LES 1 – 2. RESPIRATOIRE INFECTIES 23/09/2024
Heel prevalente aandoening, je gaat later met heel wat infecties in contact komen.
Inleiding verschillende subjecten.
7. hoge prevalentie en incidentie
- Normaal aantal is 2 à 3 per jaar voor een volwassene, bij kinderen kan dat zelfs tot 8 zijn.
- Medische hulp is puur supportief, geen causale behandeling. Maar owv last bezoek bij HA. -
- Vnl in wintermaanden, niets te maken met de koude an sich, maar doordat we allemaal
samenhuizen in kleinere ruimtes die we goed verwarmen, dicht bij elkaar.
- N en Z halfrond wisselt ook met elkaar: is nuttig bij het maken van influenza vaccinatie,
beetje kijken naar Australië.
Lage mortaliteit
- COVID 19 te zeggen op piekmoment dat er dan wel hogere mortaliteit was. Is nu een
redelijk banaal virus: slechts verkoudheids/griepaal beeld.
Risicofactoren
Preventie is belangrijk bij mensen van de risicogroep, belangrijke impact op mortaliteit.
8. Transmissie via droplets: kunnen meters afleggen en geïnoculeerd door contact met
bovenste luchtwegen. Tabel niet kennen: overzicht van viridae die verantwoordelijk zijn voor
diverse respiratoire infecties waarvoor er een aantal een vaccin bij bestaat. Bekende typiek:
- Kroep: parainfluenza virus
- Verkoudheid: rhinovirus
Voornamelijk veroorzaken de virussen dezelfde pathologieën maar kan wisselen van seizoen,
regio…
Diagnostiek, vroeger was er amper sprake van identificatie van die virussen, sinds COVID:
PCR opmars, maar erg duur dus gebeurt vooral obv klinische presentatie. Behandeling
beperkt, weinig efficiënte therapieën.
9. Sciensano (overheidsdienst die epidemiologie bijhoudt): welke infecties prevalent waren.
Piekt eerst bij kinderen heel hoog.
Bij volwassenen influenza meest prevalent: vandaar vaccinatie (meer syst dan resp dus gaan
we niet zo diep op in), griepvacc amper 40-50% efficiëntie. Wisselt van jaar tot jaar het virus.
10. virussen kunnen zich vaak binden met bepaalde adhesiemoleculen, toegangspoort tot
cel, in epitheelcellen van bovenste luchtwegen binnendringen.
Virus heeft nood aan gastheer om zich te kunnen vermenigvuldigen, aanmaak veel partikels
en zo weer vrijgezet virale shedding. Bij verkoudheid gem 5d maar bij anderen kan veel
langer duren.
11. Activatie cytokines, trekt neutrofielen aan en dat geeft Actieve Phase Respons
inflammatoire respons, vasodilatatie enz: vocht verliezen = neusloop en dergelijke.
12. Heel wat virussen oorzaak. Kliniek aspecifiek = Obv presentatie kan je niet zien welk virus
het is.
Koorts (>38°C) zeldzaam maar T kan verhoogd zijn.
Diagnostiek, doen we meestal niet, PCR = 50€, en heeft geen impact op behandeling. Pt wil
persee AB, kan je wel aantonen met PCR dat het niet nodig is
, 13. je kan complicaties doen:
- Hoesthypersensitiviteit = overgevoelige hoestreflex: irriterende prikkelhoest in de keel door
effect van IF𝛄, extra gevoeligheid van de hoestreceptoren op de C-vezels in de luchtwegen.
- Opstoten van obstructieve luchtwegaandoeningen dan wel nood aan therapie.
Vermijdt behandeling, niet nodig of nuttig, zwelling tegen gaan met ipratropium of
decongestiva. Vasoconstrictie: adenerge producten, maar kan ook afhankelijkheid
veroorzaken?
!Je onthouden van verkoudheidstherapieën: less is more!
14. ‘angina’, verschillende verwekkers, meestal viraal, bact mogelijk vnl bij kinderen.
- Beta hemolytische streptococcen van de A groep -
Niet behandelt met AB kan complicaties geven: aanleiden tot auto-immuunreactie
Coryza: tranende ogen en neus
Halitosis: slechte geur en smaak, slechte mondademgeur
*Fototjes verschil onderzoek in orofarynx: L: zwelling, roodheid, oedeem viral
R: thv tonsillen, amandelwand bact exudaat
bact
Viraal exantheem: niet jeukende huidrash
=> Obv die dingen onderscheid te maken
15. Sterioden: ontzwelling maar neveneffecten; op ‘grootmoederswijze’, lokale anesthesie
met zuigtabletten kan soelaas brengen.
Kan uitbreiden, luchtwegen dichtduwen en leiden tot necrotiserende fascilitis.
Antistoffen IS tegen die strepotococcen en je geneest, maar As ook gericht tegen
lichaamseigen eiwitten en kan dan later gewrichtsontsteking geven, afwijking hartspier of
nierfalen. AB geven eigen IS verhinderen tot aanmaak van AS
17. bijna altijd viraal, kleine minderheid bact
18. ontstekingsreactie thv de lagere luchtwegen, afgedaald van bovenste LW, iets
prevalenter bij pt met voorafgaand longlijden, gepaard met exacerbatie.
Vnl klacht van hoesten 10-20d, meestal productief (= min soeplepel secretie/dag),
ophoesten geel/purulente sputa, drukkend pijngevoel substernaal, kortademigheid, zelden
hoge koorts. Voorafgaandelijk verkoudheidsbeeld.
*Endoscopisch beeld:
19. Klinische diagnose: typisch auscultatiegeluid = voorkomen brommende ronchi, continue
laagfrequente bijgeluiden (niet bij pneumonie).
Aanvullende diagnostiek is overbodig (staal sputa opsuren microbiologisch onderzoek
PCR of kweek), gebeurt niet want geen gevolgen op therapie.
- Bij bact serum procacitonine (verhoogd?) meten kan gedaan worden om
onderscheid te maken.
- RX bij twijfel pneumonie of bij onderliggend longlijden.
Kan gepaard gaan met pneumonie, aanpak weer supportief. Warme thee met honing werkt
volgens studies evengoed als hoestsiropen> hebben dus geen toegevoegde waarde.