Dit is een samenvatting van het vak ziekteleer gegeven door Wouter Meersseman.
Ik heb dit eerste boek samengevat tot pagina 152 en aangevuld met notities vanuit de les.
Hartfalen = een syndroom waarbij patiënten enkele typische symptomen:
Dyspnee in rust of tijdens inspanning
Vermoeidheid
Enkeloedeem
En tekens:
Tachycardie
Snelle AH of tachypnee
Longcrepitaties bij ausculatie
Gestegen veneuze druk
Vertonen die worden veroorzaakt door structurele of functionele afwijkingen van de
hartspier.
1.1 Fysiologie en algemene patholofysiologie
Het cardiovasculair systeem staat in voor transport en distrubutie van essentiële
substanties en O2 naar de perifere weefsels.
Het is samengesteld uit:
1. Een pomp
2. Verzameling verdelende en afvoerende buizen
3. Uitgebreid netwerk van dunne haarvaten, die de uitwisseling thv de perifere organen
toelaten
De prikkelgeleiding doorgeen het hart:
Om een pompfunctie te kunnen uitvoeren moet de hartspier op een gecontroleerde wijze
samentrekken.
De oorsprong van de contractie ligt in een regelmatig elektrisch signaal dat doorgegeven
wordt naar de spiercellen en hen aanzet tot samentrekken.
dit elektrisch signaal ligt aan de basis van het ECG.
1. De SA-knoop:
= de plaats waaruit de prikkel vertrekt.
Ligt juist onder het epicard thv de junctie tussen de vena cava superior en
het RA
, Activiteit bepaalt het hartritme = pacemaker
Vanuit deze cellen verspreidt het signaal zich naar de atria
Binnen 0,1s zijn beide atria volledig gedepolariseerd contractie
2. 3 bundels Purkinje-achtige cellen:
Geleiden de prikkel door naar de AV-knoop
3. De AV-knoop:
Ligt aan de overgang van het RA met het RV
Doortocht doorheen de AV-knoop = 0,12-0,20s
= tijdsverschil tussen de excitatie van de atria en de ventrikels
vertraging is nodig om tijd te laten aan de atria om hun bloed maximaal uit
te storten in de ventrikels
Deze mondt uit in de AV-bundel of de bundel van His
4. Via de bundel van His en de bundeltakken komt de prikkel in de Purkinjecellen toe
5. Purkinjecellen:
Vormen een subendocardiaal netwerk thv de binnenwand van de ventrikels
Uiterst snelle verspreiding van de prikkel over de volledige endocardiale laag
van de ventrikelwand
Gevolgd door een stimulatie in endoepicardiale richting
Deze versnelde geleiding optimaliseert de gezamelijke contractie van de
ventriculaire myocardcellen ventrikels trekken synchroon samen
ECG = de grafische weerspiegeling thv de huid van de elektrische activiteit van het hart.
1. P-golf:
Atriale depolarisatie (en de repolarisatie)
2. PR-interval:
Begin P-top tot start QRS
Bedraagt normaal 0,12-0,20s
Weerspiegelt de tijdsduur tussen de atriale en de ventriculaire activatie
3. QRS-complex:
Geeft de ventriculaire depolarisatie weer
Varieert het sterkst in duur van persoon tot persoon (0,06-0,10s)
o Vertraagde geleiding = obstructie van de geleiding door een
bundeltakblok
4. ST-segment:
Gedurende dit is het hart gedepolariseerd
Een deviatie van de isoelektrische lijn = ischemische hartbeschadeging
5. T-golf:
Toont de repolarisatie van de ventrikels aan
Cardiale cyclus: werking van het ventrikel als een druk-zuigpomp:
,= Het geheel van relaties tussen de elektrische, mechanische en klepactiviteit tijdens de
contractie-relaxatie cyclus van het hart.
Hiertoe behoren:
1. De systole:
Ventrikelcontractie en uitdrijving van het bloed in de aorta en arteria
pulmonalis
2. De diastole:
Relaxatie van de ventrikels en vulling vanuit de venen
Er is een unidirectionele pompwerking.
De retrograde vloeistofpropulsie wordt verhinderd door de aanwezigheid van kleppen:
Tijdens de ventriculaire systole = er geen reflux naar de atria toe door het
sluiten van de mitralis- en de tricuspidalisklep
Tijdens de ventriculaire diastole = er geen reflux uit de bloedvaten naar de
ventrikels toe door het sluiten van de aorta- en de pulmonalisklep
Hartcyclus: 5 hoofdfasen:
1. Atriale contractie:
Wordt geïnitieerd door de depolarisatiegolf dat vertrekt uit de SA-knoop (= P-
top)
Vormt het tweede deel van de diastole
Via deze contractie wordt de laatste 20% van het V in de ventrikels gebracht
2. Isovolumetrische contractiefase:
Begin van de systole
Ventrikelcontractie start met de depolarisatie van de ventrikels (QRS-
complex)
Van zodra de druk in de ventrikels hoger wordt dan in de atria worden de
mitralis- en de tricuspiedklep toegeduwd
De aorta- en pulmonalisklep zijn nog toe druk kan snel stijgen zonder
wijzigingen in het ventrikel V
Wanneer de ontwikkelde druk hoger wordt dan de pulmonalisdruk (10 mmHg)
rechts en de aortadruk (80 mmHg) links dan worden de aorta- en
pulmonalisklep opengeduwd
= start van de volgende fase van de systole = uitdrijvingsfase
3. Uitdrijvingsfase:
Bezit een snelle en trage component
De druk in de aorta en a.pulmonalis volgen zeer nauw de ventriculaire
drukstijging
In de aorta stijgt de druk van 80 naar 120 mmHg
In de longslagader van 8 naar 25 mmHg
Ventriculair V daalt snel terwijl de bloedstroom in de grote vaten stijgt
Direct na het openen van de kleppen is de druk in het ventrikel lichtjes hoger
dan de druk in de aorta en de a.pulmonalis sterke bloedstroom vanuit de
ventrikels naar deze vaten
, = snelle fase
Hierna tijdens de trage fase neemt de ventriculaire druk en de ejectie van
bloed af
De opgeslagen E in de uitgerekte aorta zorgt ervoor dat de aortadruk lichtjes
groter wordt dan de ventrikeldruk bloedstroom naar de vaten neemt af
De systole komt overeen met de isovolumetrische contractiefase + uitdrijvingsfase = 300
ms.
Gedurende elke systole wordt slechts een fractie van het EDV in de aorta uitgestoten =
SV.
ESV = wat achterblijft.
4. De isovolumetrische relaxatiefase:
Begin van de diastole
De spiercellen repolariseren (T-top)
De spieren relaxeren druk in de ventrikels gaat verder dalen
Begin van deze fase = sluiting van de aorta- en pulmonalisklep
o Mede veroorzaakt door een zekere terugvloei in de aorta van bloed
naar de ventrikels
Druk in de ventrikels blijft snel dalen gedurende de ganse fase
Er treden GEEN V veranderingen op, want alle kleppen zijn gesloten
5. De vullingsfase:
De druk van de ventrikels komt lager te liggen dan in de atria AV-kleppen
openen
Er begint een snelle vullingsfase
Als de druk stijgt trage vullingsfase
Het ventrikel is na ¼ van de diastoleduur voor 80% passief gevuld
De regeling van het hartdebiet:
Hartdebiet (HD) = hoeveelheid bloed, die per minuut naar de systemische of pulmonale
circulatie wordt gestuurd.
Kan men bepalen door:
HD=SV x HR
HR = hartritme
SV = slagvolume
Dit HD wordt over de verschillende vaten verspreid afhankelijk van de
doorbloedingsbehoefte.
Het SV wordt bepaald door de:
1. Voorbelasting
2. Inotropie
3. Nabelasting
4. Hartritme
1. De voorbelasting:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ayacoosemans92. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €8,66. Je zit daarna nergens aan vast.