO2 = maakt deeg luchtig
o Ethanol = alchol geur aan het deeg
2 celtypes:
- Prokaryoot
o Geen intracellulaire compartimenten
- Eukaryoot
o Duidelijke intracellulaire compartimente → structureel/functioneel
2
, Structuur van biomoleculen
Chemische samenstelling
Samenstelling bacteriele cel:
- 70% water
- 1% anorganisch ionen (alle moleculen zonder c met uitzondering op CO2
- Organische verbinden (c-atoom)
o 6% Kleine molecules
o 22% macromolecules/biomoleculen → eiwitten, nucleïnezuren en
polysacchariden (polymeren
Inleiding in koolstofchemie
C:
- 4 enkele bindingen → vaak met H, O, S, N en P
- dubbele en drievoudige bindingen
- ringstructuur
organische binding (herkennen):
- alchohol = hydroxylgroep → -OH
o glycerol kennen, bouwsteen van lipiden
- keton en aldehyden = carbonyl groep → C=O
- organische zuren = carboxylgroep → -COOH
o zuur geeft een proton af in water
o aminozuur
- amine = aminogroep → NH2
o aminozuur
polair en apolair
H2O (dipoolmoment):
- Zuurstof een elektronenzuigend karakter → krijgt een paritele negatieve lading (
2-)
- Waterstof krijgt een partiele positieve lading (+)
Bindingen:
- Covalente binding = dipoolmoment van H2O
- Waterstofbrug = binding tussen meerdere H2O- moleculen
- Ionbinding = elektron van de binding gaat verloren (natrium) en wordt opgenomen
(cloor)→ Na+ en Cl- (keukezout lost op in water)
Polair: Hydrofiel, wateraantrekkend, wateroplosbaar
- Geladen groepen
- OH
- CHO
- COOH
- C=O
- NH2
Apolair: hydrofood, waterafstotend, lipofiel, vetoplosbaar
- C-atoom
3
, Hydrofobe-effect:
- Apolaire bestanddelen trekken naar elkaar toe
- Polaire bestanddelen gaan zich richten naar het water
- Conformatie = de vorm van het eiwit (molecuul) wordt in water bepaald door de
apolaire en polaire ketens
Biochemische verbindingen in de cel
Macromoleculen: biomoleculen → bouwstenen met covalente binding (behalve vetten)
- Suikers (koolhydraten)
- Lipiden (vetten)
- Eiwitten (Proteinen)
- Nucleïnezuren (DNA & RNA)
Suikers
Functie:
- Brandstof = warmte & energie
- Bouwstof = andere moleculen opbouwen
- Bestanddeel vh erfelijk materiaal
Enkelvoudige suikers: monoschariden → C,H en O
- Minstens 2 OH groepen
- Carbonylfunctie
Aantal C-atomen (molecuul herkennen als een enkvoudig monosachariden):
- 3 = triosen
- 4 = tetrosen
- 5 = pentosen
- 6 = hexosen
- 7 = heptosen
- Van buiten kennen (rood aangeduid) =
o Ribose (5) =
▪ Bouwsteen van de RNA
▪ ATP = adenosinetriphosphate
▪ ADP = adenosinediphosphate
▪ Adenosine = ribose + adenine
o Glucose (6) = bloedsuiker, druivensuiker, brandstof (bij afbraak energie
geleverd)
o Fructose (6) = suiker in vruchten
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper boumansjuna. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.